1. Inleiding Thema 3: Materiemodel materie verzameling van alle mogelijke stoffen
2. Aggregatietoestanden Vaste toestand Vloeibare toestand gasvorminge toestand
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 1. Spijker van vorm veranderen Waarneming De vorm verandert niet 2. In maatcilinder 50 ml water afmeten en overbrengen in erlenmeyer en maatbeker Verandert het volume bij het overgieten? neen Wat verandert er wel? De vorm die de vloeistof aanneemt verandert
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 3. Blaas een ballon op en knoop hem dicht. Druk hem samen. Wat stel je vast i.v.m. de vorm en de inhoud? De vorm en de inhoud van de ballon verandert (gas is samendrukbaar) cohesiekrachten = krachten tussen deeltjes van dezelfde soort hier zwakke krachten, deeltjes ver van elkaar samendrukken luchtdeeltje
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 4. In hoek van de klas een fles ether geopend. Wat merk je na enige tijd? Na een tijdje neem je de doordringende ethergeur gewaar. Verklaring De ether heeft zich verdeeld in kleinere deeltjes
sterkere cohesiekrachten dan bij gassen 2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 5. Vul een meetspuit met water. Opening afsluiten en probeer water samendrukken. Wat stel je vast? Water kan je moeilijk samendrukken samendrukken sterkere cohesiekrachten dan bij gassen
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 6. Trek een handvat van een fietspomp gedeeltelijk uit. Sluit met je ene hand het ventielgaatje af en probeer dan het handvat in te duwen. Wat stel je vast? Lucht kan je makkelijk samendrukken samendrukken Deeltjes dichter bij elkaar
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 7. Breng een kleine hoeveelheid kaliumpermanganaat in koud water en dan in warm water.. Wat stel je vast? Vlek met kaliumpermanganaat wordt vlugger groot in warm water dan in koud water Verklaring Het korreltje kaliumpermanganaat valt uiteen in kleinere deeltjes Kaliumpermanganaatdeeltjes botsen met de waterdeeltjes en zo worden ze tussen de watermoleculen verspreid = diffusie Verloopt sneller naarmate de temperatuur stijgt want er vinden meer botsingen plaats tussen de deeltjes
2. Aggregatietoestanden Experiment Probleemstelling Kenmerken aggregatietoestanden 8. Breng twee druppeltjes kwik op enkele mm van elkaar. Wat stel je vast? ze springen in elkaar Besluit Tussen de kwikdruppels een goede cohesie
2. Aggregatietoestanden Besluit Vaste stof Vloeistof gas Vorm Volume Samendrukbaar- heid vaste vorm geen vaste vorm geen vaste vorm vast volume vast volume geen vast volume niet samendrukbaar weinig of niet samendrukbaar gemakkelijk samendrukbaar
2. Aggregatietoestanden modelvoorstelling vaste stof vloeistof gas ruimte tussen deeltjes is te verwaarlozen Weinig ruimte tussen deeltjes grote ruimte tussen deeltjes niet samendrukbaar weinig samendrukbaar goed samendrukbaar sterke cohesiekrachten minder sterke cohesiekrachten in vergelijking met vaste stof zwakke cohesiekrachten
2. Aggregatietoestanden modelvoorstelling samendrukbaarheid deeltjes
2. Aggregatietoestanden