Isomerie Identiek ! ©BEN.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

2 Materie in 3 toestanden: vaste stof, vloeistof en gas
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Soorten bindingen Verschillende atomen trekken met een verschillende kracht aan de elektronen van de bindingen. Dit verschijnsel wordt electronegativiteit.
VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie
Isomerie Dag van het Chemie-onderwijs
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Carbonzuren Copyright © 2007 by Pearson Education, Inc.
Stoffen en stofeigenschappen
Het begrip isomerie in organische chemie
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.



3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Polariteit scheikundeblok.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Stoffen, moleculen en atomen
Alkanen en alkenen Koolstofchemie Klas 4.
Rekenen met atomen De mol.
De algemene molecuulformule van een alkaan is:
Stoffen en stofeigenschappen
1. Moleculen Thema 4: Verfijning materiemodel: atomen en moleculen
Elektriciteit 1 Basisteksten
Les 9 Gelijkstroomschakelingen
koolhydraten: voorbeelden van koolhydraten
Meestal werken er op een hefboom meerdere krachten V.B.
V5 Chemische evenwicht H11.
Isomerie overzicht.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Opstellen reactievergelijkingen
4.5 Samenstelling van mengsels
Soorten bindingen Verschillende atomen trekken met een verschillende kracht aan de elektronen van de bindingen. Dit verschijnsel wordt electronegativiteit.
Auteur: Hans Op het Roodt – naSK2 - docent
STOFFEN – HET MOLECUULMODEL
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Ruimtelijke structuur
Berekeningen aan zuren en basen
Reactiemechanismen.
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Chemie van water Mevrouw Baeten.
De chemische concentratie
Scheikunde 4 W&L.
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Stereo chemie.
Chemisch rekenen voor oplossingen
Biochemie 2 Koolhydraten
Verdunningen berekenen
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Koolwaterstoffen Alkanen Algemene formule CnH2n+2 Methaan CH4
Koolwaterstoffen Alkenen Algemene formule CnH2n
INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE.
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Week 1 Hoofdstuk 7.2.
Cis trans isomerie Spiegelbeeld isomerie
Week 2 Hoofdstuk 7.2.
Verkenning van een lastig thema
Ruimtelijke structuur
LICHT - spiegelbeeld Het spiegelbeeld.
Cis trans isomerie Spiegelbeeld isomerie
Ruimtelijke structuur
Transcript van de presentatie:

Isomerie Identiek ! ©BEN

Identiek? 2-hydroxypropaanzuur D-2-hydroxypropaanzuur L-2-hydroxypropaanzuur

Overzicht

Nieuw in 5V Overzicht

Isomeren Algemeen Definitie Isomeren zijn moleculen met dezelfde molecuulformule (brutoformule) maar een andere bouw. C2H6O

Constitutie-isomeren Definitie Constitutie-isomeren zijn isomeren met een andere atoomvolgorde in de moleculen

Stereo-isomeren Definitie Definitie Constitutie-isomeren zijn isomeren met een andere atoomvolgorde in de moleculen Definitie Stereo-isomeren zijn isomeren met een dezelfde atoomvolgorde in de moleculen, maar ruimtelijk anders georiënteerd.

Constitutie-isomeren Soorten Type A: Verschillend koolstofskelet

Constitutie-isomeren Soorten Type B: Verschillende karakteristieke groepen

Constitutie-isomeren Soorten & Opgaven Type C: Verschillende plaatsnummer van de karakteristieke groep Maak nu opgaven 1,2 & 3

Stereo-isomeren Soorten

Conformeren Definitie Conformeren zijn dezelfde moleculen in een andere lichaamshouding Conformeren zijn eigenlijk geen isomeren. Conformeren gaan in elkaar over door draaiing over een enkele binding

Conformeren Voorbeelden Butaan (C4H10) Geschrankt & geëclipseerd

Conformeren Voorbeelden Cyclohexaan (C6H12) Stoel & boot

Configuratie-isomeren Definitie: Bij configuratie-isomeren zijn verschillen niet op te heffen door draaiing rond enkelvoudige bindingen Drie soorten: Cis-trans isomeren Enantiomeren Diastereo-isomeren

Cis-trans-isomeren Kenmerken: Cis-trans isomeren hebben een starre binding C=C Ring Aan elk atoom van de starre binding zitten twee verschillende atoomgroepen.

Cis-trans-isomeren Opgaven Maak opgave 5 & 6 Ga van onderstaande stoffen na of er sprake is van cis/trans-isomerie 3-hexeen 3-ethyl-3-hepteen 1-chloor-3-methylcyclobutaan.

Cis-trans-isomeren Naamgeving (substituenten = 2) Trans-naam de substituenten zitten tegenover elkaar Cis-naam de substituenten zitten aan dezelfde kant Maak opgave 7

Cis-trans-isomeren Naamgeving (substituenten > 2) Regel 1: Neem de twee koolstofatomen van de dubbele binding centraal. Kijk naar de groepen of atomen die gebonden zijn aan het linker koolstofatoom van de dubbele binding. Stel de prioriteit van ieder atoom vast, waarbij het atoom met het hoogste atoomnummer de hoogste prioriteit krijgt. Kijk naar de groepen of atomen die gebonden zijn aan het rechter koolstofatoom van de dubbele binding.

Cis-trans-isomeren Naamgeving (substituenten > 2) Voorbeeld (Regel 1): cis-2-chloor-2-buteen

Cis-trans-isomeren Naamgeving (substituenten > 2) Regel 2: Als regel 1 geen uitsluitsel biedt. Er wordt nu gekeken naar de prioriteit van de daaraan gebonden atomen. Ook daarvoor geldt dat het hoogste atoomnummer een hogere prioriteit geeft. Voorbeeld: trans-3-methyl-2-penteen

Cis-trans-isomeren Naamgeving (substituenten > 2) Regel 3: Dubbelgebonden koolstofatomen tellen voor twee bindingen met koolstof. Een ethenyl-groep heeft dus een hogere prioriteit dan een ethylgroep. Voorbeeld: cis-3-ethyl-1,3-pentadieen Maak opgave 8

Cis-trans-isomeren Naamgeving (C=C-bindingen > 1) 2,4-hexadieen: Tussen C2 en C3 bevindt zich een dubbele binding. Deze dubbele binding maakt cis/trans-isomerie mogelijk. Tussen C4 en C5 bevindt zich een dubbele binding. Voorbeeld: (2-trans,4-cis)-2,4-hexadieen Maak opgaven 9 & 10

Enantiomeren Definitie Enantiomeren zijn moleculen die elkaars spiegelbeeld zijn maar die niet met elkaar tot dekking gebracht kunnen worden. Enantiomeren worden daarom ook wel spiegelbeeld-isomeren genoemd.

Enantiomeren Kenmerken Spiegelbeeld-isomeren hebben geen symmetrievlak (inwendig spiegelvlak) Spiegelbeeld-isomeren hebben wel een asymmetrisch centrum Wél symmetrievlak Geen asymmetrisch centrum Identieke moleculen Géén symmetrievlak Wel asymmetrisch centrum Enantiomeer (spiegelbeeld isomeer)

Enantiomeren Het asymmetrisch C-atoom Kenmerken Het asymmetrische centrum is tetraëdisch (AX4 of AX3E). Het asymmetrische centrum heeft vier verschillende atoomgroepen gebonden.

Enantiomeren Het asymmetrisch C-atoom zoeken Werkwijze Bekijk alleen atomen met een tetraëdische omringing. Teken of draai een molecuul zo dat je alle groepen, die aan het te onderzoeken koolstofatoom verbonden zijn, duidelijk kunt zien. Bepaal in gedachte, of door cirkels te zetten, welke groepen er aan het te onderzoeken koolstofatoom gebonden zijn: groep 1: -COOH (carbonzuur) groep 2: -H (waterstofatoom) groep 3: -Cl (chlooratoom) groep 4: -H (waterstofatoom) Zijn de vier gebonden groepen vier verschillende groepen dan is het onderzochte koolstofatoom een asymmetrisch koolstofatoom. In dit voorbeeld is het betreffende koolstofatoom dus geen asymmetrisch atoom.

Enantiomeren Opgaven & modellenpracticum Doen ! Maak opgaven 11 t/m 14 Voer experiment 9.1 (deel 1 t/m 5) uit § 9.3 uit en maak het bijbehorende meetrapport in je Werkboek. Internetopdracht ‘Molecuulbouwer’: Het asymmetrisch koolstofatoom Internetopdracht ‘Molecuulbouwer’: Enantiomeren Internetopdracht ‘Molecuulbouwer’: Constitutie-isomeren & Enantiomeren

Enantiomeren Meerdere asymmetrische centra Eén asymmetrisch centrum Het molecuul heeft een enantiomeer (spiegelbeeldisomeer) Voorbeeld: 2-broombutaan

Enantiomeren (?) Meerdere asymmetrische centra Twee asymmetrische centra Het molecuul kán toch symmetrisch zijn Het molecuul heeft dus geen enantiomeren Het molecuul heeft een intern spiegelvlak Voorbeeld: 2,3-dibroombutaan meso-2,3-dibroombutaan

Enantiomeren (!) Meerdere asymmetrische centra Twee asymmetrische centra Het molecuul kán ook asymmetrisch zijn Het molecuul heeft dus wel enantiomeren Het molecuul heeft dus geen intern spiegelvlak Voorbeeld: 2-amino-3-hydroxybutaanzuur

Diastereo-isomeren & Enantiomeren Twee asymmetrische centra Er zijn twee paren enantiomeren Twee paren spiegelbeeld isomeren Er zijn twee paren dia-stereoisomeren Twee paren niet-spiegelbeeld isomeren Voorbeeld: 2-amino-3-hydroxybutaanzuur

Diastereo-isomeren & Enantiomeren 2-amino-3-hydroxybutaanzuur diastereo-isomeren enantiomeren enantiomeren

Enantiomeren & Diastereo-isomeren Opgaven & modellenpracticum Doen ! Maak opgaven 15 & 16 Voer experiment 9.1 (deel 6 t/m 8) uit § 9.3 uit en maak het bijbehorende meetrapport in je Werkboek. Internetopdracht ‘Molecuulbouwer’: Constitutie-isomeren, Enantiomeren & Diastereo-isomeren

Optische activiteit Een stofeigenschap waarin spiegelbeeld-isomeren van elkaar verschillen.

Optische activiteit Spiegelbeeldisomeren zijn optisch actief Vragen zij kunnen het polarisatievlak van gepolariseerd licht draaien onder een hoek  Waarin verschillen deze ? Vragen Wat is ‘gepolariseerd licht’? Wat is ‘het polarisatievlak’? Wat is ‘draaien onder een hoek ’?

Optische activiteit De polarimeter (1) Spiegelbeeldisomeren zijn optisch actief zij kunnen het polarisatievlak van gepolariseerd licht draaien onder een hoek  gepolariseerd licht Draaiingshoek  lamp meetcel met optisch actieve stof analysator polarisator

Optische activiteit De polarimeter (2) De polarimeter in vereenvoudigde vorm: De polarisator maakt gepolariseerd licht. De oplossing met optisch actieve stof draait het polarisatievlak  º Met de analysator wordt de waarde  gemeten

Optische activiteit Factoren die de waarde  bepalen De mate waarin het polarisatievlak gedraaid wordt, wordt de draaiingshoek  genoemd. De draaiingshoek  wordt bepaald door: de soort optisch actieve stof (0); voor suiker bedraagt deze 66,5 º de concentratie (c) in g/mL waarin de optisch actieve stof aanwezig is de afstand (l) in dm die het licht aflegt in de oplossing van de optisch actieve stof In formule:  = 0 . c . l

Naamgeving Linksdraaiend & rechtsdraaiend Naamgeving op basis van gedrag in de polarimeter: Indien het gepolariseerde licht naar rechts (met de klok mee) wordt gedraaid: rechtsdraaiend teken: (-) voorbeeld: (-)-1-chloor-1-ethanol Indien het gepolariseerde licht naar links (tegen de klok in) wordt gedraaid: linksdraaiend teken: (+) voorbeeld: (+)-1-chloor-1-ethanol

Naamgeving D & L-methode (1) Naamgeving op basis van de structuur van de moleculen: gebaseerd op afspraken de oriëntatie van de atoomgroepen rond het asymmetrisch centrum is bepalend Voorbeeld: 2-hydroxypropaanzuur (melkzuur)

Naamgeving D & L-methode (2) 2-hydroxypropaanzuur (melkzuur) Melkzuur bevat aan het asymmetrische centrum de volgende substituenten: H-atoom massa: 1,0 u CH3-atoomgroep massa: 15,0 u OH- atoomgroep massa: 17,0 u COOH-atoomgroep massa: 45,0 u Houd de lichtste substituent ‘in de hand’ Kijk langs de as van het asymmetrisch centrum en deze lichtste substituent Rangschik de andere substituenten naar toenemende massa: Linksom geöriënteerd: L-configuratie L-2-hydroxypropaanzuur Rechtsom geöriënteerd: D-configuratie D-2-hydroxypropaanzuur Maak opgave 17

Optische activiteit Racemisch mengsel 50 % 50 % Voorbeeld Bij bereiding van 2-broompropaanzuur uit propaanzuur ontstaat een molecuul met één asymmetrisch koolstofatoom. Het onstane 2-broompropaanzuur vertoont in de polarimeter echter geen draaiingshoek. 2-Broompropaanzuur blijkt na onderzoek een fifty-fifty mengsel te zijn van (-) en (+) draaiend enantiomeer. Zo'n mengsel van precies 50% van beide enantiomeren noemen we een racemisch mengsel (racemaat).

Optische activiteit Opgaven & modellenpracticum Doen ! Maak opgaven 18 & 19 Voer experiment ‘leermoment 8’ uit Internetopdracht ‘Zoetstoffen’ : Bekijk de site over aspartaam als herhalingsopdracht

Polarimetrie Een meetmethode die gebruik maakt van de optische activiteit van stoffen.

Gehaltebepalingen van optisch actieve stoffen. De meetmethode die gebruik maakt van de optische activiteit van stoffen wordt ‘polarimetrie’ genoemd. Meet de draaiiingshoek van een oplossing met een optisch actieve stof. Vergelijk deze met de draaiingshoeken van een ijkserie. Voorbeeld: Het suikergehalte van 7-Up

Het suikergehalte De ijkserie (1) Meetcel met 0 gram suiker per liter De meetcel met gedestilleerd water wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt op 0 º ingesteld. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (2) Meetcel met 50 gram suiker per liter De meetcel met 50 gram suiker per liter wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 5,2 º. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (3) Meetcel met 100 gram suiker per liter De meetcel met 100 gram suiker per liter wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 10,2 º. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (4) Meetcel met 150 gram suiker per liter De meetcel met 150 gram suiker per liter wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 14,7 º. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (5) Meetcel met 200 gram suiker per liter De meetcel met 200 gram suiker per liter wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 21,1 º. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (6) Meetcel met 250 gram suiker per liter De meetcel met 250 gram suiker per liter wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 25,4 º. De meetwaarde wordt genoteerd in de tabel en in het diagram.

Het suikergehalte De ijkserie (7) Er wordt een rechte lijn ‘langs’ de meetpunten getrokken. De meetpunten moeten zo dicht mogelijk bij de lijn liggen.

Het suikergehalte 7-Up Meetcel met 7-Up De meetcel met 7-Up wordt in de lichtweg geplaatst. De draaiingshoek wordt gemeten. Deze bedraagt: 11,8 º. Deze waarde wordt in de tabel genoteerd. De ijklijn wordt gebruikt om het suikergehalte af te lezen. Deze bedraagt 116 g/L.

Einde