2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Futur van regelmatige werkwoorden
Advertisements

Havo 3 Grammaire chapitre 4.
HET BIJWOORD L’ADVERBE.
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
Le subjonctif De aanvoegende wijs.
Grammaire chapitre 5 3 havo.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
Voltooid tegenwoordige tijd
Tegenwoordig deelwoord
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Grammaire thème 5 4 vwo.
Grammaire chapitre 1 Havo 3.
Bijvoeglijk naamwoord
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.
Grammaire thème 4.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Franse Les Les 19 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6 & 7 Vorige les & huiswerk Voyages unité 8 Écouter Pirates chapitre 6.
Grammaire chapitre 3 3 havo.
2 hv en 2 vwo+ Grammaire chapitre 5.
Grammaire chapitre 1 2 vwo (+).
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Connaitre 3M – week 40 - Frans.
Het bijvoeglijk naamwoord
Faire 3 VMBO - Frans.
Het Bijvoeglijk Naamwoord
Franse Les Les 7 Vorige week Voyages p. 18/19 Verbe : avoir + faire
De verleden tijd - imparfait
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET BIJWOORD L’ADVERBE [Audio p.1] Stem NL: Het bijwoord
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Bezittelijk voornaamwoord
Past simple Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple.
Les verbes.
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Spaans week 9 les 1 3HD.
Naam: 1 Bijvoeglijk naamwoord: Type je naam in het vak en druk op de play knop Beantwoord de vragen en kijk hoeveel je er goed had succes.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
De gebiedende wijs L’impératif Wanneer gebruiken? Wanneer je opdrachten of aanwijzingen geeft. Bijvoorbeeld: – Lees dit even; – Eet je broodje op; –
De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd
L´adjectif.  Regarde Fabien, ce pantalon bleu.  Et regarde la chemise verte.
 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.   Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
DE PASSÉ COMPOSÉ de voltooid tegenwoordige tijd.
LE FUTUR Je vais aller en France ce week-end.
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
BIJWOORD.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Trappen van vergelijking
LES ADVERBES.
Bijvoeglijk naamwoord
-ir -er -re Regelmatige werkwoorden eindigend op:
Regelmatige werkwoorden op - er
Bezittelijk voornaamwoord
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Regelmatige werkwoorden op -er
Grammaire L’adverbe.
Grammatica: werkwoorden
(Het werkwoord doen, maken)
Transcript van de presentatie:

2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4

De regelmatige ww. op -re In het Frans zijn er 3 soorten regelm. ww: -er (manger) eten - ir (choisir) kiezen -re (attendre) wachten Op leconjugueur.com zie je precies hoe de werkwoorden op –re vervoegd worden in de présent, imparfait en passé composé.

Het bijwoord Een bijv.nw. en een bijwoord lijken op elkaar, maar: Een bijwoord zegt iets over een werkwoord. Een bijvoeglijk nw. zegt iets over een zelfstandig nw. Bijwoord: Jan werkt goed Jean travaille bien Bijv.nw.: dit is een groot huis c’est une grande maison.

Hoe maak je het bijwoord in het Frans? Het bijv.nw eindigt op een klinker Het bijv. nw. eindigt op een medeklinker -ment zetten achter het bijv.nw. Facile facilement Difficile. difficilement Stap 1: maak het bijv. nw eerst vrouwelijk. Stap 2: zet –ment erachter Exemple: Heureux heureuse heureusement Lent lente lentement

De onregelmatige bijwoorden Deze bijv. nw. hebben een bijwoord dat onregelmatig is: Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bon Bien  goed mauvais Mal  slecht

Het werkwoord “devoir”moeten Kijk in leconjugueur.com voor de vervoeging in le présent, imparfait en passé composé.

De gebiedende wijs Wanneer? Om een opdracht, bevel uit te drukken. Hoe? 1- Neem de “je” of “vous”vorm van het ww. in de présent. 2- “je”of “vous”weglaten.

werkwijze Regarde la télé! Mange ton repas! Écoute la radio! Je praat tegen iemand met “tu” Je praat tegen iemand met “vous” of met meer personen Regarde la télé! Mange ton repas! Écoute la radio! Fais attention! Regardez la télé Mangez votre repas! Écoutez la radio! Faites attention!