Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Proefwerk H2 licht. Uitwerking.
Advertisements

LICHT - LENZEN Na deze les:
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Periode 2: LICHT EN GELUID
Lenzen.
Lenzen Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
3. Beeldvorming en oog 3.1 Het oog Thema 1: Zintuigen
Het Oog.
Thema 6: Zintuigen.
3.3 Beeldvorming bij bolle lenzen
Werking van het oog.
De ogen Basisstof 3.
Basisstof 7: Scherp zien Basisstof 8: Als je niet scherp kunt zien
Sterkte brillenglazen
Evenwijdige lichtbundel
Lenzen en beeldvorming
Kleuren van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde.
Werking van het menselijk oog
Optica Spiegels Breking Lenzen Biofysica het oog oudziend verziend
Bouw van het oog.
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
Natuurkundige aspecten van het oog
Beeldconstructie-1 Constructie van het beeld bij een positieve (bolle) lens Het voorwerp staat verder weg dan het brandpunt.
lenzenformule De lenzenformule geeft het verband aan tussen de
Muisklik buiten speaker en meteen op speaker
Lenzenformule opgave 1 L O P U C
Spiegel: terugkaatsing
Lenzen vergroting opgave 1
Lenzen 1. Bolle lens. 2. Loep. 3. Camera.
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
Lenzen en beeldvorming
De lens: Bekijk het vooral positief
Kleuren, lenzen en breking
De lens: Bekijk het vooral positief
Marie-Louise Alblas Claire de Wit A2B
Kijk, dit is staar.
Spiegel: terugkaatsing
Lenzen 1. Bolle lens. 2. Loep. 3. Camera.
Licht (onderbouw) 1. Schaduw 2. Kleuren 3. De vlakke spiegel
De lens De lens beelden construeren..
Het oog 1. De bouw. 2. Scherpstellen. 3. Einde.
Oefeningen lensconstructies
3. Beeldvorming en oog pg. 28.
ZINTUIGELIJKE WAARNEMING
Het oog.
Het oog Sciencmc2.nl.
Rekenen & Tekenen sciencmc2.nl.
Thema 7: Zintuiglijke waarneming
Thema 6 Regeling en waarneming Bouw en werking van het oog
Paragraaf 6.4 antwoorden.
Coenecoop College 3VG Licht1 Licht Natuurkunde H3 Voeg hier uw bedrijfs- logo in.
De lens beelden construeren. De lens. Brandpunt Een lens heeft een brandpunt Het brandpunt (F). Het punt waarnaartoe evenwijdige lichtstralen (aan de.
Oogkwalen en oplossingen. Het oog Grootste deel van de breking vindt plaats bij het hoornvlies (ca. 60 dpt) Klein deel door de kristallens (10 dpt)
HERHALING LICHT 1 LENZEN 2 OOG 3 OPGAVEN JPT 6 VWO Co BTn.
Bouw van het oog.
LICHT.
Consctructiestralen bij een positieve lens.
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
3.2 Zien 1ste klas.
Opgave 1 Je kijkt naar een letter A van 1,6 cm groot, welke op 40 cm van je ooglens afligt. Je oog accommodeert zodanig dat er een scherp omgekeerd beeld.
Leerjaar 3 Nask1 H5 §4 Oog en bril.
H5 §3 Beelden maken Met een lens
K1 Optica Lichtbeelden Begripsontwikkeling Conceptversie.
Kan je uitleggen wat diffuse weerkaatsing is
De gaatjescamera.
Het oog.
Werking van de ooglens en pathologie
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s In een camera zit een lens, een film en een zoeker. film zoeker lens De lens zorgt voor een scherp beeld op de film. In een camera zit altijd een bolle lens. Een bolle lens is dik in het midden en dun aan de rand. Een bolle lens wordt ook een positieve (+) lens genoemd. bolle lens Een holle lens is dun in het midden en dik aan de rand. Een holle lens wordt ook een negatieve (-) lens genoemd. holle lens Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Convergerende, divergerende en evenwijdige bundels Er zijn drie soorten lichtbundels: fietslamp divergerend laser evenwijdig brandglas convergerend Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Brandpunt van een bolle lens evenwijdig convergerend divergerend F hoofdas f F = brandpunt f = brandpuntsafstand Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Oefenopgaven A B C D E Welke van de bovenstaande lenzen zijn bolle lenzen? Welke van de bovenstaande lenzen zijn holle lenzen? hoofdas F f 1 cm Wat betekent F ? Wat betekent f ? Hoe groot is de brandpuntsafstand? Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Lens en beeld Bolle lenzen worden gebruikt om een beeld te maken. Bijvoorbeeld bij een: fototoestel beamer oog zoeker lens film Het beeld is ondersteboven en links en rechts zijn omgewisseld. Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

vergroting = beeld : voorwerp De vergroting bereken je met: vergroting = beeld : voorwerp Voorbeeld: Met een microscoop wordt een mierenkop bekeken. Een mierenkop is in werkelijkheid 0,5 mm groot. Het beeld van de mierenkop is 15 mm. Wat is de vergroting van de microscoop? beeld = 15 mm voorwerp = 0,5 mm vergroting = ? vergroting = beeld : voorwerp = 15 : 0,5 = 30 x Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Beeld tekenen (NIET OVERNEMEN!) scherm F voorwerpafstand beeldafstand + F voorwerpafstand = 4 cm beeldafstand = 6 cm Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Beeld tekenen F voorwerpafstand beeldafstand scherm + + F F = 6 cm voorwerpafstand = 6 cm beeldafstand = 6 cm beeldafstand = 3 cm Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Beeld tekenen F voorwerpafstand beeldafstand scherm + + F F = voorwerpafstand = beeldafstand = beeldafstand = Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Het oog Het oog bestaat uit: Ooglens Netvlies Iris Pupil Hoornvlies Oogzenuw ( Maakt een scherp beeld op je netvlies ) ( Is het scherm van je oog ) ( Bepaald de kleur van je ogen ) ( Regelt de hoeveelheid licht in je oog ) ( Beschermt je ooglens ) (Geeft het beeld op het netvlies door aan je hersenen) 3 5 6 4 1 2 Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Zien De ooglens stelt scherp door boller en platter te worden (=accommoderen). dichtbij veraf boller platter Wanneer je niet goed dichtbij kunt zien (verziend), heb je een bolle lens nodig. Wanneer je niet goed veraf kunt zien (bijziend), heb je een holle lens nodig. verziend bijziend Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

Spiegelbeeld spiegel v b Bij het spiegelbeeld zijn links en rechts omgedraaid. De voorwerpsafstand (v) is even groot als de beeldafstand (b). Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4

 t = hoek van terugkaatsing Spiegeling spiegel i normaal  i =  t t  i = hoek van inval  t = hoek van terugkaatsing Natuur- en Scheikunde Pulsar leerjaar 2 hoofdstuk 4