Paragraaf 2.3 Aan de oevers van de Nijl
Ontstaan Egypte 4000 v. Chr. werd het te droog in de Sahara voor landbouw. Men trok weg en kwam in het gebied terecht van de rivier de Nijl. Daar leefden de mensen nog van jagen en verzamelen. De oude bewoners namen de manieren van de boeren over. Er ontstonden dorpen.
Er ontstonden twee rijken. Boven-Egypte en Beneden-Egypte. Vanaf 3100 v. Chr. werd Egypte 1 rijk o.l.v. een farao.
In Egypte kende men maar 3 seizoenen: tijd van overstromingen juli t/m augustus tijd van zaaien september t/m december tijd van oogsten januari t/m juni
1 keer per jaar overstroomt de Nijl 1 keer per jaar overstroomt de Nijl. Het water blijft zo’n zes weken staan. Vruchtbaar slib blijft achter.
Systeem van dijkjes en kanaaltjes = irrigatielandbouw
Elke boer moest een deel van zijn oogst afstaan aan de farao. Ambtenaren vonden het schrift uit om; Om bij te houden wie belasting had betaald. Om regels en wetten op te schrijven. 3000 v. chr. uitvinding van het hierogliefenschrift.
Waar gebruikte de farao de belasting voor? Betalen ambtenaren Betalen werklieden Betalen soldaten Voeden slaven
Taken farao: Leger aanvoeren Hoogste rechter Hoogste priester
Begrippen: irrigatielandbouw: landbouw waar je met kanaaltje en dijkjes water naar akkers brengt. bestuur: groep mensen die regels maakt. farao: koning van het oude Egypte. ambtenaren: mensen die voor het bestuur werken. schrift: letters of tekens die een tekst vormen.