Title Fysische grootheden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Afronden bij natuurkunde
Advertisements

Natuurkunde H4: M.Prickaerts
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Meten met Maten.
Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Snelheid.
Meten Grootheden kun je meten in eenheden. Tijd seconde Luchtdruk bar
Een manier om problemen aan te pakken
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
Thema 5: Materie 3 Massa en volume p110-p121.
Experimenteel onderzoek
Tabellen Metingen schrijf je meestal op in een tabel
Welkom in klas 4V Docent: R. Majewski
Rechtevenredig.
3.1 Zwaartekracht, massa en gewicht
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
Regels voor het vermenigvuldigen
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Title Eendimensionale bewegingen
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Schema massa GROOTHEID Massa Het aantal deeltjes in een stof bepaald
Meetonzekerheden In de natuurkunde moet je vaak een grootheid meten
Omrekenen eenheden Volume
Omrekenen eenheden oppervlakte
Omrekenen eenheden massa
Omrekenen eenheden lengte
Grootheid, meetwaarde, eenheid
H1 Experimenteel onderzoek
Experimenteel onderzoek
In deze PowerPoint bespreken we §1.3 grootheden eenheden apparatuur
Rekenen Hoofdstuk 9.
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Hoe kan je lengtematen, inhoudsmaten en gewichten herleiden?
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Regels voor het vermenigvuldigen
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
6 Vaardigheden 6.1 Rekenvaardigheden Rekenen in verhouding
Intermezzo: Werken met meetresultaten
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Presentatie titel Kennisbasis Rekenen
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Inhoud berekenen.
Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1: Beweging in beeld.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Grootheden en Eenheden
Lengte, oppervlakte en inhoud
Omrekenen eenheden massa
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Welke diagrammen er zijn
Wetenschappelijk en significantie
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
2 vmbo-t/havo Samenvatting Hoofdstuk 1 (vmbo-T)
Kan je zelf een geschikte schaalverdeling maken
Omrekenen eenheden Volume
Metriek stelsel Metriek stelsel Metriek stelsel © André Snijers.
Kommagetallen vermenigvuldigen en delen
G13 2 Recht en omgekeerd evenredige grootheden M A R T X I
Transcript van de presentatie:

Title Fysische grootheden Fysica Fysische grootheden “Wanneer je dingen waarover je spreekt kunt meten en vastleggen in getallen, dan weet je effectief iets over. Wanneer je dat niet kunt is je kennis maar magertjes en onbevredigend.” (Lord Kelvin, 1824-1907) FirstName LastName – Activity / Group

Hoe omzetten? Voorbeeld: 10,12 kg = ………… g Getal laten staan  Risco meetnauwkeurigheid vermenigvuldigen met de correcte factor  Tabel Een 1 bij de kg in de tabel Aanvullen met nullen tot aan g Aantal nullen = De exponent Aanvullen naar rechts = exponent positief Aanvullen naar links = exponent negatief kg hg dag g dg cg mg Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening Omzetten: Massa kg hg dag g dg cg mg μg 145 dag = ………… hg 0,127 cg = ………… kg 45 . 102 dg = ………… hg 136 . 10-6 kg = ………… dg Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening Omzetten: Lengte Mm km hm dam m dm cm mm μm 456 dm = ………… km 876,00 dam = ………… mm 45, 06 . 10 cm = ………… dm 61 μm = ………… hm Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening Omzetten: Oppervlakte Mm2 km2 hm2 (ha) dam2 (are) M2 dm2 cm2 mm2 μm2 78,630 mm2 = ………… Mm2 645,0 .1022 dam2 = ………… mm2 45 are = ………… m2 36 . 108 ha = ………… cm2 Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening Omzetten: Volume Mm3 km3 hm3 dam3 m3 dm3 cm3 mm3 μm3 56,0 . 103 dam3 = ………… m3 33,30 .10-8 cm3 = ………… km3 0,008 km3 = ………… μm3 89,0 . 102 dam3 = ………… m3 Sint-Paulusinstituut 2005

SI-stelsel Grootheid Eenheid Lengte (l) Meter (m) Massa (m) Kilogram (kg) Tijd (t) Seconde (s) Temperatuur (T) Kelvin (K) Elektrische stroom (I) Ampère (A) Hoeveelheid stof (n) Mol (mol) Lichtstekte (I) Candela (cd) Sint-Paulusinstituut 2005

Oef: Zet om naar SI-eenheid van volume 45,0 cl = ………… 2,50 ml = ………… 78 l = ………… 56 dl = ……….. Sint-Paulusinstituut 2005

Dubbele omzettingen Voorbeeld: Zet 45 om naar het SI-stelsel. De SI-eenheid van massa is kg De SI-eenheid van volume is m3 Horizontale breuklijn (NIET kg/m3) Schrijf het getal over Omzetting boven de breuklijn Omzetting onder de breuklijn Uitwerken Sint-Paulusinstituut 2005

Uitwerking voorbeeld dubbele omzetting Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening dubbele omzettingen Zet om naar SI-stelsel Sint-Paulusinstituut 2005

Dubbele omzettingen Voorbeeld 2: Zet 45 om naar het SI-stelsel. De SI-eenheid van afstand is m De SI-eenheid van tijd is s Horizontale breuklijn (NIET m/s) Schrijf het getal over Omzetting boven de breuklijn Omzetting onder de breuklijn Uitwerken Sint-Paulusinstituut 2005

Oefening dubbele omzettingen Zet om naar SI-stelsel Sint-Paulusinstituut 2005

Meetnauwkeurigheid Meting met meettoestel Gegeven meting Kleinste afleesbare meting Voorbeeld: Maatbeker Gegeven meting Vervang alle cijfers door een 0 en het laatste cijfer door een 1 Schrijf de eenheid en eventueel de machten van 10 over Voorbeeld: l = 0,250 m l = 320 . 105 km Sint-Paulusinstituut 2005

Oef. meetnauwkeurigheid Meet-resultaat Kenmerkend deel Aantal kenmerkende cijfers Meetnauwkeurig-heid 874 cm 874,00 cm 384e3 km 0,0438 kg 0,04380 kg Sint-Paulusinstituut 2005

Afrondingsregels Regel voor som en verschil Afronden op de kleinste rang (rang = aantal cijfers na de komma) Vb. 0,250 cm + 10 cm = … Regel voor product en quotiënt Afronden op het kleinste aantal beduidende cijfers Vb. 0,1010 m . 100 000 m = … 10 000 m . 0,01 m = … 320 s . 4 = … Sint-Paulusinstituut 2005

Herhalingsoefeningen Afronden volgens benaderingsregels: 45,00 cm + 89 cm = … 0,002 m3 – 0,001 m3 = … 96,045 l + 78,0 l = … 763,471 mm + 0,089 mm = … 0,0230 hm2 – 0,001 hm2 = … 45,00 cm . 89 cm = … 0,0020 m3 : 0,001 m3 = … 96,045 l : 78,0 l = … 763,471 mm : 0,089 mm = … 0,030 hm2 . 10000 hm = … Sint-Paulusinstituut 2005

Herhalingsoefeningen Meting Rang Beduidende cijfers 45,010 cm 0,08710 mm 0,0001 m2 0,010 . 102 hm3 478,040 l 0,05050 . 103 μm3 101,101 s 45,010 mm2 0,0801 . 103 dm2 Sint-Paulusinstituut 2005

Gecombineerde oefening 0,001 cm . 4 = … 45,78 mm2 + 0,001 mm3 = … 10 000 m . 10 m = … 0,010 . 102 hm3 . 10 = … Sint-Paulusinstituut 2005

Grafische voorstellingen Doel Het verband tussen grootheden weer te geven Werkwijze Onafhankelijke veranderlijke Linkerkolom van de tabel Horizontale as van de grafiek Afhankelijke veranderlijke Rechterkolom van de tabel Verticale as van de grafiek Verbanden Recht evenredig Omgekeerd evenredig Sint-Paulusinstituut 2005

Werkwijze Voorbeeld: De snelheid van een vertrekkende trein neemt toe in de loop van de tijd Onafhankelijke veranderlijke: tijd Linkerkolom van de tabel Horizontale as van de grafiek Afhankelijke veranderlijke: snelheid Rechterkolom van de tabel Verticale as van de grafiek Sint-Paulusinstituut 2005

Grafiek Juiste grootheden EN eenheden Maximale ruimte van het papier Vloeiende lijn  Wiskundige verbanden Sint-Paulusinstituut 2005

Recht evenredig Definitie 2 grootheden zijn recht evenredig als hun verhouding een constante is Betekenis Als de ene grootheid x-maal groter wordt, wordt de andere grootheid ook x-maal groter Sint-Paulusinstituut 2005

Voorbeeld recht evenredig V (cm3) m (g) C1 C2 1,0 2,00 2,0 4,00 3,0 6,00 4,0 8,00 Verband herkennen door: Tabel Grafiek Constante te berekenen: C1 en C2 Verband formuleren Fysisch: V en m zijn recht evenredig Wiskundig: x en y zijn recht evenredig Sint-Paulusinstituut 2005

Omgekeerd evenredig Definitie 2 grootheden zijn recht evenredig als hun product een constante is Betekenis Als de ene grootheid x-maal groter wordt, wordt de andere grootheid ook x-maal kleiner Sint-Paulusinstituut 2005

Voorbeeld recht evenredig t (s) x (m) C (s.m) 1,00 90,0 2,00 45,0 3,00 30,0 4,00 22,5 Verband herkennen door: Tabel Grafiek Constante te berekenen: C1 en C2 Verband formuleren Fysisch: t en x zijn recht evenredig; t . x = C Wiskundig: x en y zijn recht evenredig; x . y = C Sint-Paulusinstituut 2005