Variatie in betekenis Werkgroepopdracht 1b.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Advertisements

Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
I love you.
Variatie in betekenis 2012 Inleiding.
EEN PRESENTATIE Hoe ziet er een presentatie (niet) uit? Wat zijn de hulpmiddelen? H v BreugelA vdr Coelen ZWIJSEN COLLEGE VEGHEL Wat zijn de soorten?
Virgielcollege Mede mogelijk gemaakt door uw Eerstejaarsch Commissie.
Moeten: must, have (got) to, should, should have
Tel de zwarte stippen!. Tel de zwarte stippen!
zaterdag 19 juli 2014 Saturday, 19 July 2014 I see what you don’t see I come from another galaxy My earthal life was not the intention I was meant.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
24 juni 2003Johnson en Morrill in Israel Een studie naar de Johnson Morrill Hypothese in relatie tot de Hebreeuwse taal; implementatie van bewijsnetten.
Vragen, Opmerkingen, ….
tijd lexicaal aspect aktionsart lokalisering op tijdsas
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Hulpwerkwoorden can must may etc.
Gods geschenk vindt altijd zijn plaats!
Grammar Chapter 6 G 4 Any, every, no + samenstellingen.
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
“No problem can be solved from the same level of consciousness that created it. We must learn to see the world anew.” Albert Einstein.
Vorige week: Massumi over Reagan 1.Problem of the actor 2.Seeming-being is een nieuw ‘regime of sign’ welke structuren aanbrengt in collective assemblages.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Interpreteren van data
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Lesson 8. Today’s lesson  Exam material  Check homework  Grammar: the passive voice.
Reflections on life Sound on Reflecties op het leven. Geluid aan.
Tel de zwarte stippen. Tel de zwarte stippen Lopen de horizontale lijnen evenwijdig of niet?
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
Deltion College Engels B1 Lezen [no. 001] can-do : 2 products compared.
Deltion College Engels B1 Gesprekken voeren [Edu/008] theme: ‘I have to arrest you, you’ve stolen my heart’ … can-do : kan een eenvoudig face-to-face gesprek.
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Kom hoger #1. Jozua Terwijl zij nu voor Israel vluchtten en zij juist op de helling van Bet- choron waren, wierp de HERE uit de hemel grote stenen.
Monday, 30 March 2015 maandag 30 maart 2015 Leonard Cohen is still on stage This must be a miracle at his age I’m sure that you like this song Enjoy.
Deltion College Engels B2 En Spreken/Presentaties [Edu/006] Thema: My favourite recipe… Can-do : kan veel zaken binnen het eigen interessegebied duidelijk.
Wednesday, 01 April 2015 woensdag 1 april 2015 You can walk or you can run You feel sad or you have fun Live today and don’t feel sorrow Don’t think.
Nothing Is As It Seems Introduction Lesson. What are we going to do? - We gaan deze periode spreek, luister, lees en schrijflessen in een thema oefenen.
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/003] thema: Topical News Lessons: The Onestop Magazine can-do: kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over.
Deltion College Engels B2 Spreken [Edu/001] thema: What’s in the news? can-do : kan verslag doen van een gebeurtenis en daarbij meningen met argumenten.
Test Tender module Stap 1 Klik op het gewenste object.
Nothing Is As It Seems Lesson 8 Cubes and Numbers.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/007] thema: ‘With this mobile you can…’ can-do : kan op betrouwbare wijze gedetailleerde informatie doorgeven.
Deltion College Engels B2 (telefoon)gesprekken voeren[Edu/002] /subvaardigheid lezen/schrijven thema: I am so sorry for you… can-do : kan medeleven betuigen.
Kom, ga met ons mee Come, go with us. ‘Wij vertrekken nu naar het land dat de Heer ons beloofd heeft. Ga met ons mee! Je zult het goed hebben bij ons.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Financial Intelligence Unit of Aruba MOT Subjectief melden, een sprookje?
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
MTAS Multi Tier Annotation Search
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Mavo 4.  Goal(s)  Letter Puzzle  Write a letter  Check the letters  Do assignments 4A, 5A, 6A & 7 in Student Book page 50  Evaluation.
PAST CONTINUOUS TWAN FRIELING MARIJE VAN DEN HONDEL ANISHA DE VRIES.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
De Onvoltooid Verleden Tijd
Salt & Light Zout & Licht
Word order.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Past Simple vs Present Perfect
Werkwijze Hoe zullen we als groep docenten te werk gaan?
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Video and Radio NU Engels unit 5.1.
KWADRATEN EN WORTELS Waar wortels woeden en varkens wroeten koester ik mijn sproeten in algebraïsch vergelijk wis, mijn kunde en leven lieve lusten en.
English 23 April 2018.
Past simple vs present perfect
Transcript van de presentatie:

Variatie in betekenis Werkgroepopdracht 1b

Reichenbach

Reichenbach The tenses determine time with reference to the time point of the act of speech, i.e., of the token uttered. […] Let us call the time point of the token the point of speech. Then the three indications, ‘before the point of speech’, ‘simultaneous with the point of speech’, and ‘after the point of speech’, furnish […] three tenses. VERLEDEN TOEKOMST before the point of speech after the point of speech Point of speech ‘Simultaneous’ with the point of speech HEDEN

Reichenbach > Invoeren van extra referentiepunten […] since the number of verb tenses is obviously greater, we need a more complex interpretation. From a sentence like ‘Peter had gone’ we see that the time order expressed in the tense does not concern one event, but two events, whose positions are determined with respect to the point of speech. Het vertrek van Peter Point of speech > Invoeren van extra referentiepunten

Reichenbach We choose the point of speech as the starting point; relative to it the point of reference can be in the past, at the same time, or in the future. Next we consider the point of the event; it can be before, simultaneous with, or after the reference point. E R E S E R E  E E R E  E  E > Schematische representatie > Reichenbachs shorthand: ‘A-B’ staat voor ‘A vindt plaats vóór B’ ‘A,B’ staat voor ‘A vindt plaats tegelijk met B’

Reichenbach E R E S E R E  E E R E  E  E R-E(-S) S,R-E S-R-E E,R-S E,R,S S-R,E E-R-S E-R,S (S-)E-R 1. 2. 3. 4. 5. 6.

R-S R,S S-R E-R E,R R-E E-R-S 1. E-R,S 2. E-S-R E,S-R S-E-R 3. E,R-S 4. E,R,S 5. S-R,E 6. E,R R-E-S R-S,E R-S-E 7. S,R-E 8. S-R-E 9. R-E Hij spreekt, hij heeft gesproken, hij zal spreken, hij zal gesproken hebben A. B. C. D. Zij sprak, zij had gesproken, zij zou spreken, zij zou gesproken hebben E. F. G. H.

R-S R,S S-R E-R E,R R-E E-R-S 1. E-R,S 2. E-S-R E,S-R S-E-R 3. Zij had gesproken Hij heeft gesproken Hij zal gesproken hebben. E,R-S 4. E,R,S 5. S-R,E 6. E,R Zij sprak Hij spreekt Hij zal spreken. R-E-S R-S,E R-S-E 7. S,R-E 8. S-R-E 9. Hij zal spreken. R-E Zij zou spreken Hij gaat spreken. ? Hij zal gaan spreken. Hij ging spreken. Hij spreekt, hij heeft gesproken, hij zal spreken, hij zal gesproken hebben A. B. C. D. Zij sprak, zij had gesproken, zij zou spreken, zij zou gesproken hebben E. F. G. H. zij zou gesproken hebben

Reichenbach: problemen 1. Alle cellen komen overeen met slechts 1 configuratie, behalve cellen 3 en 7. Dit suggereert dat de tenses die in deze cellen voorkomen ambigu zijn. 2. Blijkbaar is ‘Hij zal spreken’ ambigu; het komt nl. voor in twee cellen. 3. Er lijkt niet echt een werkwoordstijd te zijn die overeenkomt met wat de configuratie in cel 9 uitdrukt. 4. Er is geen cel die een configuratie bevat die uitdrukt wat ‘Zij zou gesproken hebben’ uitdrukt.

Reichenbach: conclusie Reichenbachs doel was een matrix op te stellen die ons zou toelaten de verschillende tenses van een taal te analyseren. Dit type matrix functioneert optimaal als alle cellen gevuld zijn met maximaal 1 tense. Zijn doel heeft hij niet helemaal bereikt maar hij heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd, nl. het introduceren van extra referentiepunten.

Oefening 1 Vat op een inzichtelijke wijze Reichenbachs matrix samen en laat zien hoe het Nederlands hier niet helemaal binnen past.

Oefening 2 Het Nederlands heeft 8 werkwoordstijden: Hij spreekt, hij heeft gesproken, hij zal spreken, hij zal gesproken hebben A. B. C. D. Zij sprak, zij had gesproken, zij zou spreken, zij zou gesproken hebben E. F. G. H. Ontwerp zelf een matrix met 8 cellen op basis van de werkwoordsmorfologie en het gebruik van hulpwerkwoorden. Vergelijk deze matrix met die van Reichenbach. Probeer voorts ook de Engelse data die Reichenbach behandelt te integreren.

Oefening 2 Hij spreekt, hij heeft gesproken, hij zal spreken, hij zal gesproken hebben A. B. C. D. Zij sprak, zij had gesproken, zij zou spreken, zij zou gesproken hebben E. F. G. H. Enkelvoudig Hij spreekt Zij sprak ‘Zullen’ Hij zal spreken Zij zou spreken Hij zal gesproken hebben Zij zou gesproken hebben ‘Hebben’ Hij heeft gesproken Zij had gesproken Hij zal gesproken hebben Zij zou gesproken hebben Allemaal ‘heden’ Allemaal ‘verleden’ > Fundamenteel onderscheid tussen heden en verleden. > ‘zullen’ en ‘hebben’ blijken secundaire onderscheidingen te maken.

Oefening 2 VERLEDEN HEDEN ZULLEN ZULLEN ZULLEN ZULLEN HEBBEN HEBBEN

Prior

Prior Wat Reichenbach voor taalkundigen is, is Prior voor logici. Logici zijn minder geïnteresseerd in hoeveel werkwoordstijden er zijn en hoe we dit best kunnen analyseren maar wel in de waarheidswaarden van met tense gemarkeerde werkwoorden. Verrijking van de propositielogica.

Een beetje achtergrond Jan zit in bad. propositie > iets dat waar of onwaar kan zijn > in propositielogica stellen we proposities voor met letters (p, q, …)

Een beetje achtergrond Jan zit in bad. p Marie staat in de douche. q Jan zit in bad en Marie staat in de douche. p  q Jan zit in bad of Marie staat in de douche. p  q Jan zit niet in bad. p Als Jan in bad zit, staat Marie in de douche. p  q

Priors bijdrage Prior voegt een aantal operatoren toe: P Pp Er bestaat een moment t’ dat ligt voor het spreekmoment t en p is waar op t’. Pp  t’[t’ t t’ p] F Fp Er bestaat een moment t’ dat ligt na het spreekmoment t en p is waar op t’. Pp  t’[t t’t’ p]

Priors bijdrage Prior voegt een aantal operatoren toe: H Hp p is altijd het geval geweest Hp = Pp Er is geen moment t’ dat voor het spreekmoment t ligt waarop p niet waar is. G Gp p zal (vanaf nu) altijd het geval zijn Gp = Fp Er is geen moment t’ dat na het spreekmoment t ligt waarop p niet waar is.

Enkele voorbeelden Jan vertrok. Pp (waarbij p ‘Jan vertrekt’) Jan was vertrokken. PPp (waarbij p ‘Jan vertrekt’) Jan zal vertrekken. Fp (waarbij p ‘Jan vertrekt’) Jan zal altijd van Marie houden. Gp (waarbij p ‘Jan houdt van Marie’)

Nog meer voorbeelden Jan zal vertrokken zijn. FPp (waarbij p ‘Jan vertrekt’) Jan zou vertrokken zijn. PFPp (waarbij p ‘Jan vertrekt’) Jan heeft altijd van Marie gehouden Hp (waarbij p ‘Jan houdt van Marie’)

Oefening 3 Evalueer Priors tijdslogica. De volgende vragen kunnen je op weg helpen: 1. Wat is de vertaling van ‘Jan is vertrokken’ en ‘Jan vertrok’ in Priors logica ? Hoe verhoudt zich dit tot Reichenbachs analyse? 2. Reichenbachs analyse voorspelt het bestaan van 9 werkwoordstijden. Hoeveel werkwoordstijden voorspelt Priors logica ? 3. Hoe zou je de zin ‘Gisteren is Jan vertrokken’ analyseren à la Reichenbach en à la Prior? Analyseer gisteren als een referentiepunt bij Reichenbach en als een operator bij Prior. Welke analyse is adequater?

Einde