De Opstand Les 1: Karel V en de Gewesten én het begin van de Opstand Van Hunebed tot heden
Alle Gewesten onder een koning H5:§ 5:p127-30 Alle Gewesten onder een koning Karel V (regeerperiode 1515-1555) ging de strijd aan om alle Gewesten van de Lage Landen onder zich te krijgen Tussen 1524 en 1543 veroverde hij Utrecht, Oversticht, Friesland, de Ommelanden en Gerle (!) Karel was de baas over een wereldrijk. Hiernaast zijn Europese bezittingen
vader en zoon
Bestuur van de Gewesten Karel wilde – evenals later zijn zoon Filips II – het bestuur centraliseren Als plaatsvervanger bij afwezigheid benoemde hij een landvoogd(es) Drie centrale Raden (bestaande uit hoge adel en juristen) Die gezamenlijk met de Landvoogd bestuurden Deze bestuurlijke verandering wijzigde de machtsverhoudingen zeer tegen de zin in van de steden, die alleen maar meer vrijheid wilde/eisten. De steden hielden vast aan hun privilleges: particularisme (oorzaak 1 van de Opstand)
Bestuur en religie in de Gewesten Karel wilde – evenals zijn later zoon Filips II – religieuze eenheid; d.w.z. alleen de RK kerk Zowel vader als zoon lieten daarom afvalligen (lees: protestanten) vervolgen Karel vaardigde zelfs een bloedplakkaat uit. Deze bestuurlijke verandering wijzigde de machtsverhoudingen zeer tegen de zin in van de steden, die alleen maar meer vrijheid wilden/eisten: particularisme (oorzaak 1 van de Opstand)
Bestuur en religie in de Gewesten Karel wilde – evenals later zijn zoon – wilde religieuze eenheid; d.w.z. alleen de RK kerk Zowel vader als zoon lieten daarom afvalligen (lees: protestanten) vervolgen (oorzaak 2 van de Opstand) De lokale bestuurders moesten deze vervolging uitvoeren Eerst werden er plakkaten uitgevaardigd Daarom moest de brandstapel; kerker; pijnbank in actie komen Echter, de lokale bestuurders lapte dit aan hun laars redenen: Er waren al veel protestanten; ook onder de bestuurders Het houden van Hagenpreken was gewoon normaal geworden Men vond deze gang van zaken een inbreuk op de eigen rechten Men vond verdraagzaamheid veel belangrijker dan vervolging
Hagenpreken
2.2 Opstand in de Nederland (1566-1576) Smeekbede Om aan de druk op de Nederlanden een einde te maken, sloegen protestanten en gematigde katholieken de handen ineen en overhandigden de landvoogdes, Margaretha van Parma, een smeekschrift/-bede. Centraal hierin stond dat de rust alleen kon wederkeren wanneer de actieve vervolging van protestanten stopte De landvoogdes kon dit zelf niet beslissen, maar stemde (geschrokken als zij was) in met matiging tot nadere orders uit Madrid. Gevolg: de protestanten kwamen bovengronds en gingen in hun hagenpreken fel tekeer dé Kerk. Gevolg: de Beeldenstorm
Beeldenstorm 1566
Huiswerk Lezen blz. 126 t/m 127 Maakwerk in de klas Van vorige les: o.a. OT-kaart verwerken Deze les: Opdracht 1 & 5 p. 123 (waar: toetsvraag zonder bron bij Tijdvak 5) Opdracht 7 (waar: toetsvraag met bron bij Tijdvak 5) Huiswerk Lezen blz. 126 t/m 127