Wetenschappelijke revoluties: Eerste wetenschappelijke revolutie 400 v Chr.; Griekenland Tweede wetenschappelijke revolutie 1543 – 1800; Europa Derde wetenschappelijke revolutie 1900 – Nu; Globaal
Schaal Voor-wetenschappelijke wereld Alledaagse dimensies: centimeters (waarneembaar met het blote oog), meters (menselijk lichaam), kilometers (afstand tot de horizon); jaren (leeftijd) 1e wetenschappelijke revolutie Van “waarneembaar” naar “voorstelbaar” 2e wetenschappelijke revolutie De ruimte is onvoorstelbaar groot, schaalvergroting tijd en ruimte (Van Copernicus tot Darwin); miniaturisering (microscopie etc.) 3e wetenschappelijke revolutie De wereld wordt nog groter en nog kleiner: de atomaire wereld, de nanowereld
Route van een wetenschappelijke revolutie: Wiskunde (Newton, Leibniz) Natuurkunde (Newton, Boyle) Scheikunde (Lavoisier) Levenswetenschappen (Leeuwenhoek) Filosofie (Kant)
3e Wetenschappelijke revolutie Wiskunde: niet-euclidische meetkunde Natuurkunde: - Planck: quantumconcept 1900 - Einstein: relativiteitstheorie 1905 - Bohr: quantumfysica 1927 Scheikunde: Linus Paulin: macromoleculen (1934-1954) Biologie: biotechnologische revolutie 1975 ICT Biotechnologie Nanotechnologie
Tools 1e wetenschappelijke revolutie: Denken zonder instrumenten 2e wetenschappelijke revolutie Optische instrumenten Meetinstrumenten Het laboratorium 3e wetenschappelijke revolutie De computer als product en als mogelijkheidsvoorwaarde Uiterlijke verschillende tussen wetenschappelijke praktijken / disciplines verdwijnen
Niels Bohr (1885 – 1962) Als physicus: quantumfysica Als filosoof: complementariteit
Nanotechnologie Richard Feymann 1959 There’s plenty of room at the bottom Eric Drexler (1981): “Building devices able to move molecular objects and position them with atomic precision"