Eenheid 4 Les 10
De stam Een groep mensen die bij elkaar wonen en dezelfde taal spreken.
Voorzien van Zorgen dat ze eten krijgen.
De knol, de knollen Een dikke wortel van een plant.
De wigwam Een indianentent.
De berkenbast De schors, het buitenste van de stam van een berkenboom.
Weven Draden door elkaar vlechten.
Voornaam Deftig en belangrijk.
Vastbesloten Vast van plan om te gaan doen wat je wilt doen.
Spoedig Gauw
De krijger Iemand die vecht, meestal met eenvoudige wapens.
De daad Iets wat je doet.
De varen Een soort plant.
De weduwnaar De man van wie de vrouw gestorven is.