Herhaling gelijkvormigheid

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Stelling van Pythagoras
Advertisements

Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Doorsnede van een kubus met een vlak
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 10
Presentatie Vlakke figuren Theorie Rekenvoorbeelden
Gelijkvormige driehoeken
Ruimtemeetkunde.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 8
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4
Extra vragen voor Havo 3 WB
Optimaliseren van oppervlakten en lengten
Rekenregels voor wortels
Gelijkvormige driehoeken
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Projectie en stelling van thales
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 5
Eigenschappen Ruimtelijke figuren
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 5 De stelling van Pythagoras
CONGRUENTIE HOOFDSTUK 3 BLADWIJZERS: 3.2. CONGRUENTE DRIEHOEKEN
Ruimtefiguren Alle dingen die ruimte innemen noemen we in de wiskunde ruimtefiguren. kubus balk bol kegel prisma piramide balk prisma cilinder.
Gelijkvormigheid en verhoudingstabellen.
∙ D C diameter 4 cm. middelpunt A 6 cm. B opgave 53 a teken b cirkel
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Pythagoras Wie??? Pythagoras: 24-jan-2003, RW.
De stelling van Pythagoras
Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen
Ruimtefiguren.
Vergroten en verkleinen
Vorm en ruimte Hielke Peereboom
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Oppervlakte Rechthoek.
Presentatie ICT 1e blad.
Inhoud van een balk en cilinder
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
5L week : ‘Herhaling’ Meetkunde 5L week 8: ‘Herhaling’
Projectie en stelling van thales
Ruimtelijke figuren.
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Meetkunde 5de leerjaar.
En daarna coordinaten in de ruimte
8.4 Oppervlakte bij vergroten Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Bereken de inhoud van de kubus en balk
2 VMBO-T/HAVO deel Driehoeken tekenen Drie zijden gegeven VMBO-T
Hoofdstuk 13 figuren. Hoofdstuk 13 figuren Paragraaf 17.1 Vlakke figuren.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Vierkant en kubus Vierkant en kubus Vierkant en kubus © André Snijers.
Driehoeken in de ruimte
Vierhoeken in de ruimte
M3 2 Het volume van een piramide, een kegel en een bol M A R T X I
M2 2 De piramide, de kegel en de bol M A R T X I © André Snijers W K U
Eigenschappen van vierhoeken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Gelijkvormige figuren, lengte, omtrek en oppervlakte
Wiskunde Blok 9, les 6.
Eerst balk, kubus, prisma en cilinder herhalen
En oppervlakte van ruimtefiguren
Blok 4L9.
oppervlakte en inhoudsmaten
Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren. Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren.
Transcript van de presentatie:

Herhaling gelijkvormigheid snavelfiguur zandloperfiguur ∆ABC ∽ ∆DBE ∆KLM ∽ ∆ONM K = O L = N M = M C A = D B = B C = E K L E B M D A N O AB BC AC KL LM KM DB BE DE ON NM OM 10.1

Doorsnede’s Balk in pyramide

2√2 opgave 9 a b De diagonalen van het grondvlak van de balk zijn 4. bovenaanzicht b De diagonalen van het grondvlak van de balk zijn 4. Stelling van Pythagoras  Dus de zijden zijn 2√2. I(balk) = (2√2)2 · 6 = 8 · 6 = 48 vooraanzicht

5 3 opgave 12 a AT2 = 32 + 42 = 25 dus AT = 5. In het vooraanzicht is ∆MPT ∽ ∆AST want, P = S en T = T Dit geeft : 5r = 12 – 3r 8r = 12 r = 1,5 P r 5 M r A B 3 S vooraanzicht D C T b I(bol) = A B bovenaanzicht 10.1

Doorsneden tekenen Een doorsnede van een object is de vlakke figuur die je krijgt als je het object doorsnijdt. Bij het tekenen van doorsneden gebruik je de volgende regels: Evenwijdige doorsneden snijden een grensvlak volgens evenwijdige lijnen. Evenwijdige vlakken worden door een doorsnede gesneden volgens evenwijdige lijnen. De randen van een doorsnede liggen in de grensvlakken van de ruimtefiguur. 10.2

opgave 17 L ⋀ ⋀ ≪ ≪ T ≪ ⋀ N O De doorsnede is de vijfhoek MLNOT 10.2

∆CPQ is een vergroting van ∆CAB met factor Dus PQ = ¼ · AB = ¼ · 4 = 1 opgave 24 a In ∆CFM : FM = √(42 + 22) = √20 = 2√5 ∆CPQ is een vergroting van ∆CAB met factor Dus PQ = ¼ · AB = ¼ · 4 = 1 O(∆PQF) = ½ · PQ · FM O(∆PQF) = ½ · 1 · 2√5 = √5 2 ½ ½ M 2 2

⋀ ≪ ⋀ ≪ L K opgave 24 b In doorsnede ABKL past ∆PQF 7 keer O(ABKL) = 7 · O(∆PQF) = 7 · √5 = 7√5 K ⋀ ≪

opgave 31 a W V ≪ ⋀ U ≪ ⋀ P Q R Z De horizontale doorsnede van de piramide op een hoogte van 2 cm is een vierkant met zijde 6 cm. 10.3

W V U P Q b De doorsnede is PQUVW. O(doorsnede) = 6 · 6 - ½ · 3 · 3 O(doorsnede) = 36 - 4½ = 31½ cm2. P 3 Q 3 c 3 O(doorsnede) = 3 · 3 - ½ · 1½ · 1½ O(doorsnede) = 9 - 1⅛ = 7⅞ cm2. 1½ 3 1½ 10.3

S Z T D C d A B 8 DS = √(42 + 42) DS = √32 ≈ 5,7 cm. SZ = ½√32 cm. D S O(∆DZT) = ½ · DZ · ST O(∆DZT) = ½ · 1½√32 · 8 ≈ 33,94 cm2 10.3

opgave 34 H G E F R 12 6 Q D C 6 P A B Inhoud = I(ABCD EFGH) – I(A EFH) – I(R PCQ) Inhoud = 12 · 12 · 12 – ⅓ · ½ · 12 · 12 · 12 - ⅓ · ½ · 6 · 6 · 6 Inhoud = 1728 – 288 – 36 = 1404 cm3

Vergrotingsfactoren Bij vergroten van een lichaam met factor k : Is elke afmeting van het beeld k keer de overeenkomstige afmeting van het origineel. Is de oppervlakte van het beeld k2 keer de oppervlakte van het origineel. Is de inhoud van het beeld k3 keer de inhoud van het origineel. 10.4

x opgave 41 I(piramide)  I(deel van de piramide binnen de kubus) dus k3 = ¼ k = 3√¼ = 0,63 h(deel buiten de kubus) = x h(hele piramide) = x + 10 h(deel buiten de kubus) ≈ 0,63 · h(hele piramide) 10 ≈ 0,63(x + 10) 10 ≈ 0,63x + 6,3 3,7 ≈ 0,63x x ≈ 5,9 h(piramide) ≈ 10 + 5,9 ≈ 15,9 x 10.4

x opgave 42 I(kegel)  I(deel van de kegel buiten de kubus) dus k3 = h(deel buiten de kubus) = x h(hele kegel) = x + 6 h(deel buiten de kubus) ≈ 0,58 · h(hele kegel) x ≈ 0,58(x + 6) x ≈ 0,58x + 3,51 0,42x ≈ 3,51 x ≈ 8,45 h(kegel) ≈ 8,45 + 6 ≈ 14,45 x