Luchtvervuiling Emissie uitstoot van gassen in de lucht

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De aardse atmosfeer.
Advertisements

Gat in de ozonlaag Kristof Van Hauwermeiren Steven Heyse Bert Sedeyn
Opwarming Van De Aarde Door Jonas & Stijn C..
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
4.3 De mens verandert het klimaat
ONTWIKKELINGEN IN DE AGRARISCHE INDUSTRIE & MILIEUPROBLEMATIEK
Global Warming Global Warming
DE OPWARMING VAN DE AARDE
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
2.3 systeem aarde.
Lees tekst p.88 en 89 over water- en bodemvervuiling
Kenmerken van de aardse atmosfeer
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Met deze dia en de volgende kan je laten zien dat lucht vuil of schoon kan zijn
De atmosfeer van de aarde
Natuurlijke vervuiling
(Presentaie-technieken: oefenzitting) 27 oktober 2006.
Milieuproblematiek en haar gevolgen.
Yannick Meerten Yannick Michielsen
De Milieuproblematiek
Dorien Oris B2 Ann-Sophie Pattyn B2
Problemen en wat we eraan moeten doen
M.De Vrieze, F.Thomas, B.Teirlynck
Mastercourse klimaatverandering en verwoestijning
Wat is de invloed van de lucht in ons milieu
Wat is de invloed van de lucht in ons milieu
Een duurzame aarde.. ‘Een paradijs op aarde’  1200 eilanden. De grootste is 5 km 2, De eilanden zijn in groepen atollen verdeeld. Toerisme bedraagt.
Meesterproef Scheikunde Koolstofdioxide CO 2 ontstaat bij alle verbrandingen concentratie CO 2 sinds Industriële Revolutie toegenomen van 0,032%
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
BROEIKASEFFECT en OZONLAAG
Hoofdstuk 4 en 5 Nova Scheikunde 3hv
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
De globalisering van de natuur
Oh, grote wereldbol !.
1 Inleiding.
Aspecten van Luchtverontreiniging
Väder- och Klimatförändringar
Relaties tussen organismen en milieu
Blok 1 Milieu en milieuproblemen VMBO B/K
2 vmbo-T/havo 5 draagkracht, §2 en 3
VWO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
HAVO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO B deel 1
Hoofdstuk 12: Mens en milieu
MENS EN MILIEU THEMA 3.
Stikstof- en zwaveldeposities op bossen in Vlaanderen - Bossen en C-opslag Arne Verstraeten Studievoormiddag ‘Bossen in Vlaanderen’ 20 mei 2011, Vlaams.
De lucht De lucht (een mengeling van vooral stikstof, kooldioxide en zuurstof) raakt vervuild door uitstoot van gassen.
Klimaatverandering Wat is het? Kunnen we er iets aan doen?
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
1.Wat kenmerkt de aardse atmosfeer?. A. Hoe is onze atmosfeer opgebouwd?
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Scheikunde H4 + structuurformules. Fossiele brandstoffen paragraaf 1 Fossiele brandstoffen: ontstaan uit resten van planten en dieren die miljarden jaren.
MENS EN MILIEU Relatie mens en milieu
Thema Biosfeer Paragraaf 2 HET BROEIKASEFFECT.
Hoofdstuk 16 Stikstofuitwisseling aan het aardoppervlak
Klimaatverandering en de broeikasgassen waterdamp en ozon
Thema 9 Milieu.
Paragraaf 4 De Gaia-hypothese
Klik hier om naar mijn site te gaan
Thema 9 Milieu.
Fotosynthese Koolstofdioxide uit de lucht komt het blad binnen via de huidmondjes Er valt zonlicht op de bladgroenkorrels in de bladeren GLUCOSE Tijdens.
Hoofdstuk 2 Natuur en milieu
Duurzaamheid C en D Hoofdstuk 3 Planet.
Thema 4 Mens en Milieu.
BROEIKASEFFECT en OZONLAAG
Transcript van de presentatie:

Luchtvervuiling Emissie uitstoot van gassen in de lucht Emissie door: verbranding van (fossiele) brandstoffen en industriële processen Emissie van: CO2, SO2, NO en NO2, koolwaterstoffen (o.a. CH4; CnHm) en CO

Zure regen Door verbranding van (fossiele) brandstoffen emissie van CO2, SO2, NO en NO2 Met waterdamp en O2 uit de lucht onstaan H2SO4 (zwavelzuur) en HNO3 (salpeterzuur) Zure regen = natte zuurdepositie = als H2SO4 (zwavelzuur) en HNO3 (salpeterzuur) met regen of mist naar beneden komen Droge zuurdepositie = neerslaan van SO2, NO en NO2 in droge vorm. In de bodem ontstaat alsnog zwavelzuur en salpeterzuur Grootste veroorzakers: industrie, elektriciteitscentrales en verkeer Verzuring van de bodem door NH3 uit landbouw (mest) Gevolgen: oplossen van giftige metalen in de bodem → schadelijk voor planten en bodemorganismen Vrijkomen van mineralen uit complexe verbindingen → uitspoeling Beschadiging wortelharen bij planten → minder opname van water en mineralen Bladschade bij planten door droge zuurdepositie → meer verdamping van water (huidmondjes blijven openstaan) en minder fotosynthese, gevoeliger voor ziekten Ziek/sterven van waterdieren ………..

Andere vormen van luchtvervuiling 1. Koolwaterstoffen en CO reageren o.i.v. zonlicht in de lucht tot ozon (O3) Ozon: irriterend voor ogen en luchtwegen aantasting van luchtwegen beschadiging bladeren en groeiremmend Ozon ≠ ozonlaag in de atmosfeer! 2. Zwaveldioxiden. Aantasting luchtwegen 3. Smog = vettige mist → ozon , fijn stof (roet) en zwaveldioxide Vooral astmapatiënten hebben last van smog Korstmossen (‘woestijnvorming’) 4. Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK’s). Aantasting van ozonlaag → meer UV-straling → huidkanker

Broeikaseffect Broeikasgassen: CO2, H2O-damp en CH4 (methaan) De temperatuur van de atmosfeer varieert met de hoogte. Er basis hiervan wordt vaak een indeling van de atmosfeer in lagen gemaakt. Deze lagen zijn gescheiden door pauzes, die de bovengrens van elke laag vormen. Deze grenzen verlopen over het algemeen niet scherp. De hoogtes zijn niet overal op aarde gelijk en varieert ook met de dagelijkse en jaarlijkse gang. Op de polen liggen de grenzen vaak lager dan op de evenaar. troposfeer - 0 - 6/18 km, temperatuur neemt af met de hoogte stratosfeer - 6/18 - 50 km, temperatuur neemt toe met de hoogte mesosfeer - 50 - 80/85 km, temperatuur neemt af met de hoogte thermosfeer - 80/85 - 640-700 km, temperatuur neemt toe met de hoogte exosfeer - 700 tot 800 km De grenzen tussen deze lagen heten de tropopauze, stratopauze en mesopauze. Daarnaast zijn er in de lagen nog onderverdelingen te maken op basis van bepaalde eigenschappen. Zo is in de stratosfeer de ozonlaag te vinden, terwijl de onderste laag van de magnetosfeer, de ionosfeer, zich in de thermosfeer bevindt en overdag ook in de mesosfeer.

Versterkt broeikaseffect Verhoogde afgifte van broeikasgassen aan de atmosfeer (vooral troposfeer) versterking van het broeikaseffect Door: verbranding van fossiele brandstoffen (lange kringloop!), veeteelt, ontbossing Gevolgen: klimaatsverandering, stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde, stijging van de zeespiegel, smelten van poolijs en gletsjers effecten op voedselvoorziening, extreme weersomstandigheden (orkanen, hittegolven, overstromingen), verdwijnen van laaggelegen gebieden, meer bedreigde planten- en diersoorten