Present simple & continuous Tegenwoordige tijd
Present simple… …wordt gebruikt wanneer je wilt zeggen dat iets een feit is of een gewoonte is of iets dat regelmatig gebeurt. In de zin komen dan vaak woorden zoals sometimes, often, always, usually, never voor. We always walk to school.
Present simple… … gebruik je ook om roosters of schema’s aan te duiden. The train leaves at six from platform ten. All schools in Utrecht start at 8.30am.
Shit-rule He/she/it krijgen een extra -s achter het werkwoord. Dit geldt ook voor woorden die door he/she/it vervangen kunnen worden. School (=it) starts early. My sister (=she) runs fast. The project (=it) goes well.
Let op! Eindigt het werkwoord op een s-klank, dan wordt –es toegevoegd. To wash My friend washes his clothes. Go wordt goes en do wordt does. To do My dad always does the dishes. Eindigt een woord op een medeklinker en -y, dan wordt dit vervangen door -ies. To study The student studies very hard.
Vragen en ontkenningen We love chocolate. Do we love chocolate? We don’t love chocolate. He runs fast. Does he run fast? He doesn’t run fast. Kijk voor vragen en ontkenningen op de A4-tje met de 4 tijden!
Present continuous… … gebruik je om aan te geven dat iets nu aan de gang is. I am reading right now. … gebruik je om irritatie uit te drukken. You are always annoying people.