Everything you need to know for your test in the test week!

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Advertisements

Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
PAST SIMPLE (VERLEDEN TIJD)
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
Instructie grammatica
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Present simple & continuous
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Gebiedende wijs 1.Cross Victoria Street. 2.Sit still, please. 3.Read the article on this page. 4.Watch out! Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Lesson 2 PPTs komen op: Extra English Lesson 2 PPTs komen op:
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Definities: Present Simple en Past Simple
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Persoonlijke voornaamwoorden
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Present Simple & Present Continuous
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Trappen van vergelijking
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Question tags.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Past simple Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple.
Present Simple >< Present Continuous
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
 De actie is in het verleden begonnen en beëindigd  Duidelijke tijdsbepaling!!
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Present continuous De tegenwoordige tijd met –ing vorm.
Grammar – period 2.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
De Onvoltooid Verleden Tijd
Trappen van vergelijking
Present Simple (t.t.) allesvoorengels.nl.
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Past Simple vs Present Perfect
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
English 23 April 2018.
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Past Simple Wat is de Past Simple? Wanneer gebruik je de Past Simple?
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Who/which voornaamwoorden
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Past simple o.v.t..
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Past simple vs present perfect
Present Simple vs Present Continuous
Past simple vs present perfect
Transcript van de presentatie:

Everything you need to know for your test in the test week! Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!

Don’t/doesn’t / didn’t Question tags + zin - tag Hulpww Hulpww herhalen Ander ww Don’t/doesn’t / didn’t - zin + tag Hulpww Hulpww herhalen Ander ww Do/does / did

Past simple HOE ww+ed 2e rijtje onregelmatige ww WANNEER Als je praat over het verleden SIGNAAL-WOORDEN Bepaling van de verleden tijd (last year, last month, in 1996, …. ago) VOORBEELDEN I was sick yesterday. My friends sang a song last month. He changed the music an hour ago.

+ s -o -y -ves -f / -fe +es Klinker + y sisklank Children Women Meervoud + s Uitzondering -y Medeklinker +y -ies Klinker + y (to)ys sisklank +es -f / -fe -ves -o Apart vorm Children Women Feet Teeth mice

Lidwoorden a an the Ding in het algemeen Specifieke ding Lidwoord Uitspraak begint met medeklinker an Uitspraak begint met klinker Specifieke ding the

Comparison 3 of meer lettergrepen 2 lettergrepen 1 lettergreep adj. + -er adj. + -est 2 lettergrepen eindigend op –le / -er / -ow / -y / -some eindigend op andere letters more + adj most + adj. 3 of meer lettergrepen

Comparison (2) Onregelmatige vormen: Good – better – best Bad – worse – worst Little – less – least Many/much – more – most

Comparison (3) schrijfwijze 1 lettergreep -e +r +st Klinker + medeklinker Medeklinker verdubbelen -y -ier -iest

Comparison (4) Bij de comparative (vergrotende trap) gebruik je meestal than Bij de superlative (overtreffende trap) gebruik je altijd the ___________________________________________________ Als je wilt zeggen dat iets even xxxx als iets anders is dan gebruik je as + adj + as as big as / as low as / as exciting as Je hoeft dan dus niets met de adj. te doen.

Bezits s (van) ‘ ‘s bezits s Woord eindigt op s-klank Woord eindigt op andere letter ‘s

some /any some any Some/any ontkenning bevestigende zinnen Vragen waarop je het antwoord ja verwacht any ontkenning Vragen waarop je het antwoord niet weet

Present simple Wanneer Hoe Signaal-woorden Voorbeelden hele ww He/she/it: hele ww + s Hoe Altijd, feit, gewoonte Signaal-woorden Every day, always, on Mondays Voorbeelden I always go home at 2 o’clock.

Present continuous Hoe Am/is/are + ww + ing Wanneer Nu bezig Signaal-woorden Now, at the moment, Look! Vben Look! She is dancing in the streets.

Present simple vs continuous altijd Present simple Hele ww He/she/it: hele ww +s nu bezig Present continuous Am/is/are + hele ww + ing

Vragen maken ? Hulp ww ander ww DAARNA ALTIJD HELE WW!!!! ? Zet hulpww vooraan ander ww ? Zet do / does vooraan DAARNA ALTIJD HELE WW!!!!

- Ontkenning maken Hulp ww ander ww - Zet don’t / doesn’t voor ww - Zet not achter het hulpww ander ww - Zet don’t / doesn’t voor ww DAARNA ALTIJD HELE WW!!!!

voornaamwoorden Persoonlijke (onderwerp) Bezittelijke Persoonlijke 2 (lijdende vorm) NL EN Ik I mijn my me jij / u you jouw / uw your je / jou / u hij he zijn his hem him zij she haar her het it zijn/haar its wij we onze our ons us jullie / u jullie / uw jullie they hun their ze / hen / hun them

Vragende voornaamwoorden WHO WIE? WHAT WAT? WHICH WELKE? – KEUZE UIT MEERDERE DINGEN WHEN WANNEER? WHERE WAAR? WHY WAAROM? HOW HOE?

Soort werkwoord in de zin Bijwoorden van tijd Never, rarely, sometimes, usually, always Plaats in de zin Vorm van to be ACHTER WW Ander ww VOOR WW Soort werkwoord in de zin

Klok