2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4
De regelmatige ww. op -re In het Frans zijn er 3 soorten regelm. ww: -er (manger) eten - ir (choisir) kiezen -re (attendre) wachten Op leconjugueur.com zie je precies hoe de werkwoorden op –re vervoegd worden in de présent, imparfait en passé composé.
Het bijwoord Een bijv.nw. en een bijwoord lijken op elkaar, maar: Een bijwoord zegt iets over een werkwoord. Een bijvoeglijk nw. zegt iets over een zelfstandig nw. Bijwoord: Jan werkt goed Jean travaille bien Bijv.nw.: dit is een groot huis c’est une grande maison.
Hoe maak je het bijwoord in het Frans? Het bijv.nw eindigt op een klinker Het bijv. nw. eindigt op een medeklinker -ment zetten achter het bijv.nw. Facile facilement Difficile. difficilement Stap 1: maak het bijv. nw eerst vrouwelijk. Stap 2: zet –ment erachter Exemple: Heureux heureuse heureusement Lent lente lentement
De onregelmatige bijwoorden Deze bijv. nw. hebben een bijwoord dat onregelmatig is: Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bon Bien goed mauvais Mal slecht
Het werkwoord “devoir”moeten Kijk in leconjugueur.com voor de vervoeging in le présent, imparfait en passé composé.
De gebiedende wijs Wanneer? Om een opdracht, bevel uit te drukken. Hoe? 1- Neem de “je” of “vous”vorm van het ww. in de présent. 2- “je”of “vous”weglaten.
werkwijze Regarde la télé! Mange ton repas! Écoute la radio! Je praat tegen iemand met “tu” Je praat tegen iemand met “vous” of met meer personen Regarde la télé! Mange ton repas! Écoute la radio! Fais attention! Regardez la télé Mangez votre repas! Écoutez la radio! Faites attention!