Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zuid-Holland.
Advertisements

KWALITEITSZORG november 2012
Utrecht Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen
Stilstaan bij parkeren Dat houdt ons in beweging
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Oost-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Drenthe.
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
WAAROM? Onderzoek naar het meest geschikte traject voor de verlenging tot in Sint-Niklaas van het bestaande fietspad naast de Stekense Vaart en de Molenbeek.
BRIDGE Vervolgcursus Vervolg op starterscursus Bridgeclub Schiedam ‘59 info: Maandagavond: 19: – of
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
December 2007 Dimarso N.V., opererend onder de commerciële naam TNS Dimarso en hierna TNS Dimarso genoemd, beschikt exclusief over het auteursrecht van.
1 COVER: Selecteer het grijze vlak hiernaast met rechtsklik & kies ‘change picture’ voor een ander beeld of verwijder deze slide & kies in de menubalk.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
De concurrentiepositie van de topsectoren in Noord-Brabant
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Een Concert van het Nederlands Philharmonisch Orkest LES 4 1.
Concurrentie, Complementariteit en Buitenlandse Investeringen Martijn J. Burger.
1 © GfK 2013 | Supermarktkengetallen | februari 2013 GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Wat is de omzet van de supermarkten op weekniveau?’ ‘Hoe ontwikkelt het.
prNBN D addendum 1 Deel 2: PLT
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Tevredenheids- enquête 2012 P. Grouwels Inleiding Mogelijke antwoorden: Zeer goed: 4 sterren ****: volledig tevreden; Goed: 3 sterren ***:
© BeSite B.V www.besite.nl Feit: In 2007 is 58% van de organisaties goed vindbaar op internet, terwijl in 2006 slechts 32% goed vindbaar.
© GfK 2012 | Title of presentation | DD. Month
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg.
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Meisjes en wiskunde (Waarom) is wiskunde moeilijk?
Elke 7 seconden een nieuw getal
1 introductie 3'46” …………… normaal hart hond 1'41” ……..
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Wie het kleine niet eert ... (quarks, leptonen,….)
13 maart 2014 Bodegraven 1. 1Korinthe Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, een lichaam.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Münster.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Friesland.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Köln.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Düsseldorf.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Gelderland.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Liège.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Antwerpen.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie West-Vlaanderen.
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Holland.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant.
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Weser-Ems.
De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari.
Symposium Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
1 © GfK 2012 | Supermarktkengetallen | GFK SUPERMARKTKENGETALLEN ‘Hoe ontwikkelt het aantal kassabonnen zich?’ ‘Wat is de omzet van de supermarkten.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 5.
HOSTA 2010, Vastgoedcongres 29 september september Horwath HTL.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
In opdracht van NOC*NSF
22/11/ DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
12 sept 2013 Bodegraven 1. 2  vooraf lezen: 1Kor.7:12 t/m 24  indeling 1Korinthe 7  1 t/m 9: over het huwelijk  10 t/m 16: over echtscheiding  16.
1 Week /03/ is gestart in mineur De voorspellingen van alle groten der aarden dat de beurzen zouden stijgen is omgekeerd uitgedraaid.
23 mei 2013 Bodegraven vanaf hoofdstuk 6: hoofdst.1: de wijsheid van de wereld hoofdst.2: de wijsheid van God hoofdst.3: Gods akker en Gods bouwwerk.
1 DE ADVIEZEN VAN BEURSMAKELAAR BERNARD BUSSCHAERT Week
Transcript van de presentatie:

Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland

Centrale vraag in deze presentatie 2 Welke investeringsagenda hoort bij het verbeteren van de concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland?

Hoe meten we internationale concurrentie? 3  In de studie nemen we twee typen concurrentie mee: 1.De concurrentie die bedrijven ervaren bij het internationaal exporteren van hun producten en diensten; 2.De concurrentie die regio’s ervaren bij het aantrekken van buitenlandse bedrijven / investeringen;  De belangrijkste concurrenten voor een regio zijn dus: 1.De regio’s met bedrijven die in dezelfde markten proberen hun producten of diensten te verkopen; 2.De regio’s die in dezelfde vijver vissen van internationale investeringen;  Met andere woorden: marktoverlap staat centraal. De belangrijkste concurrenten verschillen daarom per regio en per sector. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 49 e.v. en 181 e.a. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van het meten van internationale concurrentie

Belangrijkste concurrenten o.b.v. marktoverlap (voorbeeld van export) 4  Grootste overlap in de export markten van Amsterdam en Parijs  Meeste concurrentie tussen Amsterdam en Parijs Amsterdam export Parijs export Wenen export Zie Raspe e.a. (2012) pagina 49 e.v. en 181 e.a. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van het meten van internationale concurrentie

Hoe zijn de concurrentiebenchmarks opgebouwd? 5  De benchmarks in deze studie vergelijken per sector en per type concurrentie (export en aantrekken buitenlandse bedrijven) de vestigingsplaatsfactoren (kenmerken van het vestigingsklimaat) in Flevoland met die van de belangrijkste concurrerende Europese regio’s;  Vestigingsplaatsfactoren zijn o.a.: bevolkingsomvang en - dichtheid, concentratie van (gerelateerde) sectoren, netwerkoriëntatie van bedrijven, connectiviteit (over de weg, door de lucht en via havens), kennisinfrastructuur (publiek en privaat) en Bruto Regionaal Product per inwoner;  In totaal: 29 vestigingsplaatsfactoren. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 47 e.v. en 178 voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van als deze vestigingsplaatsfactoren

Welke sectoren nemen we mee in het onderzoek? 6 1.Landbouw 2.Voedingsmiddelenindustrie 3.Materialenindustrie 4.Hightechindustrie 5.Chemie 6.Energie 7.Groothandel 8.Logistiek 9.Financiële diensten 10.Zakelijke diensten Zie Raspe e.a. (2012) pagina 172 voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van deze sectoren

Welke regio’s nemen we mee in het onderzoek? 7  Onder regio’s verstaan we 256 Europese NUTS-2 regio’s. In Nederland zijn dit de provincies. De NUTS-indeling is een standaard van de EU en is door Eurostat opgesteld;  De NUTS2-indeling beslaat meestal een of enkele centrale steden met hun ommeland, zodat deze regio’s vaak overeenkomen met agglomeraties of metropolitane gebieden;  Basis voor deze keuze is de wens om zo veel mogelijk regionale differentiatie mee te kunnen nemen op het niveau van regio’s en aan te sluiten bij de internationale literatuur over regio’s. Voorwaarde was dat er betrouwbare data waren. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 46 e.v. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van de regio’s die we in het onderzoek meenemen

Wilt u meer weten? 8  Deze presentatie is gebaseerd op drie PBL- studies.  In deze studies vindt u een overzicht van de relevante literatuur (waarom regio’s cruciaal zijn in een globaliserende economie) en een motivatie van alle keuzes over indicatoren, data en methodiek.  Vragen? Neem dan contact op met: Otto Raspe of

We beantwoorden vier vragen voor de provincie Flevoland 9 1.Welke Europese regio’s zijn de belangrijkste concurrenten? 2.Welke vestigingsplaatsfactoren zijn belangrijk voor een goede concurrentiepositie? 3.Hoe verhouden deze vestigingsplaatsfactoren zich tot haar belangrijkste concurrenten? 4.Op welke factoren bestaat er een 'gat' met de concurrentie en welke factoren zijn goed op orde?  We beantwoorden deze vragen voor elke combinatie van sector en type concurrentie (export en buitenlandse investeringen). Zie Raspe e.a. (2012) pagina 50 voor een toelichting op deze vier vragen

Leeswijzer van de benchmarks 10 1.De benchmarks zijn gebaseerd op de belangrijkste concurrenten op basis van marktoverlap (zie sheet 3 & 4); 2.De benchmarks laten de 10 belangrijkste vestigingsplaatsfactoren zien (van de totaal 29 die we meenemen in het onderzoek), afgeleid van de belangrijkste concurrenten en dus verschillend per sector en type concurrentie. Dit zijn de concurrentiefactoren; 3.De concurrentiefactoren zijn geordend naar mate van belangrijkheid: de bovenste is het belangrijkste, de onderste het minst belangrijk (van de 10 weergegeven factoren); 4.De stippellijn geeft de gewogen score weer van de belangrijkste concurrenten; 5.De eigen score op een concurrentiefactor is relatief ten opzichte van de belangrijkste concurrenten. Hierbij geldt: hoe hoger de score, hoe beter je scoort t.o.v. je belangrijkste concurrenten. Enkel voor congestie en connectiviteit (nabijheid tot) zeehavens geldt het tegenovergestelde: hoe lager de score, hoe beter. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 69 voor een methodische toelichting op de benchmarks

We laten nu voor Flevoland de benchmarks zien voor de volgende sectoren 11 De benchmark op basis van het aantrekken van buitenlandse bedrijven voeren we voor een sector enkel uit wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: -Er moeten voldoende buitenlandse bedrijven (minimaal 10) binnen de regio zich hebben gevestigd voor een zinvolle vergelijking; -De regio huisvest meer dan 2% van alle buitenlandse bedrijven binnen de sector in heel Nederland EN/OF de regio heeft een relatieve specialisatie qua buitenlandse bedrijven in de sector (locatiequotiënt > 1). * Voor de sectoren groothandel en financiële diensten voeren we om data-technische redenen in plaats van de benchmark op basis van export een benchmark uit op basis van het opzetten van een buitenlandse vestiging, mits we ook de benchmark voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven hebben uitgevoerd. Zie Raspe e.a. (2012) pagina’s 126, 143 en 174 voor een inhoudelijke toelichting. Aantrekken buitenlandse bedrijven Export goederen en /of diensten 1. Landbouw 2. Voedingsmiddelenindustrie 3. Materialen 4. Hightech 5. Chemie 6. Energie 7. Groothandel * 8. Logistiek 9. Financiële diensten * 10. Zakelijke diensten Wel meegenomen Niet meegenomen

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Landbouw Omvang export: Flevoland is de 67e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

13

14

Conclusies Landbouw in Flevoland 15 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief laag en het aantal patenten is relatief beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt boven het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets boven het gemiddelde; Het bruto regionaal product per inwoner ligt iets onder het gemiddelde; De efficiëntie van het netwerk van de sector is iets ondergemiddeld; De concentratie van de hightech sector ligt onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Voedingsmiddelenindustrie Omvang export: Flevoland is de 97e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

17

18

Conclusies Voedingsmiddelenindustrie in Flevoland 19 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Materialen Omvang export: Flevoland is de 228e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

21

22

Conclusies Materialen in Flevoland 23 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Flevoland is de 186e regio van de 256 in Europa Hightech Omvang export: Flevoland is de 215e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

25

26

27

28

Conclusies Hightech in Flevoland 29 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Het aandeel van de regio in de totale Europese export ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets boven het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; De mate van clustering van de sector is relatief gezien zeer beperkt.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Chemie Omvang export: Flevoland is de 150e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

31

32

Conclusies Chemie in Flevoland 33 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; De mate van clustering van de sector is relatief gezien zeer beperkt.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Energie Omvang export: Flevoland is de 114e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

35

36

Conclusies Energie in Flevoland 37 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt iets onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Flevoland is de 65e regio van de 256 in Europa Groothandel Opzetten buitenlandse vestiging: Flevoland is de 65e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

39

40

41

42

Conclusies Groothandel in Flevoland 43 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Zowel het aandeel bedrijven met vestigingen in het buitenland als het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector liggen sterk onder het gemiddelde en verder ligt het aandeel bedrijven in buitenlandse handen onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt onder het gemiddelde; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Logistiek Omvang export: Flevoland is de 226e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

45

46

Conclusies Logistiek in Flevoland 47 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt iets onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets boven het gemiddelde en de mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt onder het gemiddelde.

Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing Zakelijke Diensten Omvang export: Flevoland is de 148e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Flevoland binnen Nederland

49

50

Conclusies Zakelijke Diensten in Flevoland 51 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten:  De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Flevoland heeft geen internationale (top)universiteit; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt onder het gemiddelde. De mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt onder het gemiddelde; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.

Het vestigingsklimaat van Flevoland samengevat 1 52 Alle topsectoren overziend, concluderen we t.a.v. de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren dat:  Goed op orde zijn: –Connectiviteit over de weg (iets ondergemiddeld) en de mate van congestie (sterk ondergemiddeld) –Connectiviteit door de lucht (iets ondergemiddeld)

Het vestigingsklimaat van Flevoland samengevat 2 53 Verdere conclusies t.a.v. de vestigingsplaatsfactoren:  Minder goed op orde zijn: –Urbanisatievoordelen ›Massa en dichtheid (beide sterk ondergemiddeld) –Aandeel buitenlandse bedrijven (sterk ondergemiddeld) –Private kennisinfrastructuur ›Private R&D en patenten (beide sterk ondergemiddeld) –Flevoland heeft geen (top)universiteit –De Hightech en Chemie clusters (beide sterk ondergemiddeld) –Concentratie Financiële Dienstverlening (sterk ondergemiddeld) en Hightech sector (ondergemiddeld)

 De investeringsagenda voor Flevoland bestaat vooral uit het handhaven van de goede factoren en het inlopen of compenseren van het gat wat er is t.o.v. de belangrijkste concurrenten. 54 Resumé  Strategieën om dit te bewerkstelligen: Zie Notitie "Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio's".