Hoofdstuk 1: Reële getallen Getallenleer Hoofdstuk 1: Reële getallen
1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal Van breuk naar decimale vorm Je deelt de teller door de noemer: vb.: 5/8 = 0,625 Decimaal getal: de decimale vorm is begrensd (vb.: 0,264 en -0,28) Repeterende decimale vorm: de decimale schrijfwijze van een rationaal getal is niet begrensd Periode: dit heeft een repeterende decimale vorm (vb.: 0,333… dan is 3 de periode) Zuiver repeterend: repeterende decimale vormen waarvan de periode onmiddellijk na de komma begint (vb.: 0,272727…) Gemengd repeterend: repeterende decimale vormen waarbij een niet-repeterend deel voorkomt (vb.: - 5,8777…) Menu 1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal 1.1.2: Irrationaal getal 1.1.3: Reël getal
1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal (2) Menu Van decimale vorm naar breuk −3,15= −315 100 = −𝟔𝟑 𝟐𝟎 1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal 1.1.2: Irrationaal getal 1.1.3: Reël getal Gebruik van rekenmachine Van decimaal getal naar breuk Math Þ optie 1 Þ enter Van repeterende decimale vorm naar breuk
1.1.2: Irrationale getallen Menu 1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal 1.1.2: Irrationaal getal 1.1.3: Reël getal
1.1.3: Reëel getal Menu N = natuurlijke getallen Z = Gehele getallen 1.1.1: Schrijfwijzen van een rationaal getal Definitie: De verzameling van de rationale en irrationale getallen noemt men de verzameling van de reële getallen. 1.1.2: Irrationaal getal 1.1.3: Reëel getal N = natuurlijke getallen Z = Gehele getallen Q = Rationale getallen R = Irrationale getallen