Basis MAI1 Basiscursus MAI-4 B. J. Wielinga
Basis MAI2 Hoofdstuk 4 Het Politieke: brede interpretatie Thema: invloed van ICT op verdeling van macht Technologie is niet politiek neutraal Informatie/Kennis is macht, maar: –Noodzakelijke voorwaarde –Niet voldoende
Basis MAI3 Globale invloed van ICT Macht kan vermeerderen Macht kan ook verminderen Afhankelijkheid van ICT en netwerken –Zowel op micro niveau –Als op Meso en Macro niveau Kwetsbaarheid van nieuwe media
Basis MAI4 Kwetsbaarheid Technische versus Sociale kwetsbaarheid –Stilval van de maatschappij bij technische problemen –Verzet van technologische terroristen –Aantasting van buiten
Basis MAI5 Eigenschappen m.b.t kwetsbaarheid Omvang van netwerken Integratie van decentrale en centrale functies Brede toegankelijkheid Complexiteit van applicaties Afhankelijkheid van schaarse experts Back-up problemen
Basis MAI6 Technische oplossingen Reductie van connectiviteit Fire walls Standaardisatie Beperking van toegankelijkheid Uiteindelijk bepaalt het sociale systeem wat wel en niet kan/mag, en daarmee ook de mate van kwetsbaarheid versus bruikbaarkeid: politieke keuzen
Basis MAI7 ICT als politieke factor Bedreiging voor totalitaire regimes Nieuwe vormen van overheersing: –Directe/algehele controle –Registratie van gedrag Technology of freedom
Basis MAI8 Interpretatie van figuur 4.1 Arena van actoren Decentralisatie Concentratie
Basis MAI9 Visies op ICT en politiek Almachtige staat (dystopie) Virtuele staat, politiek verdwijnt (eutopie) Verandering van politiek krachten en democratische verhoudingen o.i.v. ICT Verschillende opvattingen
Basis MAI10 1: Versterking van politiek Institutioneel Legalistisch Scheiding van machten ICT helpt het informatietekort op te lossen, Zowel in de politiek Als naar de burger
Basis MAI11 2: Competatieve Democratie Twee partijen systeem Elitair ICT voor publieks informatiesystemen over politieke besluitvorming VS is een typisch voorbeeld
Basis MAI12 Vermaatschappelijking Grotere rol voor maatschappelijke organisaties en burgers Actoren: belangenorganisaties en intellectuelen Rol van ICT?
Basis MAI13 3: Plebiscitaire Democratie Gebruik ICT voor peiling van de opinies Macht aan het “electronisch volk” Telereferenda Electronic voting
Basis MAI14 4: Pluralistische democratie Wisselende coalities van minderheden belangrijke rol voor maatschappelijke organisaties
Basis MAI15 5: Participatieve democratie actief burgerschap brede meningsvorming maatschappelijke discussie
Basis MAI16 Toepassing van media Vier vormen (zie college 2): –Allocutief –Consultatief –Registratie –Conversatie
Basis MAI17 Allocutie We hebben het over nieuwe media Interactieve omroep: meer keuzen, peilingen WWW Politieke direct marketing; reclame en politiek Overheidsvoorlichting
Basis MAI18 Consultatie Massa-informatiesystemen: meer initiatief van de gebruiker Publieksinformatie Parlementaire informatiesystemen Multifunctioneel loket
Basis MAI19 Registratie Gemeentelijke basisadministratie (GBA) Belastingen, sociale diensten etc “transparante” burger electronische enquetes
Basis MAI20 Conversatie nieuwsgroepen discussies interactieve beleidsvorming
Basis MAI21 DSS en ES systemen Decision Support Systems Expert systems Kennis gericht
Basis MAI22 Conclusies (t/m para 4.4) Nieuwe media veroorzaken belangrijke verschuivingen, maar geen revolutie in het politieke bestel. Spreiding en Concentratie Motivatie wordt niet beinvloed door ICT Drempels en belemmeringen
Basis MAI23 Macht in de Organisatie Hfst 3: Netwerk technologie beinvloedt de superstructuur van organisaties: –Centralisatie van Beschikkingsmacht –Decentralisatie van Productie Nu (para 4.5) de invloed van ICT op de lagere niveau’s: functies, afdelingsstructuur, besluitvorming
Basis MAI24 Veranderingen in de functionele structuur Parallelstructuur (p 55) Devisiestructuur Matrixstructuur functionele integratie
Basis MAI25 Modernisering van de bureaucratie Weber over bureaucratie (cf. Mintzberg’s “machine burocracy”): 1.Hierarchie van bevoegdheden 2.Centralisatie van de besluitvorming 3.Formalisering van de regels 4.Specialisatie van taken 5.Standaardisatie van taken
Basis MAI26 Invloed van ICT Factoren 3 tm 5 kunnen versterkt worden, dus en sterkere bureaucratie Hoewel ook meer maatwerk wordt geleverd Voor eigenschappen 1 en2 geldt: –Organisaties worden “platter” (minder middenkader) –Debureaucratisering –Management ontwikkelt zich tot Infocratie
Basis MAI27 Onderscheid Controle-, beheersings- en informatiestructuur coordinatie van beslissingen Gezagsstructuur wie neemt de beslissingen Arbeidsverdeling wie doet wat
Basis MAI28 Coordinatie van beslissingen Verschillende vormen van (de-) centralisatie, horizontaal en verticaal
Basis MAI29 Gezagsstructuur Lijn van de top naar de basis wordt korter Hoogopgeleide informatiewerkers versus polarisatie
Basis MAI30 Kwaliteit van de arbeid Taakverbreding versus taaksplitsing Taakverarming versus taakverrijking
Basis MAI31 Technische keuzen Waar staat de verwerkingscapaciteit? Eigen verbinding? Communicatieprivileges? Toegang tot resources? Typologie Topologie
Basis MAI32 Opties Centrale versus gedistribueerde verwerking Multi-user systemen versus PC’s Domme versus “intelligente” werkstations Gespecialiseerde werkstations versus multifunctionele PC’s
Basis MAI33 Keuzen Voor verticale centralisatie en scherpe arbeidsverdeling T.o.v Verticale decentralisatie en taakverbredeing/verrijking
Basis MAI34 Topologie LAN versus WAN Wie heeft toegang tot wat? Wie is verantwoordelijk voor wat?
Basis MAI35 Conclusie (para 4.5) Technologische keuzen t.a.v. netwerkstructuur op meso niveau zijn niet politiek neutraal Management heeft i.h.a. niet voldoende inzicht in de machts/politieke consequenties van de technische keuzen
Basis MAI36 Privacy en Autonomie Privacy is vrijheid om externe inbreuk uit te bannen (wettelijke bescherming). Persoonlijke autonomie is de mate waarin die vrijheid kan worden afgedwongen door het individu (keuze vrijheid).
Basis MAI37 Vormen van Privacy Lichamelijk (intimiteit) Relationeel (contactlegging) Informationeel (openbaarmaking)
Basis MAI38 Privacy en Autonomie Privacy is vrijheid om externe inbreuk uit te bannen (wettelijke bescherming). Persoonlijke autonomie is de mate waarin die vrijheid kan worden afgedwongen door het individu (keuze vrijheid).
Basis MAI39 Lichamelijke privacy Lijkt niets met ICT te maken te hebben DNA en andere lichaamskenmerken als identificatiemiddelen Sensoren en andere electronica op het lichaam voor toegangscontrole, aanwezigheidscontrole
Basis MAI40 Relationele privacy Recht op selectieve contactlegging Camera’s in openbare ruimten Electronisch huisarrest Registratie van communicatieverkeer
Basis MAI41 Informationele Privacy Recht op selectieve openbaarmaking persoonsgegevens consumentengegevens
Basis MAI42 Glazen burger Traceerbaarheid van alle transacties Volgbaarheid (technologie kan ook helpen: mobiele telefoon) Controleerbaarheid (waar bent u)
Basis MAI43 Koppeling van databestanden Datapakhuizen (datawarehouses) Koppeling bestanden KDD Datamining
Basis MAI44 Bescherming van privacy 1.Juridisch 2.Sociale bescherming 3.Organisatorische bescherming 4.Technische bescherming
Basis MAI45 1. Juridisch Wet op persoonsregistratie (WPR) Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) Registratiekamer wordt “College voor bescherming persoonsgegevens” Bijzondere gegevens gegevens voor bedrijfsvoering Recht op inzage
Basis MAI46 2. Sociale Bescherming Weigering van de gebruiker Ondernemingsraden en consumentenorganisaties
Basis MAI47 Systeem bescherming Systeem Beveiliging Procedurele en organisationele beveiliging
Basis MAI48 Technische alternatieven Minder grootschalig Kale openbare infrastructuur, met decentrale intelligentie Geheel decentraal (niet meer on-line) Privacy Enhancing Technologies (PET)
Basis MAI49 PET Digitale handtekening: prive code is alleen bij de gebruiker bekend Digitaal pseudoniem PGP encryptie Steganografie
Basis MAI50 Conclusie t.a.v Privacy Diverse maatregelen vullen elkaar aan Technische keuzen zijn niet neutraal t.a.v. de macht
Basis MAI51 Autonomie Wat heeft het individu in te brengen (in termen van de keuzen t.a.v. de gebruikte technologie en de implementatie in bestaande processen)? Individuen hebben daarbij verschillende rollen: burgers, werknemers, clienten en consumenten.