Prikkel Waarneming zintuig 1. Inleiding

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
OPTICA Deel 3: lichtbreking.
Advertisements

Bouw van het menselijke oog
LICHT - LENZEN Na deze les:
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Oogletsels In dit hoofdstuk komt aan de orde: Theorie over het oog Vuiltje in het oog Doordringende oogwond Lasogen Stomp oogletsel Bevroren ogen.
Periode 2: LICHT EN GELUID
3. Beeldvorming en oog 3.1 Het oog Thema 1: Zintuigen
Thema 6: Zintuigen.
3.3 Beeldvorming bij bolle lenzen
Prikkel Waarneming zintuig 1. Inleiding
v.b. Licht gaat van lucht naar water
Licht Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht
Werking van het oog.
Lichtreceptoren Bouw van het oog.
Gedeeltelijke terugkaatsing
Licht.
Evenwijdige lichtbundel
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Bouw van het menselijke oog
Deel 1: Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?
Deel 1: Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?
Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s
Kleuren van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde.
Lichtreceptoren Bouw van het oog.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
4 Terugkaatsing en spiegels
3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en kleurenblindheid
3. Beeldvorming en oog 3.1 Het oog Thema 1: Zintuigen
Optica Spiegels Breking Lenzen Biofysica het oog oudziend verziend
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
Muisklik buiten speaker en meteen op speaker
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
Terugkaatsing en breking
Basisstof 6: De werking van de ogen
De lens: Bekijk het vooral positief
Kleuren, lenzen en breking
5.3 Schaduw en spiegelbeeld Marianne & Janine H2C
Schaduw en Spiegelbeeld
Licht Aantekeningen.
Licht (onderbouw) 1. Schaduw 2. Kleuren 3. De vlakke spiegel
2. Licht en zien pg. 13.
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
3. Beeldvorming en oog pg. 28.
Zintuigen.
Door : Lotte Steffi yade
Zintuigen.
OPTICA.
OPTICA Deel 2 -lichtbreking.
Deel 3: lichtbreking 1. Cursus pag  A: Neem een doorschijnend glas met en zonder water en doe er een potlood in  B: Leg een dikke glasplaat op.
Thema 7: Zintuiglijke waarneming
Hoofdstuk 6 ‘Licht’ Paragraaf 6.1 antwoorden.
Thema 6 Regeling en waarneming Bouw en werking van het oog
Coenecoop College 3VG Licht1 Licht Natuurkunde H3 Voeg hier uw bedrijfs- logo in.
Paragraaf Zoek de definitie van de onderstaande begrippen: 1. Pupil: 2. Netvlies (retina): 3. Oogbol: 4. Gele vlek (macula): 5. Oogspieren: 6.
Hoofdstuk 4 Paragraaf 2: Zien en horen. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 2  Maken paragraaf 1 en 2.
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Schaduw Licht Schaduw Licht Divergerende lichtbundel:
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
Groepje: Samy, Ishan, Arik en Harsimran
Waarnemen Zintuig Prikkel Ogen Oren Neus Tong Huid Licht Geluid Geur
3.2 Zien 1ste klas.
H8 Licht Nova Licht en kleur.
Thema 7: Zintuigelijke Waarneming
K1 Optica Lichtbeelden Begripsontwikkeling Conceptversie.
Het oog.
Transcript van de presentatie:

Prikkel Waarneming zintuig 1. Inleiding Thema 1: Zintuigen 1. Inleiding 1.1 Prikkel, reactie en zintuig 1.1.1 Wat zijn prikkels? Experiment leerling blinddoeken verschillende veranderingen aangeboden Waarneming: Prikkel Waarneming zintuig Flits van zaklamp Tik op het bord Speldenprik in arm Stukje chocolade op tong gezichtszintuig Na sterkte via verdringingsreeks oefeningen invoegen zoals vorige hoofdstuk. Nieuw concept daarbij : extra vragen rond voorgaande theorie (rechtstreeks daarbij) stellen. Bv. Waarom kleurt bij slide 1 van filmslide bij deze ppt de oplossing paars (via schrijven van reacties = OH- = fenolft. : oef. Beter verder na interpretatie koppels. Ander bv. K, Li, Na sterkte verklaren uit tabel (P.S.E.), vanuit vroegere leerstof. Ook vraagje rond eigenschappen van metalen duidend naar feit dat Mg zwakkere reductor is dan bv. K, … : zie wij en chemie, Vraagje bij slide 3 naar sterkte van zuren en basen (vergelijking) Vraagje bij slide 5 « bijvoorbeeld » in tekst : andere manieren om te weten te komen wat de geconj; oxidatoren zijn ! Misschien niet als oefening maar als denkvraag betreffende het begrijpen van de theorie ! gehoorzintuig tastzintuig smaakzintuig

1.1.1 Wat zijn prikkels? je hoort andere lln je voelt je horloge Welke prikkels werken op je wanneer je je ogen dicht doet? je kan iets ruiken je hoort andere lln je voelt je horloge je hebt dorst, honger je hebt tandpijn … Welke prikkels werken NIET op je wanneer je je ogen dicht doet? Je ziet niet wat andere lln doen

Je ruikt minder fris na het sporten 1.1.1 Wat zijn prikkels? Voorbeelden reacties Welk is de prikkel? Een hond blaft Een kind huilt Een konijn doet zijn staart omhoog kippenvel Je gebruikt deoderant de postbode die nadert pijn na een val het zien van een vijand krassen op het bord Je ruikt minder fris na het sporten Een prikkel is een verandering in de omgeving of je lichaam die voldoende sterk is om tot een reactie te leiden

Voorbeeld van prikkel zintuig 1.1.2 Wat zijn zintuigen? Een zintuig is een orgaan dat prikkels kan ontvangen = receptor = sensor 1 2 3 4 5 Voorbeeld van prikkel zintuig 1 2 4 5 6 Lekker ijsje smaakzintuig Mooi liedje gehoorzintuig brailleschrift tastzintuig Lekker parfum reukzintuig Mooie film gezichtszintuig

Voorbeelden prikkels Welk is de reactie? 1.1.3 Wat zijn reacties? Je ziet een lekkere taart Je hoort een akelig geluid Je schilt een ui De telefoon rinkelt Je moet plots remmen voor een kat je smaakpapillen beginnen te werken je krijgt kippenvel je ogen beginnen te tranen je springt uit de zetel en neemt de hoorn af je gaat overkop reacties spierwerking klierwerking

Voorbeeld Prikkel Zintuig reactie Opdracht Je proeft een lepeltje honing Je stapt een sauna binnen Je loopt langs een viswinkel Je trapt in een scherpe spijker Je neemt een blokje ijs vast De leerkracht krast met zijn vingernagel op het bord De lichten springen op rood De wind blaast door je haren Je neemt nog een lepeltje Zoete smaak smaak Je begint te zweten Hoge temp. warmte Je loopt vlug verder visgeur reuk Je trekt je voet terug pijnscheut pijn Je laat het blokje vallen Koude temp. Koude Je krijgt kippenvel Scherp geluid gehoor lichtprikkel gezichts Je remt Je kapsel vervormt Je duwt je haren terug gevoels

2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2. Licht en zien 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen worden zichtbaar als er licht op invalt

2.1.1 Donkere lichamen Experiment Welke soorten donkere lichamen zijn er? Waarnemingen Mat glas: licht wordt gedeeltelijk doorgelaten metaal: licht wordt geabsorbeerd spiegel: licht wordt weerkaatst Besluit Doorzichtige lichamen Doorschijnende lichamen ondoorschijnende lichamen Laten al het licht door Laten deel van het licht door Laten geen licht door helder glas water blokje ijs plexiglas houten plaat metalen plaat spiegel mat glas dun papier perkament

2.1.2 Lichtbronnen = bronnen die zelf licht uitzenden Welke verschillende lichtbronnen zijn er? Opdracht kunstmatig natuurlijk kunstmatig natuurlijk Besluit Natuurlijke lichtbronnen kunstmatige lichtbronnen zenden uit zichzelf licht uit zenden licht uit door tussenkomst van mensen zon ster komeet lamp lantaarn

2.2 Rechtlijnige voortplanting van het licht Experiment Onder welke voorwaarden kan je een kaarsvlam door een soepele slang zien? Waarnemingen De kaars is enkel te zien als de darm volledig gestrekt is en oog – darm – kaars op één rechte liggen Besluit Licht plant zich rechtlijnig voort in een homogene middenstof

2.3 Soorten lichtbundels = verzameling van lichtstralen Experiment Hoe kunnen lichtbundels zich gedragen? 1. Licht zaklamp op muur schijnen Waarneming De stralen lopen vanuit 1 punt 2. Met vergrootglas licht van retroprojector projecteren Waarneming De stralen lopen naar elkaar toe om elkaar in 1 punt te snijden

2.3 Soorten lichtbundels 3. Hoe lopen de stralen van een laser? Waarneming De stralen lopen evenwijdig met elkaar Besluit Divergerende lichtbundels convergerende lichtbundels evenwijdige lichtbundels Stralen lopen uit elkaar Stralen komen naar elkaar toe Stralen lopen evenwijdig

2.4 Schaduwvorming 2.4.1 Wat is schaduw? Experiment Hoe ontstaat een schaduw? Waarneming Op het scherm ontstaat een schaduwbeeld. Op de plaats waar geen licht invalt hebben we een schaduwfiguur. Besluit Schaduw ontstaat wanneer er licht invalt op een ondoorschijnend lichaam. Achter het lichaam onstaat een schaduw Schaduw is een gevolg van rechtlijnige voortplanting van licht

2.4 Schaduwvorming 2.4.2 Welke soorten schaduw zijn er? Experiment Hoe kunnen we verschillende soorten schaduw bekomen? scherm Puntvormige lichtbron licht Puntvormige lichtbron voorwerp Scherpe schaduw licht

2.4.2 Welke soorten schaduw zijn er? scherm Niet - Puntvormige lichtbron licht Niet – puntvormige lichtbron bijschaduw kernschaduw bijschaduw voorwerp licht Onscherpe schaduw Schaduwvlek met grijze rand

2.4.1 Wat is schaduw? Verklaring 1. Kernschaduw Divergerende lichtbundel kernschaduw Hier komt geen licht Niet – puntvormige lichtbron 2. Bijschaduw Hier komt deel van het licht bijschaduw kernschaduw bijschaduw Niet – puntvormige lichtbron

2.5 Wat is gerichte en diffuse terugkaatsing? Experiment Wat gebeurt er met het licht als het invalt op een spiegel en op Al-folie dat we eerst open geduwd hebben? Effen oppervlak oneffen oppervlak gerichte weerkaatsing diffuse weerkaatsing vlakke spiegel metaaloppervlak glasplaat verkreukeld aluminiumfolie

2.5 Lichtbreking 2.5.1 Wat is lichtbreking? Experiment Wat is lichtbreking nu eigenlijk? We leggen een glasplaat op tuk tekst. Als we hillende hoeken kijken, merken w kst schijnbaar na komen en horizon hoven is. Dit kan lijken met de twe situatie in voorgaande proef. we zien de tekst niet op de juiste plaats. Soms zien we de tekst ook groter Door het prisma zien we de rietjes gebroken Besluit Breking ontstaat als licht overgaat van de ene middenstof naar de andere Licht gaat niet altijd rechtdoor.

2.5.1 Wat is lichtbreking? Enkele belangrijke begrippen n normaal Invallende lichtstraal i invalshoek I lucht grensvlak glas brekingshoek R r gebroken lichtstraal

2.5.2 Welke wetten gelden er bij breking? A Hoe liggen de invallende straal, de normaal en de gebroken straal t.o.v. elkaar? Experiment Hoe liggen de invallende straal, de normaal en de gebroken straal t.o.v. elkaar? n i I R r De invallende straal, de normaal en de gebroken straal liggen in één vlak

I (°) R (°) 2.5.2 Welke wetten gelden er bij breking? B Geldt bij lichtbreking het omkeerbaarheidsprincipe? Experiment Geldt hier het omkeerbaarheidsprincipe? Lucht  glazen cilinder I (°) R (°) 0 ° 10 ° 30 ° 50 ° 70 ° De invallende straal breekt naar de normaal toe bij overgang van ijl  dicht I > R

I (°) R (°) < 2.5.2 Welke wetten gelden er bij breking? B Geldt bij lichtbreking het omkeerbaarheidsprincipe? Experiment Geldt hier het omkeerbaarheidsprincipe? Glazen cilinder  lucht I (°) R (°) 0 ° 10 ° 30 ° 50 ° 70 ° De invallende straal breekt van de normaal weg bij overgang van dicht  ijl < I R

2.6.3 Wat is totale terugkaatsing? Experiment Nagaan hoe totale terugkaatsing ontstaat? Wat merk je? Bij een bepaalde invalshoek, is er geen breking maar terugkaatsing I R Waarneming 1) Invalshoek niet te groot dan treedt er breking op 2) Is brekingshoek = 90 ° dan noemen we invalshoek de grenshoek 3) Invalshoek te groot dan treedt er totale terugkaatsing op

2.6.3 Wat is totale terugkaatsing? Wanneer is er totale terugkaatsing? Als bij de overgang van de ene middenstof naar de andere middenstof geen breking tot gevolg heeft. Alle lichtstralen worden teruggekaatst Wat is de grenshoek? = de invalshoek in een optisch dichtere middenstof waarbij de brekingshoek = 90 °

2.6.3 Toepassingen A Staat de zon wel waar wij denken dat ze staat? Schijnbare zon Eigenlijke zon

2.6.3 Toepassingen B Schijnbare beweging van een voorwerp in het water  V  Hoe komt het dat we een vis hoger zien dan waar hij werkelijk zit? We zien het voorwerp altijd in het verlengde van de straal die invalt op het netvlies Schijnbare verhoging van de vis

Camera obscura

3. Beeldvorming en oog 3.1 Het oog 3.1.1 Beschermende delen 1 2 1. Wenkbrauwen 2. traanklier 3 3. wimpers 4 5 4. bovenste ooglid 6 5. bovenste traankanaaltje 7 6. traanheuvel 8 7. onderste traankanaaltje 9 8. onderste ooglid 10 9. traanbuis 10. neuholte

Naam Beschrijving functie Wimpers Wenkbrauwen Ooglid Traanklier 3.1 Het oog 3.1.1 Beschermende delen Naam Beschrijving functie Wimpers Wenkbrauwen Ooglid Traanklier Traanvocht traanbuis Licht temperen, stofdeeltjes opvangen Haartjes op ooglid Zweet, vocht zijwaarts afvoeren Rij haartjes boven oog Oogbol afsluiten en beschermen Traanvocht verspreiden Dunne huidplooi Klier achter bovenste ooglid Traanvocht afscheiden Vochtig houden oogbol Ontsmetten oogbol Kleurloze vloeistof Buisje tussen traankanaaltje en neusholte Traanvocht naar neusholte afvoeren

3.1 Het oog 3.1.1 Beschermende delen Experiment Nagaan wat er bij verschillende lichtsterkten met de pupilopening gebeurt. Waarneming De pupil is eerst groot. Als er plots veel licht invalt wordt de opening kleiner. Dit gebeurt vanzelf en in beide ogen tegelijk. Besluit Door de pupilreflex wordt de hoeveelheid licht dat in het oog valt geregeld. De pupilopening wordt vanzelf aangepast

3.1 Het oog 3.1.1 Beschermende delen Opdracht Schrijf onder elke foto de juiste pupilopening en lichtsterkte pupilopening klein pupilopening groot lichtsterkte groot / veel licht lichtsterkte zwak / weinig licht

3.1 Het oog 3.1.2 Inwendige bouw 7. Voorste oogkamer 8. lensbandjes 9. straallichaam 10 10. glasachtig lichaam 2 11 3 11. Harde oogrok 12 4 13 5 12. vaatvlies 14 6 13. gele vlek 7 8 15 14. netvlies 9 16 15. oogzenuw 16 blinde vlek 1. oogspier 4. iris 2. lensbandjes 5. pupil 3. Achterste oogkamer 6. ooglens

Lenzen en spiegels