Hst 4: De wereld indelen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
India als opkomend land
Advertisements

Paragraaf 4.2: Verschuivende werelden.
Transport en Infrastructuur
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hoofdstuk 1 Aardrijkskunde, cultuur en maatschappij
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
1.2 De wereld wordt kleiner
Hst 4: De wereld indelen.
India als opkomend land
In de vaart der volkeren
1.4 een geglobaliseerde wereld
Hoofdstuk 5. par 5 Help! De wereld krimpt!
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hst 4: De wereld indelen.
Beeldvorming (inleiding)
De toekomst van Nederland
Indonesië.
Indonesië.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hoofdstuk 1 Genoeg voor iedereen?
Hst 4: De wereld indelen.
Hst 4: De wereld indelen.
Indonesië.
Hoofdstuk 4. Europa in beweging.
Indonesië.
Arm & Rijk § 2.1 Maquiladoras
Hst 4: De wereld indelen.
Hst 4: De wereld indelen.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Paragraaf 4.2: Verschuivende werelden. -Uitbuiting en randligging
Samenvatting: hoofdstuk 1
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: bevolking Paragraaf 9 t/m 11
Hoofdstuk 1 Par. 10 en 11.
Hoofdstuk 3 Zuidoost-Azië als ontwikkelingsgebied Paragraaf 11 t/m 14
Hoofdstuk 3 Wereld: stedelijke gebieden in de VS Paragraaf 3
Les 20 (ma. 26 okt. 2009) - t/m par. 19 af? - par. 12 en 15 - maken wb blz nakijken - herhalen - sv teksten - po (eigen omgeving)
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Samenhang en verscheidenheid
Schematische samenvatting
Hoofdstuk 3 Wereld: stedelijke gebieden in de VS Paragraaf 6
Hoofdstuk 2 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 3 Wereld: stedelijke gebieden in de VS Paragraaf 1 en 2
Van slow world tot fast world
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Globalisering.
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
De toekomst van Nederland
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Paragraaf 4,3 Centrum van de wereld!
Paragraaf 1: Kolonies inpikken.
Landschappen en wereldkaart
1 hv 3 Cultuur, vreemd en vertrouwd § 2-4
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Koloniale verleden.
1 hv 3 Cultuur, vreemd en vertrouwd § 2-4
Paragraaf 13.6 Globalisering.
1 KGT Hoofdstuk 3 Cultuur, vreemd en vertrouwd § 2-3
Les woensdag 7-1 Nakijken huiswerk 4.2 en 4.3. Geen HW check. (vraag mij maar waarom niet) - Max. 15 min. Maken opdracht deel C van samenvattingsopdracht.
Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME
H13.5/13.6 Postmoderne wereld Televisie en computer.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
A H1 samenhang & verscheidenheid P7 Globalisering en cultuur / pag
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
1.1 Globalisering: one world?
Transcript van de presentatie:

Hst 4: De wereld indelen

Planning van vandaag Terugblik Uitleg begin paragraaf 4.2 (Zelfstandig werken Hst 4)

Terugblik Paragraaf 4.1 Economische indicatoren Productie (BNP en BNP/hoofd) Kritiek BNP/hoofd, je kunt beter HDI (human development index) gebruiken. Verdienste (koopkracht) Werk (% beroepsbevolking) Demografische indicatoren Geboortecijfer Leeftijdsgrafieken Sociaal culturele indicatoren Analfabetisme

Paragraaf 4,2 Centrum – Periferie model 1 De wereld is continue aan verandering onderhevig, zo ook de politieke (en economische) machtsverhoudingen. Kolonialisme; Welke landen waren de kolonisator? En welke landen werden gekoloniseerd? Kolonisatiegolven Eerst Azië Dan vanaf 1500 continent Amerika Pas vanaf 1800 Afrika Verschillende koloniën: Vestigingskolonie Exploitatiekolonie (leeghalen) Door oa kolonisatie zijn duidelijker cultuurgebieden ontstaan.

Centrum – periferie model 2 Door kolonialisme was er uitbuiting van de arme landen De rijke landen profiteerde hiervan. Deze verhouding van arme en rijke landen werd in de vorm van het Centrum-periferie model gegoten. (centrum = rijke landen), (periferie = arme landen) Periferie betekent letterlijk: Rand 80% van de handel word gedaan door 20% van de wereldbevolking

Welke landen zijn het centrum? Welke landen zijn de periferie?

Centrum-periferie model 3 Het centrum-periferie model is toepasbaar op mondiale schaal, maar je kunt ook verder inzoomen op een streek. Welke drie centrumregio’s zijn er in de wereld? VS Europa Japan [Zuid-Korea/China] Inzoomend op de VS, wat is dan het centrum van de VS? En de periferie? C= Regio New York P= Rest Inzoomend op Japan, wat is dan het centrum van Japan? C= Tokio P= Rest Schaalniveau speelt dus een hele belangrijke rol!!! Je hebt ook nog landen/regio’s die tussen de rijke en arme landen inzitten, deze noem je Semi-periferie

Centrum van Europa? Wat is het kerngebied (centrum) van Europa? Wat is dan automatisch de periferie? Wat is de Semi-periferie? Antw: Centrum Europa: ‘Blauwe banaan’ transitielanden (transitie= structurele verandering/ verschuiving) Dit zijn landen die vanuit de semi-periferie proberen tot het centrum toe te voegen.

Global shift Verandering in handelsstromen door globalisering. Global shift: Het verschuiven van het economische zwaartepunt van de Atlantic Rim to Pacific Rim (atlantische oceaan naar grote oceaan) Werd voorheen de meestal handel gedaan door de oostkust VS met Europa. Nu is dit Aziatische kust met de Westkust van Amerika. Door het proces van global shift is het Centrum-periferie model sterk aan het veranderen! Was voorheen Japan in Azië het machtigste land, steeds meer en meer lijkt China dit (beginnend) te worden. (staat nog wel in kinderschoenen).

Global shift – Verschuiving C en P Noord-zuid ??? Doen die mee?

Demografische transitie Zie ook fig 4,15 in je boek Wat zie je?

Demografische transitie (BB)

Oefenopdracht atlas Bepaal van de volgende landen in welke fase van het demografisch transitiemodel zich bevinden. India Angola Argentinië Nederland Antw: India Ang Arg NL Geboorte cijfer: 22 45 17 11 Sterftecijfer: 8 24 8 9 Fase: 3 2 3 4 (/5)

Paragraaf 4,2 Centrum – Periferie model 1 De wereld is continue aan verandering onderhevig, zo ook de politieke (en economische) machtsverhoudingen. Kolonialisme; Welke landen waren de kolonisator? En welke landen werden gekoloniseerd? Kolonisatiegolven Eerst Azië Dan vanaf 1500 continent Amerika Pas vanaf 1800 Afrika Verschillende koloniën: Vestigingskolonie Exploitatiekolonie (leeghalen) Door oa kolonisatie zijn duidelijker cultuurgebieden ontstaan.

Cultuurgebieden Een gebied dat wordt gekenmerkt door min of meer dezelfde cultuurelementen. De belangrijkste drie cultuurelementen zijn: taal, godsdienst en geschiedenis. Overgangsgebieden tussen cultuurgebieden vormen een bron van spanningen, dit is een voedingsbodem voor fundamentalisten (Clash of Civilizations, Huntington!)

Cultuurgebieden (diffusie) Tussen cultuurgebieden kan culturele diffusie plaatsvinden. Wat is dat diffusie? Denk aan diffuus licht  alle richtingen uit, culturele diffusie betekent dus culturele verspreiding. Culturele diffusie vindt sinds mensenheugenis plaats dmv handelaren, reizigers, overheersing etc.

Culturele diffusie 2 In 19e eeuw nam culturele diffusie intensief toe: Koloniale uitbereiding Wereldwijde zoektocht naar grondstoffen en afzetmarkten Sneller en goedkoper vervoer Tegenwoordig gaat diffusie sneller dan ooit dit komt door alle moderne communicatiesystemen. Daardoor veel internationale handel met als wereldtaal (= lingua franca) het Engels. Regio’s die ontzettend diffuus zijn (dus hebben ook veel mogelijkheden om zich te verplaatsen [mobiliteit] en krijgen zo de meeste kennis binnen) profiteren het meeste van nieuwe ideeën en technieken. Steden die mobiel zijn bv: New York – Londen – Tokyo etc. Het centrum is heel diffuus en wordt daarom ook wel de Fast World genoemd. De periferie daarentegen de Slow World (traditioneel)

Culturele diffusie 3 Door die culturele diffusie heeft de mens overal op de wereld wel contact met elkaar (oa. FACEBOOK). Dit contact wordt steeds intensiever. De wereld is aan het veranderen tot een netwerksamenleving (ons kent ons). In een netwerksamenleving nemen de relatieve afstanden snel af, dit noemen we tijd-ruimte compressie. Relatieve afstanden: Afstand in tijd, geld en moeite. Netwerksamenlevingen zijn sterker in de fast world dan de slow world. Waarom is dat ?

Tijd-ruimte compressie Het kleiner worden van de wereld

Tijd-ruimte compressie: Relatieve afstanden nemen af (of toe) door technologische ontwikkelingen

Verwestering en modernisering Na WO2 neemt invloed van de VS op de wereld toe (door oa Marshallplan en MacKinder theorie) Dit leidt tot cultuurverandering met een Amerikaans tintje, daarom noemt men het ook wel Amerikanisering. Veel kritiek op amerikanisering: Het is geen verbetering voor de samenleving  Mensen worden juist egoïstischer etc.  Is dat zo??

Verwestering en modernisering (2) Veel mensen vrezen door globalisering (lees amerikanisering) voor verlies aan regionale identiteit Ik voel me in NL  Brabander. (Afgebakend en veilig overzichtelijk gevoel en herkenning!) In Europa ben ik een Nederlander! In de VS kom ik uit Europa! Regio’s spelen een belangrijke rol in de identiteit van mensen (+ beeldvorming) Moderniseringen vinden in arme landen vaak maar gedeeltelijk plaats daarom spreekt men ook van Fragmentarische modernisering. Polarisatie (recht tegenover elkaar staand [zij tegen wij]) Maatschappelijke lagen Etnische achtergronden Geloof Taal

Voor nu: Nakijken Hst 3 Zelfstandig werken Hst 4 (p4.2 – 4.3) HW Wk 41 P4.2: Opdr 25 t/m 38 + P4.3: Opdr 39 t/m 47 HW Wk 43 P4.4: Opdr 48 t/m 59 (Hw controle: P4.1: Opdr 1 t/m 8 + 10 + 13 + 17 t/m 22)