Microbiologie
Micro-organismen: Bacterien (0,3-10 (500) μ) Schimmels (2 – 500 (miljoenen) μ) Gisten (2 – 15 μ) 1 cellige planten (algen) (1-500μ) 1-cellige dieren (protozoa) (1-550μ) Ricketsia’s (0,3-2 μ) Virussen (0,01-0,3 μ) Archebacterien (0,1-15 μ)
Bacterien Naamgeving: Genus Escherichia species coli ‘stam’ ETEC (entero-toxinogene)
Bacterien Classificatie - Gram-kleuring, - Vorm - Aeroob/anaeroob gebasserd op: - Gram-kleuring, - Vorm - Aeroob/anaeroob - Sporenvorming - Cultuur-vorm - Antigene reacties - Biochemische reacties - RNA
Bacterieculturen
bacterievormen Coccen - bolvormig Bacillen – staafvormig 1 = micrococcen 2 = diplococcen 4= Tetracoccen 8 = Sarcina Staphylococcen - druivetrosjes Streptococcen - kettinkjes Bacillen – staafvormig Gram-negatief Grampositief met en zonder sporen Vibrionen - komma’s Spirillen - korte S Spirochaeten – schroefvormig
Bacterie-organellen Celmembraan Celwand Slijmlaag Kapsel Flagellen Dubbele laag fosfolipiden met eiwitten er tussen Semipermeabel Celwand Aminosuikers met peptide-bruggen , polysaccharide buitenkant. Stevigheid Permeabel Slijmlaag Kapsel Flagellen Pili
Microscopisch Clostridium met sporen Proteus met flagellen
Prokaryoten Schimmels Gisten Protozoa Afbrekers Hyfen - mycelium Voortplanting door sporen Sexuele voortplanting Gisten Eencellige schimmels Deling of knopvorming (a-sexueel) Protozoa Eencellige diertjes B.v. Toxoplasma