Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland Politieke stromingen 2.1 De liberalen
1848-1879 Gedurende deze periode bestonden er nog geen politieke partijen Het land was verdeeld in kiesdistricten Met gemiddeld zo’n 1000 kiezers Kandidaten uit het district stelde zich verkiesbaar op eigen titel én de kiezers kende hen (vaak ook persoonlijk) Per district kon men één of meerdere Kamerleden kiezen Er waren wel politieke stromingen Tot 1870 de liberalen en conservatieven
Waar staan de liberalen voor? Politiek ‘ Overheid als nachtwaker’ Geen absolutisme Grondwet Parlement Economie Vrije markt; meer vrijheid voor ondernemers Algemeen: Rol van de overheid/staat is klein!!! Sociaal Vrijheid voor het individu staat voorop
Liberalen 1848 - 1900 De liberalen bepaalden de politiek. Censuskiesrecht zorgde ervoor dat zij de kiezers aan hun kant hadden Dat wil niet zeggen dat er geen politieke strijd is. Zo leverde de Sociale Kwestie genoeg stof tot ruzie/meningsverschillen op Conservatief liberalen (rechts): Overheid doet niks Progressief liberalen (links): Overheid heeft kleine taak (vb. Kinderwet van Van Houten; Ongevallenwet)
1700 1720 1740 1760 1780 1800 1820 1840 1860 1880 Sociale Kwestie Slechte woon- en werkomstandigheden komen eind 19e eeuw steeds meer op de voorgrond/ men krijgt er oog voor Wie zijn men? Sommige fabrieksdirecteuren/particulieren Ingegeven door christelijke, sociale en/of economische motieven Politici Ingegeven door christelijke, sociale en/of electorale motieven Ingegeven door angst voor de emancipatie der arbeidersklasse Nb: kerk en lokale overheden deden wel wat om het ergste leed te verzachten
Sociale Kwestie Wat moet er dan veranderen? 1700 1720 1740 1760 1780 1800 1820 1840 1860 1880 Sociale Kwestie Wat moet er dan veranderen? De idee dat de werking van een kapitalistisch systeem/economie uiteindelijk leidt tot welvaart voor allen wordt verlaten Particuliere initiatieven – hoe lovend ook – zette weinig zoden aan de dijk De overheid moet (langzamerhand; beetje voor beetje) ingrijpen in de woon- en werkomstandigheden van de arbeidende klasse
Liberalen en partijvorming - 1890 - 1901 Ideeën over hoe de maatschappij eruit moet zien en de rol van de overheid daarin verdeelde de liberalen De Liberale Unie trachtte alle liberalen te verenigen, maar de meer conservatie liberalen én de progressief liberalen (VDB, 1901) gingen hun eigen weg Gevolg Liberalen verliezen hun meerderheid in de Tweede Kamer