Inleiding: De bepaalde integraal

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Over stapgrootte en volgorde programmaregels
Advertisements

Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Toepassingen met integralen
H3 Tweedegraads Verbanden
HOOFDSTUK 3 : ELEKTRISCHE POTENTIAAL.
Snelheid op een bepaald tijdstip
havo A Samenvatting Hoofdstuk 2
Energie Wanneer bezit een lichaam energie ?
De Duiksport Door Bob De Kinder 6de jaar industriële wetenschappen.
Eenparige vertraagde beweging
toepassingen van integralen
Kracht en beweging.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 10
Havo5 WA Extra opgaven.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Snelheid.
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Sport en verkeer Hoofdstuk 3 Nova Klas 3H.
Eenparige versnelde beweging
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Samenvatting Newton H2(elektr.)
Het meten van radioaktiviteit
Oppervlakten berekenen
Herhaling hfd. 1 en 2 havo.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 10
Kwadratische verbanden
Internationale hogeschool Breda Wiskunde bij het ontwerpen en evalueren van verkeerslichtenregelingen Wachten voor een verkeerslicht duurt altijd te lang…..
Differentiëren en integreren
Oppervlakten berekenen een mogelijke ontstaansgeschiedenis voor integralen... 6de jaar – 3 & 4u wiskunde Pedro Tytgat: Aanpassing Ronny Vrijsen.
Overzicht van de leerstof
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 15
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 16
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 13
Riemannsommen De oppervlakte van het vlakdeel V in figuur a is
Buigpunt en buigraaklijn
1212 /n Korte herhaling van vorige keer Vermelding van meetresultaten zonder nauwkeurigheid is uit den boze ! Conclusies trekken zonder betrouwbaarheids-intervallen.
De eenparige beweging..
Title Eendimensionale bewegingen
Opdrachten Snelheid.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
BEWEGING – GRAFIEKEN EN VERBANDEN
Rijen en differentievergelijkingen met de TI-83/84-familie
Wat is de verplaatsing? Wat is de afgelegde weg?
Δ x vgem = Δ t Eenparige beweging
2.6 Het gebruik van formules en diagrammen
Hogere wiskunde Limieten college week 4
Eenparige beweging opgave 1
havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 12
BEWEGINGEN.
H4 Differentiëren.
H2 Lineaire Verbanden.
Vertraging Bij een vertraging gaat de snelheid steeds verder achter uit. De vertraging geef je weer met de letter a. Als a= 3 m/s2 is dan neemt de snelheid.
Klas 2 m en herhaling voor klas 3 m
Vertraagde beweging Uitleg v1 blz 12..
Versnelde beweging Antwoorden op vragen
Herhaling opgave 1 a) b) c) d) e) f) g) h) i)
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Elektriciteit Deel 4 Waterstromen Energie Omzetting Ing W.T.N.G. Tomassen.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
Vwo6 WiskA Toepassing van differentiaalrekenen Extra opgaven.
Verschillende grafieken en formules
EXTRA BLOK 4 MECHANICA. I HET BALLETJE D Dan is de snelheid 0, maar er is wel een versnelling, gewoon g! Kijk maar naar de helling van de getekende raaklijn:
eenheden variabele productiefactor (arbeid) productie in aantallen
Opg 1 blz 183.
HV2 Pulsar hoofdstuk 4 Deel §4.1 en §4.z
toepassingen van integralen
Transcript van de presentatie:

Inleiding: De bepaalde integraal

Probleem 1: Geg: een v-t diagram (snelheid ifv tijd) Gevr: de afgelegde weg na 4 seconden (a) Bij constante snelheid

Probleem 1: Geg: een v-t diagram (snelheid ifv tijd) Gevr: de afgelegde weg na 4 seconden (a) Bij constante snelheid

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan ...

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4 Al wat beter: tussen 0s en 1s is v > … en dus ∆ s > … tussen 1s en 2s is v > … en dus ∆ s > … tussen 2s en 3s is v > … en dus ∆ s > … tussen 3s en 4s is v > … en dus ∆ s > … dus de totale afgelegde weg ∆ s is > ...

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4 Al wat beter: tussen 0s en 1s is v > 1 en dus ∆ s > 1 tussen 1s en 2s is v > … en dus ∆ s > … tussen 2s en 3s is v > … en dus ∆ s > … tussen 3s en 4s is v > … en dus ∆ s > … dus de totale afgelegde weg ∆ s is > ...

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4 Al wat beter: tussen 0s en 1s is v > 1 en dus ∆ s > 1 tussen 1s en 2s is v > 2 en dus ∆ s > 2 tussen 2s en 3s is v > … en dus ∆ s > … tussen 3s en 4s is v > … en dus ∆ s > … dus de totale afgelegde weg ∆ s is > ...

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4 Al wat beter: tussen 0s en 1s is v > 1 en dus ∆ s > 1 tussen 1s en 2s is v > 2 en dus ∆ s > 2 tussen 2s en 3s is v > 5 en dus ∆ s > 5 tussen 3s en 4s is v > … en dus ∆ s > … dus de totale afgelegde weg ∆ s is > ...

(b) Geen constante snelheid We zoeken een benadering ‘te klein’ voor de afgelegde weg in de eerste 4 seconden: Heel grof: omdat v gedurende de eerste 4 s groter of gelijk is aan 1 m/s, zal de afgelegde weg groter zijn dan 4 Al wat beter: tussen 0s en 1s is v > 1 en dus ∆ s > 1 tussen 1s en 2s is v > 2 en dus ∆ s > 2 tussen 2s en 3s is v > 5 en dus ∆ s > 5 tussen 3s en 4s is v > 5 en dus ∆ s > 5 dus de totale afgelegde weg na 4s is > 13

(b) Geen constante snelheid We kunnen zo verdergaan en de tijds- intervallen steeds kleiner maken. We zullen dan steeds betere resultaten of maw betere benaderingen voor de totale afgelegde weg krijgen. We zien dat de exacte waarde voor de afgelegde weg gelijk is aan ...

(b) Geen constante snelheid We kunnen zo verdergaan en de tijds- intervallen steeds kleiner maken. We zullen dan steeds betere resultaten of maw betere benaderingen voor de totale afgelegde weg krijgen. We zien dat de exacte waarde voor de afgelegde weg gelijk is aan de oppervlakte onder de grafiek van v(t) en boven de t- as. Merk op: we hadden ook kunnen werken met benaderingen die ‘te groot’ zijn.

Probleem 2: (a) In een leeg reservoir loopt gedurende 8u water en dit aan een tempo van 2 ton/u. Hoeveel water is er in dit reservoir na die 8u?

Probleem 2: (a) In een leeg reservoir loopt gedurende 8u water en dit aan een tempo van 2 ton/u. Hoeveel water is er in dit reservoir na die 8u? 8 x 2 = 16

(b) In een leeg reservoir loopt gedurende 8u water bij of weg, en dit aan een wisselend tempo (zie grafiek). Waar is hier sprake van watertoevoer? waterafname?

(b) In een leeg reservoir loopt gedurende 8u water bij of weg, en dit aan een wisselend tempo (zie grafiek). Waar is hier sprake van watertoevoer? 0 ≤ t ≤ 6 waterafname? 6 < t ≤ 8 Hoeveel water is er in het reservoir na 8u?

(b) In een leeg reservoir loopt gedurende 8u water bij of weg, en dit aan een wisselend tempo (zie grafiek). Waar is hier sprake van watertoevoer? 0 ≤ t ≤ 6 waterafname? 6 < t ≤ 8 Hoeveel water is er in het reservoir na 8u? (6 x 2)/2 = 6 (2 x 1)/2 = 1 => 6 - 1 = 5 ton

Besluit: Uit deze voorbeelden blijkt dat het belangrijk is om oppervlakten begrensd door de grafiek van een functie en de x-as te kunnen berekenen. Het laatste voorbeeld toont bovendien aan dat het interessant kan zijn om oppervlakten boven de x-as positief en oppervlakten onder de x-as negatief te tellen.