Grootverdiener zwaarder belast

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 PENSIOEN - INFOSESSIES - 7, 15 en 22 november 2011 Pensioen INFOSESSIES en 22 november 2011.
Belastingstelsel Box 1 Het schijventarief.
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
OVERHEID. Vrije markteconomen klassieken: Vrije markteconomen: De prijs zorgt ervoor dat alle markten ruimen: al het aanbod wordt verkocht. Zij kijken.
Hoofdstuk 5: Rekeningrijden
Jong en oud Hoofdstuk 1.
Boxenstelsel.
Arbeidsmarkt: het geheel van vraag en aanbod van arbeid De arbeidsmarkt is een abstracte markt (géén aanwijsbare plek). De Albert Cuypmarkt in Amsterdam.
De inkomstenbelasting (en premie volksverzekering) wordt uitgerekend door middel van het schijventarief. Het schijventarief is een begrip uit de Wet op.
Netto en bruto inkomen, of belasting en sociale premies.
17.3 t/m 17.5 Sociale zekerheid, herverdeling, sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 3: Werken en leven
Stabiel inkomensbeleid Amsterdam okt 2008 Stabiel begrotings- en inkomensbeleid Coen Teulings.
Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar
Vorige les: wat is een rechtvaardige inkomensverdeling?
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 4: Collectieve sector
Welvaart Hoofdstuk 4.
Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’
Belastingen Hoofdstuk 16 § 1 en 2.
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Keynesiaans model J. Zonjee.
Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’
Welvaart Hoofdstuk 4.
Jullie hebben lef... .
Belastingen & premies… lust of last?
Belastingen & premies… lust of last?
Demografische druk.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Inkomen les t/m Begrippen Welvaart de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien.
Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald.
Inkomen 24 Selectie 135 t/m Opdracht 136 Stelsel I A: 10% (100:1000x100) B: 10% Proportioneel.
Inkomen 22 Begrippen H7.
HAVO 5 Inkomen en groei Hoofdstuk 4: Inkomensverdelingen
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 2: De jeugd
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 5: Verdeling & Herverdeling
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Toepassing 30% regeling TU/e Bert Voets 12 juni 2007.
Conjunctuur.
Herhaling Hoofdstuk 1.
H.4 Inkomensverdeling Nederland is een van de landen ter wereld met een tamelijk gelijke inkomensverdeling Het gemiddelde inkomen kwam in 2012 uit op
Hoe moet ik mijn loonstrookje lezen?
Wat is inkomstenbelasting
Belasting & Wetgeving Zelfstudie.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen
§7.4 Is het eerlijk verdeeld?
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Even terugkomen op de inkomstenbelasting Filmpje kijken over belastingen Huiswerk nakijken Uitrekenen inkomstenbelasting.
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Uitrekenen inkomstenbelasting Kortingen op de belastingen Extra aftrekposten voor ondernemers.
Lastenverlichting op arbeid: geen gratis lunch Paul de Beer UvA-AIAS & De Burcht.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen. Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste € winst.
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom 4 Havo..
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018
Wat wordt er ingehouden op het brutoloon
Opgave 1 M 1. uitverkoop Wel Geen € , € 2000 € , € 1.900
Het belastingstelsel In Nederland.
LG41 IBS1.2 De bodem als basis
Belasting toegevoegde waarde
Project Bijbaan Havo 3.
Levensloop.
EPN Actualiteitendag WETSWIJZIGINGEN PER Prof. dr. Frans Sonneveldt
Leer deze zaken i.c.m. boek
Levensloop.
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Intertemporele ruil overheid
Transcript van de presentatie:

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM -  De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was de belastingschijf van 60 procent geschrapt. Dat gebeurde in het tweede Paarse kabinet onder leiding van PvdA-premier Kok.

Het effect van ons belastingstelsel Dhr P. Gewoon Mevr. L. Ongewoon Bruto inkomen € 25.000,- € 105.000,- 26.329 9.084 6.092 6.094 2.845 6.094 + + Box 1 Heffingskortingen Te betalen belastingheffing Gemiddelde belastingdruk 8.938 47.598 – 2.204 – 2.204 6.735 45.394 27% 43%

Vier belangrijke begrippen! Het draagkrachtbeginsel Hogere inkomens moeten in verhouding meer afdragen dan lagere inkomens “De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten” Nivellering Het verschil tussen de hoogste en laagste inkomens wordt kleiner De verhouding tussen de hoge en lage inkomens verandert ten gunste van de lage inkomens Een progressief belastingstelsel Hogere inkomens worden met een hoger tarief belast De gemiddelde belastingdruk stijgt als het inkomen toeneemt: van 33% naar 52% Gemiddelde belastingdruk = x 100% Heffingsbedrag Bruto-inkomen

Gemiddelde vs. marginale belastingdruk Gemiddelde belastingdruk Marginale belastingdruk Het belastingpercentage dat iemand gemiddeld betaalt over zijn gehele inkomen Het belastingpercentage dat iemand betaalt over zijn laatstverdiende euro Oftewel: het percentage van de hoogste schijf waarin iemand met zijn inkomen valt Heffingsbedrag Bruto-inkomen Verandering heffingsbedrag Verandering bruto-inkomen x 100% x 100%

Een voorbeeld: marginale belastingdruk Persoon A Persoon B € 45.000,- € 105.000,- Verhoging bruto-inkomen + € 1.000,- Marginale belastingdruk 42% 52% Verhoging netto-inkomen + € 580 + € 480,-

Ons belastingstelsel is een beetje schizofreen Progressief belastingstelsel De progressie in het belastingstelsel werkt nivellerend op de inkomensverdeling Hoge inkomens betalen in procenten meer belasting De verschillen tussen “arm en rijk” worden kleiner Heffingskortingen Heffingskortingen werken nivellerend op de inkomensverdeling De korting is voor iedereen even hoog in euro’s Voor iemand met een laag inkomen is de procentuele verandering echter veel groter De verschillen tussen “arm en rijk” worden kleiner Aftrekposten De aftrekposten (hypotheekrente is de belangrijkste!) hebben een denivellerende werking op de inkomensverdeling Hoge inkomens hebben meer voordeel van de aftrekposten De verschillen tussen “arm en rijk” worden groter

Een voorbeeld: het effect van aftrekposten Persoon A Persoon B € 45.000,- € 105.000,- - € 10.000,- € 35.000,- € 95.000,- Hypotheekrente aftrek - € 10.000,- - € 10.000,- Marginale belastingdruk 42% 52% Belastingvoordeel € 4.200,- € 5.200,-

Opdracht 4.31 Omdat haar inkomen in de vierde schijf valt is het marginaal tarief 52%. Ondanks de extra aftrekpost blijft ze in de vierde schijf zodat haar marginaal tarief niet verandert. Het voordeel is dan 52% van € 5.000 Een belastbaar inkomen van € 14.000 valt in de laagste schijf. Het tarief is hier 34,4%. Het voordeel bedraagt 34,4% van € 5.000 = € 1.720 J.van Dijk valt in een hoog marginaal tarief. Een verandering van haar belastbaar inkomen heeft daarom een grotere invloed op de heffing dan bij iemand in een laag marginaal tarief. Een nivellerende werking. De korting is in euro voor iedereen even hoog. Iedereen heeft te maken met dezelfde absolute stijging netto inkomen. Voor iemand met een laag inkomen stijgt echter het netto-inkomen procentueel veel harder dan voor iemand met een hoog inkomen. De verhouding tussen de netto inkomens verandert daardoor ten gunste van personen met een laag inkomen.

De belastingdienst moet 400 miljoen bezuinigen Bron: NOS, 2 november 2010

Drie heffingsbeginselen samengevat Draagkrachtbeginsel “De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten” Hogere inkomens moeten in verhouding meer afdragen dan lagere inkomens 1 Doelmatigheidsbeginsel De kosten van het innen van de belasting mogen niet hoger zijn dan het te ontvangen belastingbedrag 2 Profijtbeginsel Degene die profiteert van een voorziening moet hier ook voor betalen Voorbeeld: motorrijtuigenbelasting 3

Drie problemen bij belastingheffing 1. Belasting ontwijken 2. Belasting afwentelen 3. Belasting ontduiken Dit mag Proberen om het belastbaar inkomen te verlagen (en zo de belastingafdracht te verkleinen) Zoeken naar “mazen in de wet”, de belasting ontwijken Vaak met behulp van een belastingadviseur Dit mag Twee belangrijke voorbeelden Een ondernemer die meer winstbelasting moet betalen, verhoogt de verkoopprijzen Een werknemer die meer loonbelasting moet betalen, eist een hoger brutoloon van zijn baas Dit mag niet Fraude Voorbeelden Verzwijgen van inkomen Te hoge aftrekposten opgeven Spaargeld in Zwitserland op een bankrekening zetten Als bedrijf een deel van de omzet niet opgeven Etc.