Tijd en aspect in DRT: een eerste set regels
Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > We nemen aan dat er altijd een discourse referent n voorhanden is die staat voor het spreekmoment. > Als er geen bijwoordelijke bepaling van tijd is introduceert een werkwoord een nieuwe referent t (t1, t2,…). n t s/e > States introduceren een nieuwe referent s (s1, s2,…) > Events introduceren een nieuwe referent e (e1, e2, …)
Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > Afhankelijk van de werkwoordstijd, lokaliseren we t voor, na of tegelijk met n. > States lokaliseren we t.o.v. t als st. > Events lokaliseren we t.o.v. t als et. > Rest nog de eigenlijk condition waarin we het werkwoord en de argumenten aan elkaar linken. n t s/e t<n / t=n / n<t st / et s: x houdt van y / e: x doodt y
Terug naar Nijntje Nijntje houdt van Boris. n x y t s Nijntje (x) st s: x houdt van y
Tijd en aspect in DRT: een tweede lading relevante feiten
Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. n x y t1 e1 z v t2 s1 w k l t3 e2 man(x) black jacket(v) t3<n White Hart(y) t2<n e2t3 t1<n s1t2 e2: w serves l to x e1t1 s1: x is wearing v e1: x enters y Bill(w) z = x k = x beer(l)
Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. e1 e2 e2 e1
Relevante feiten A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. wearing n entering serving Intuïtie Events volgen elkaar op. States geven aan dat iets het geval was tijdens de laatstgenoemde event.
Relevante feiten Jan sprong van zijn fiets, liep achter de boef aan, greep hem bij de arm en vloerde hem. Jan vloerde de boef, greep hem bij de arm, liep achter hem aan en sprong van zijn fiets.
Relevante feiten Leonid Zaitsev was in 1936 geboren in een klein, armoedig dorp, ergens ten westen van Smolensk, zo’n dorp waarvan er tienduizenden bestonden, met maar één straat, stoffig in de zomer, modderig in de herfst en stijfbevroeren in de winter. Niet geplaveid, natuurlijk. Een stuk of dertig huizen en een paar schuren. Zijn vader was een boerenarbeider en ze woonden in een hutje niet ver van de hoofdstraat.
Tijd en aspect in DRT: een tweede set regels
Wat te doen als je een werkwoord tegenkomt? > Vanaf het moment dat we een event hebben geïntroduceerd voeren we voor de analyse van de volgende eventuality een ‘dynamisch’ referentiepunt in dat we doen overeenkomen met de laatsgeïntroduceerde event. > Naast het lokaliseren van t t.o.v. n en e/s t.o.v. t, lokaliseren we dan ook e/s t.o.v. dit referentiepunt. > e1s1 / e1<e2
Uitgewerkt voorbeeld A man entered the White Hart. He was wearing a black jacket. Bill served him a beer. n x1 x2 t1 e1 x3 x4 t2 s2 x5 x6 x7 t3 e3 man(x1) t2<n t3<n White Hart(x2) s2t2 e3t3 t1<n e1 s2 e1<e3 e1t1 s2: x1 is wearing x4 e3: x5 serves x7 to x1 e1: x1 enters x2 Rpt:= e1 Rpt:= e3 Rpt:=e1 Bill(x5) x3 = x1 x6 = x1 black jacket(x4) beer(x7)