Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
4. Classificatie van stoffen
Advertisements

HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Van reactieschema tot reactievergelijking
Reactieschema Hoe stel je een reactieschema in symbolen op voor de elektrolyse van water? Pulsar nask2-1 blz 91 bron 41, bewerking van blz 82 bron 33.
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Reactievergelijkingen kloppend maken
Zuivere stoffen en mengsels
Scheikunde 3HV H5 chemische reacties SV
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Reactievergelijkingen kloppend maken
Herkennen van verbindingsklasse 5de jaar Natuurwetenschappen
Herkennen van verbindingsklasse 5de jaar Natuurwetenschappen
5.6 Fotolyse Waterstof: belangrijk voor economie
Hoofdstuk 4 Zouten.
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Thema 5: Classificatie 1. Opdracht.
1. Moleculen Thema 4: Verfijning materiemodel: atomen en moleculen
4. Atomen in chemische symbolentaal
Quiz Thierry Van Peteghem Benny Temmerman 4 Handel.
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Opstellen reactievergelijkingen
Pijl rechts: verder pijl links: terug Kloppend maken In een reactieverglijking moet van elke atoomsoort voor en na de pijl evenveel atomen zijn Dus alle.
Formules van ionaire stoffen
1.4 Ontleedbare stoffen: Samengestelde ionen
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
4T Nask2 Chemische reacties 2.3
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
Reactievergelijkingen Klas 3
pijl rechts: verder pijl links: terug
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Waar haal je de energie vandaan?
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Molecuulformules (voorbeelden)
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Scheikunde 4 W&L.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
NAMEN EN SYMBOLEN VAN ELEMENTEN Jasmijn Domburg, Kim Dekker, Tessa Mennen.
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
2. Reacties met overdracht van elektronen
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Practicum 31 Pyriet Vraag bij het practicum:
Scheikunde klas 3 Herhaling
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
8.6 Van reactieschema naar reactievergelijking
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Zuivere stoffen en mengsels
Wat weten we over atomen?
Zelfstandig maken van opdrachten
Apotheekassistentenopleiding
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Samenvatting: Betekenis index: geeft aan hoeveel atomen aan elkaar gebonden zijn. Betekenis coëfficiënt of voorgetal: geeft aan hoeveel losse atomen of hoeveel moleculen bedoeld zijn. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Samenvatting: Enkelvoudige stoffen ES = 1 atoomsoort = 1 element = 1 symbool - edelgassen en metalen: 1 molecule = 1 atoom = 1 atoomsoort - niet-metalen: 1 molecule = meer dan 1 atoom = 1 atoomsoort Samengestelde stoffen SS = meer dan 1 atoomsoort = meer dan 1 symbool (De elementen volgen zoals in het PSE van links naar rechts. uitzondering: H volgt op elementen uit groep IVA en VA) Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Voorbeelden voor enkelvoudige stoffen ES Edelgas: 1 molecule argon = 1 los atoom argon = 1 Ar = Ar Metaal: 2 moleculen ijzer = 2 losse atomen ijzer = 2 Fe Niet-metaal 1 molecule stikstofgas = 2 gebonden atomen stikstof = N2 3 moleculen stikstofgas = 3 x 2 gebonden atomen stikstof = 3 N2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Voorbeelden voor samengestelde stoffen SS 1 molecule water = 2 atomen waterstof gebonden aan 1 atoom zuurstof = 1 H2O1 = H2O 3 moleculen water = 3 x ( 2 atomen waterstof gebonden aan 1 atoom zuurstof) = 3 H2O1 = 3 H2O Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Kleurbetekenis van de modellen Chloor = groen Calcium = grijs Koolstof = zwart Stikstof = blauw Waterstof = wit Zwavel = geel Zuurstof = rood Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in woorden wat in figuur 1 wordt voorgesteld. Figuur 1 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 2 een zuivere stof of een mengsel voorgesteld? Welke schrijfwijze is juist: S8 of 8 S ? Figuur 2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 3 een ES, een SS of een mengsel voorgesteld? Hoeveel moleculen zijn er aanwezig? Schrijf in symbolentaal wat afgebeeld is in figuur 3. Figuur 3 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in woorden wat voorgesteld wordt in figuur 4. Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 4. Figuur 4 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 5 een ES of een SS voorgesteld? Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 5. Figuur 5 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Is dit een ES of SS? Schrijf in symbolentaal wat in figuur 6 is afgebeeld. Figuur 6 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Is dit een ES of SS? Schrijf in symbolentaal wat in figuur 7 is voorgesteld. Figuur 7 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 8A. Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 8B. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal en in woorden wat voorgesteld is in figuur 9A. Schrijf in symbolentaal en in woorden wat voorgesteld is in figuur 9B. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 10A. Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 10B. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel atomen zie je in figuur 11A? Hoeveel atomen zie je in figuur 11B? Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 11A. Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 11B. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in formuletaal wat hiernaast wordt voorgesteld. Is dit een atoom of een molecule? Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel moleculen worden hier voorgesteld? Schrijf in symbolentaal wat hier wordt voorgesteld. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt hier een mengsel of een samengestelde stof voorgesteld? Hoort bij het model hiernaast volgende voorstelling in symbolentaal: H3S2O ? Corrigeer indien nodig. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt hier een ES of een SS afgebeeld? Welke symbolische voorstelling past het best bij het model: H2CaO2 of Ca(OH)2? Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Stelt het geheel een mengsel of een samengestelde stof voor? Schrijf in symbolentaal wat hier wordt voorgesteld. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel verschillende ES worden hier voorgesteld? Hoeveel verschillende SS worden hier voorgesteld? Schrijf in symbolentaal wat hier wordt afgebeeld. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in woorden wat in figuur 1 wordt voorgesteld. Een los atoom zuurstof Figuur 1 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 2 een zuivere stof of een mengsel voorgesteld? Een zuivere stof Welke schrijfwijze is juist? S8 of 8 S S8 Figuur 2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 3 een ES, een SS of een mengsel voorgesteld? Een ES Hoeveel moleculen zijn er aanwezig? 3 moleculen Schrijf in symbolentaal wat afgebeeld is in figuur3. 3 Cl2 Figuur 3 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in woorden wat voorgesteld wordt in figuur 4. Een molecule SS met 2 atomen waterstof gebonden aan 1 atoom zuurstof. Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 4. H2O Figuur 4 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt in figuur 5 een ES of een SS voorgesteld? Een SS Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 5. H2S Figuur 5 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Is dit een ES of SS? Een SS Schrijf in symbolentaal wat in figuur 6 is afgebeeld. CH4 Figuur 6 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Is dit een ES of SS? Een SS Schrijf in symbolentaal wat in figuur 7 is voorgesteld. NH3 Figuur 7 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 8A. H2 Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld wordt in figuur 8B. H Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal en in woorden wat voorgesteld is in figuur 9A. O2 of 1 molecule van een ES bestaande uit 2 atomen zuurstof. Schrijf in symbolentaal en in woorden wat voorgesteld is in figuur 9B. O3 of 1 molecule van een ES bestaande uit 3 atomen zuurstof. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 10A. 1 O2 Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 10B. 3 O2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel atomen zie je in figuur 11A? 6 atomen Hoeveel atomen zie je in figuur 11B? 6 atomen Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 11A. 2 O3 Schrijf in symbolentaal wat voorgesteld is in 11B. 3 O2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Schrijf in formuletaal wat hiernaast wordt voorgesteld. Cl Is dit een atoom of een molecule? Een los atoom. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel moleculen worden hier voorgesteld? 1 molecule (met 3 atomen en 2 elementen) Schrijf in symbolentaal wat hier wordt voorgesteld. CO2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt hier een mengsel of een samengestelde stof voorgesteld? Een samengestelde stof Hoort bij het model hiernaast volgende voorstelling in symbolentaal: H3S2O ? Neen Corrigeer indien nodig. H2SO3 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Wordt hier een ES of een SS afgebeeld? Een SS (want meer dan 1 atoomsoort verbonden.) Welke symbolische voorstelling past het best bij het model: Ca(OH)2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Stelt het geheel een mengsel of een samengestelde stof voor? Een mengsel van 2 ES en 1 SS. Schrijf in symbolentaal wat hier wordt voorgesteld. H2 + HCl + Cl2 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Hoeveel verschillende ES worden hier voorgesteld? Drie verschillende ES Hoeveel verschillende SS worden hier voorgesteld? 1 SS Schrijf in symbolentaal wat hier wordt afgebeeld. H2O + 2 Cl2 + H2 + O3 Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens

Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens Sluit dit bestand af - niet bewaren. Los de oefeningen in de cursus p.41 en p.42 op. Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens