Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
OpMaat Europese richtlijnen en verordeningen Presentatie van zoekresultaten met extra informatie over richtlijnen en verordeningen Universiteitsbibliotheek.
Advertisements

Business Source Premier Zoeken op onderwerp Universiteitsbibliotheek verder = klikken.
Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t. t
Inleiding Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je:
Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
B C A E Carrousel Op de AC-lijn met tweeën halve volte ½ baan rechts: mars! gevolgd door 2x afwenden (rechts) en weer een ½ volte ½ baan.
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Instructie grammatica
Hoofdstuk 5 Detailplanning
Veelvoorkomende taalfouten 2
Formele Technieken in SWE - Petri Nets 16 feb 2007.
Calorimetrie.
Lijsten in de -calculus Een lijst [E 1, E 2,..., E n ] kan in de -calculus voorgesteld worden als z.((z E 1 ) z.((z E 2 )... z.((z E n ) nil)...) met nil.
Tijd lexicaal aspect grammaticaal aspect.
Tips om make a game te winnen
onderzoeken Arjen Noordzij
Variatie in betekenis Werkgroepopdracht 1b.
Engels periode 3 en 4 MOH 2 en MOH 3.
Taalkunde Grammatica A
S1S1 S2S2 S3S3 22 november 2001K.U.Leuven-ESAT/PSI Spraak WP2 Detectie en behandeling van OOV woorden l OOV woorden detecteren door betrouwbaarheid van.
Dynamische Semantiek Henriëtte de Swart.
tijd lexicaal aspect aktionsart lokalisering op tijdsas
Taalverwerving en taalmoeilijkheden Goele De Brabandere 1 BaTPCc
Definite Clause Grammar
Normalisatie Relationeel databaseontwerp:
Hoofdstuk 7 Superpositie van Golven
Relais.
Elektrische veldsterkte
Effiecient Mining of Spatiotemporal Patterns GDM 2003 Dènis de Keijzer.
Workshop teamvorming en leiderschap
Lichtschakelingen.
 Wie ben ik?  Toelichting keuze  Metaaldetectie  Soorten zoekers  Regels  Gevaren  Vragen?
3. De Constante van Hubble
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory.
Grammar Chapter 1 Grammar Chapter 1 Who en What met een voorzetsel.
Regionale bijeenkomsten: Duurzame Ontwikkeling in het Hoger Onderwijs
Schakelaars.
Premorbide functioneren en ziekte/biologie
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Academic Search Premier Zoeken op onderwerp met de thesaurus (trefwoordenlijst) Universiteitsbibliotheek verder = klikken.
Inhoud Analyse van sequentiële netwerken Sequentiële bouwblokken
Heel werkwoord en bijwoord
Soortelijke warmte van gassen
Samenvatting hst. 3 sec. 1-3 ( ) :: Parser a b  Parser a b  Parser a b ( ) :: Parser a (b  c)  Parser a b  Parser a c ( ) :: (b  c)  Parser a b.
Legal Interception met FreeBSD
STELLINGENSPEL.
Aspect en Temporele structuur van teksten
Aspect en Temporele structuur van teksten
Temporele structuur van teksten Henriëtte de Swart Variatie in Betekenis.
Temporele structuur van teksten Henriëtte de Swart Variatie in Betekenis.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
State Diagrams BIMSYO01. Kenmerken van SD Een statediagram gaat altijd over één object. Dit object kan verschillende states aannemen (het kent een attribuut.
Digitale portfolio´s Volgende. Waarom? Heb je ook niet zo vaak gehad dat een kind in de klas zoiets moois maakte dat je dacht, het is wel jammer als we.
HET FORUM ROMANUM Opdat je een beeld krijgt van dit plein uit de oudheid (je zal merken dat het Forum er uitziet als een zooi…) en wat zich daar allemaal.
Schademelden via Whatsapp Ditzo. #Wouter #Hella.
Het schrijven van een betoog
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Bijwoordelijke bepaling
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Begeleider biologie/NW Dominique Hoorelbeke
Beroepscontext Hoe wordt wiskunde toegepast in de beroepscontext?
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
Natuurlijke-Taalinterfaces
Betoog.
Zinsdelen Uitleg met voorbeelden
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
Marketing Week 2 Les 2 (maandag 4 december 2017)
Transcript van de presentatie:

Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels

Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > We nemen aan dat er altijd een discourse referent n voorhanden is die staat voor het spreekmoment. > Als er geen bijwoordelijke bepaling van tijd is introduceert een werkwoord een nieuwe referent t (t1, t2,…). n t s/e > States introduceren een nieuwe referent s (s1, s2,…) > Events introduceren een nieuwe referent e (e1, e2, …)

Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > Afhankelijk van de werkwoordstijd, lokaliseren we t voor, na of tegelijk met n. > States lokaliseren we t.o.v. t als st. > Events lokaliseren we t.o.v. t als et. > Rest nog de eigenlijk condition waarin we het werkwoord en de argumenten aan elkaar linken. n t s/e t<n / t=n / n<t st / et s: x houdt van y / e: x doodt y

Terug naar Nijntje Nijntje houdt van Boris. n x y t s Nijntje (x) st s: x houdt van y

Tijd en aspect in DRT: een tweede lading relevante feiten

Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. n x y t1 e1 z v t2 s1 w k l t3 e2 man(x) black jacket(v) t3<n White Hart(y) t2<n e2t3 t1<n s1t2 e2: w serves l to x e1t1 s1: x is wearing v e1: x enters y Bill(w) z = x k = x beer(l)

Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. e1 e2 e2 e1

Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. wearing n entering serving Intuïtie Events volgen elkaar op. States geven aan dat iets het geval was tijdens de laatstgenoemde event.

Relevante feiten Jan sprong van zijn fiets, liep achter de boef aan, greep hem bij de arm en vloerde hem. Jan vloerde de boef, greep hem bij de arm, liep achter hem aan en sprong van zijn fiets.

Relevante feiten Leonid Zaitsev was in 1936 geboren in een klein, armoedig dorp, ergens ten westen van Smolensk, zo’n dorp waarvan er tienduizenden bestonden, met maar één straat, stoffig in de zomer, modderig in de herfst en stijfbevroeren in de winter. Niet geplaveid, natuurlijk. Een stuk of dertig huizen en een paar schuren. Zijn vader was een boerenarbeider en ze woonden in een hutje niet ver van de hoofdstraat.

Tijd en aspect in DRT: een tweede set regels

Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > Vanaf het moment dat we een event hebben geïntroduceerd voeren we voor de analyse van de volgende eventuality een ‘dynamisch’ referentiepunt in dat we doen overeenkomen met de laatsgeïntroduceerde event. > Naast het lokaliseren van t t.o.v. n en e/s t.o.v. t, lokaliseren we dan ook e/s t.o.v. dit referentiepunt. > e1s1 / e1<e2

Uitgewerkt voorbeeld A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. n x1 x2 t1 e1 x3 x4 t2 s2 x5 x6 x7 t3 e3 man(x1) t2<n t3<n White Hart(x2) s2t2 e3t3 t1<n e1  s2 e1<e3 e1t1 s2: x1 is wearing x4 e3: x5 serves x7 to x1 e1: x1 enters x2 Rpt:= e1 Rpt:= e3 Rpt:=e1 Bill(x5) x3 = x1 x6 = x1 black jacket(x4) beer(x7)