NEUROFYSIOLOGIE VAN VISUELE PERCEPTIE Biomedische Wetenschappen Caput college Dr. J.A.M. van Gisbergen
Overzicht retina het begrip receptief veld parallele systemen thalamus visuele cortex retinotopische kaart simple & complex cellen codering lijnorientatie – oogdominantie - kleur corticale modules visuele aandacht bottom-up / top-down rol oogbewegingen neglect
retina
begrip receptief veld gebied op het receptor oppervlak waar lichtstimulus de activiteit neuron beïnvloedt
ON-center cel Mach banden: receptieve velden van retinale ganglioncellen hebben center-surround structuur center en surround werken tegengesteld opscherping van randen: Mach banden
Center-surround schakeling effect van belichten center receptoren wordt rechtstreeks doorgegeven aan bipolaircel tegengesteld effect surround receptoren via horizontaalcellen
ON en OFF ganglioncellen on-center off-center
bedekkingsgraad ON en OFF cellen elk systeem heeft 100% bedekkingsgraad
M- en P-systeem M systeem grofmazig en kleurenblind, maar zeer goed in detectie snelle temporele veranderingen P systeem is fijnmazig (fijn detail en kleur) velden worden groter in de periferie van de retina
kleine velden essentieel voor fijn detail zien fijn detail zien best in fovea:
foveaal vs perifeer
thalamus
projecties M- en P-systeem
thalamische projecties (LGN) LGN ‘kijkt’ naar contralateraal halfveld, via L en R oog (elk 3 lagen) receptieve velden monoculair retinotopische organisatie weer M en P systeem, elk met ON en OFF
visuele cortex retinotopische kaart receptieve velden orientatie gevoeligheid oculaire dominantie kleurcellen modules
retinakaart in area 17
retinakaart in area 17 naburige neuronen hebben naburige receptieve velden kaart is sterk vervormd (fovea is uitgerekt)
verklaring vorm kaart retinale celdichtheid inhomogeen corticale celdichtheid wél homogeen buren blijven buren
corticale vergrotingsfactor M = corticale vergrotingsfactor (mm/graad) E = afstand tot fovea (excentriciteit) in graden a en b zijn constantes M is groot in de fovea en klein in de periferie van de retina als M groot is zijn er veel neuronen beschikbaar per graad gezichtsveld
grootte receptieve velden perifere velden zijn groter bedekkingsgraad ongeveer constant
simple en complex cellen ON en OFF zones naast elkaar ON en OFF zones overlappend
inputs simple cell ON en OFF zones kunnen worden verklaard door input van opgelijnde LGN receptieve velden
orïentatie gevoeligheid tuning curve van één cel optimale orïentatie verloopt geleidelijk
orïentatie kolommen
plasticiteit: what you see is what you get opgroeien in een eenzijdige visuele omgeving beïnvloedt de verdeling van orïentatie gevoeligheden van de neuronen Stryker et al. (1978) J Neurophysiol.
oogdominantie kolommen
oculaire dominatie kolommen
visuele deprivatie als één oog in de vroege ontwikkeling geen normale visuele input ontvangt leidt dit tot amblyopie (lui oog)
gevolgen van deprivatie: lui oog normaal hebben L en R oog even sterke connecties deprivatie tijdens gevoelige periode in de jeugd leidt tot verlies van connecties en amblyopie (lui oog)
kleurvlekken (blobs) in area 17 is een patroon van kleurcel concentraties gevonden vertonen hoge activiteit van cytochroom oxydase hoe past dit patroon bij orïentatie en oculaire dominantie kolommen?
corticale modules zwarte en witte banden: oculair dominantie kolommen (L en R oog) gekleurde lijnen: cellen met gelijke orïentatie gevoeligheid snijpunten van deze lijnen: orïentatie ongevoelige neuronen (kleur blobs)
pinwheel model elk gebied in het visuele veld wordt bekeken door zowel linker als rechteroog, elk met een complete set orientatie-gevoelige kanalen in totaal 2000 modules foveale modules beslaan klein gebied; perifere modules een groot gebied
projectie oculaire kolommen op het visuele veld visueel veld cortex cortex visueel veld in fovea beslaat één L+R paar 0.1o in de periferie is dit vele graden Adams et al, J. Neurosci. (2007)
projectie cortex op gezichtsveld rood = R-oog blauw = L-oog projectie gezichtsveld op platgeslagen linker en rechter cortex
visuele aandacht
bottom-up en top-down Perceptie berust op bottom-up en top-down processen: neurofysiologische signalen vormen de bottom-up component (retinale signalen) signalen van hogere centra representeren top-down stroom (ervaring, verwachting, context)
rol van kennis, ervaring en geheugen bottom-up en top-down rol van kennis, ervaring en geheugen
effect van context
attentie effecten in area 17 figure-ground detectie verhoogde vuurfrequentie door gerichte aandacht treedt pas op na lange latentietijd aandacht op stimulus in receptief veld?
top-down visuele cortex bottom-up top-down top-down effecten in area 17 zijn afkomstig van hogere visuele gebieden vandaar lange latentietijd van het figure-ground onderscheid
rol van oogbewegingen
FOVEAAL ZIEN en SACCADES
SCAN PATROON
VISUAL SEARCH zoek Kennedy !!
gerichte aandacht: oogbewegingen De onverwachte bezoeker (Repin)
Yarbus resultaten
corticale gebieden voor het richten van attentie FEF frontaal blikcentrum LIP deel van parietale cortex visuele responsies op bepaalde stimulus zijn sterker als aandacht erop gericht is electrisch stimuleren van FEF genereert een saccade subdrempelig stimuleren FEF richt aandacht
corticale gebieden voor het richten van attentie frontaal blikcentrum is betrokken bij richten van aandacht én sturing saccades
problemen met attentie: neglect
neglect
THE END