havo B Samenvatting Hoofdstuk 10

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Advertisements

Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Z, F en X hoeken Kees Vleeming.
Doorsnede van een kubus met een vlak
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
(11,25;10) (10,15) (10,16) Totaal 7 lijnen getekend.
Presentatie Vlakke figuren Theorie Rekenvoorbeelden
Gelijkvormige driehoeken
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 9
Quiz Gelijkvormigheid
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 8
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4
Extra vragen voor Havo 3 WB
Rekenregels voor wortels
Herhaling gelijkvormigheid
Gelijkvormige driehoeken
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Piramide met vierkant grondvlak
Projectie en stelling van thales
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
35 Gelijkvormig 1 Werk in drie- of viertallen.
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 5
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Ruimtefiguren Alle dingen die ruimte innemen noemen we in de wiskunde ruimtefiguren. kubus balk bol kegel prisma piramide balk prisma cilinder.
Gelijkvormigheid en verhoudingstabellen.
∙ D C diameter 4 cm. middelpunt A 6 cm. B opgave 53 a teken b cirkel
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Doorsnede van een rivier
Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen
Herhaling opgave 1 a) b) c) d) e) f) g) h) i)
Ruimtefiguren.
Vergroten en verkleinen
Vorm en ruimte Hielke Peereboom
Presentatie Z en F Hoeken Theorie.
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Oppervlakte Rechthoek.
Inhoud van een balk en cilinder
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Omtrek. 2 cm 8 cm2 cm + + += of 4 x 2 cm8 cm= Omtrek van een vierkant = 4 x z Omtrek van een veelhoek
5L week : ‘Herhaling’ Meetkunde 5L week 8: ‘Herhaling’
Warming-up & herhaling Eigenschapsrekenen middels coöperatief leren Mix en Ruil.
Meetkunde 5L week 4: Meetkundige relaties: evenwijdigheid en loodrechte stand herkennen en tekenen rechte a en rechte b snijden elkaar in punt F 5L week.
Vormleer: vlakke figuren - vierhoeken
Ruimtelijke figuren.
Projectie tekenen Dal\RvP 2015.
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Meetkunde 5de leerjaar.
8.4 Oppervlakte bij vergroten Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Korte herhaling doorsneden
F- en Z-hoeken Uitleg en opgave Mavo.
Bereken de inhoud van de kubus en balk
Twee zijden en de hoek ertussen gegeven VMBO-T
Hoofdstuk 13 figuren. Hoofdstuk 13 figuren Paragraaf 17.1 Vlakke figuren.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Vierkant en kubus Vierkant en kubus Vierkant en kubus © André Snijers.
M3 2 Het volume van een piramide, een kegel en een bol M A R T X I
Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Gelijkvormige figuren, lengte, omtrek en oppervlakte
M A R T X I W K U N E D S 2 G16 Gelijkvormige figuren © André Snijers.
Wiskunde Blok 9, les 6.
Eerst balk, kubus, prisma en cilinder herhalen
En oppervlakte van ruimtefiguren
oppervlakte en inhoudsmaten
Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren. Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren.
Transcript van de presentatie:

havo B Samenvatting Hoofdstuk 10

Herhaling gelijkvormigheid snavelfiguur zandloperfiguur ∆ABC ∽ ∆DBE ∆KLM ∽ ∆ONM K = O L = N M = M C A = D B = B C = E K L E B M D A N O AB BC AC KL LM KM DB BE DE ON NM OM 10.1

5 3 opgave 12 a AT2 = 32 + 42 = 25 dus AT = 5. In het vooraanzicht is ∆MPT ∽ ∆AST want, P = S en T = T Dit geeft : 5r = 12 – 3r 8r = 12 r = 1,5 P r 5 M r A B 3 S vooraanzicht D C T b I(bol) = A B bovenaanzicht 10.1

Doorsneden tekenen Een doorsnede van een object is de vlakke figuur die je krijgt als je het object doorsnijdt. Bij het tekenen van doorsneden gebruik je de volgende regels: Evenwijdige doorsneden snijden een grensvlak volgens evenwijdige lijnen. Evenwijdige vlakken worden door een doorsnede gesneden volgens evenwijdige lijnen. De randen van een doorsnede liggen in de grensvlakken van de ruimtefiguur. 10.2

opgave 17 L ⋀ ⋀ ≪ ≪ T ≪ ⋀ N O De doorsnede is de vijfhoek MLNOT 10.2

opgave 31 a W V ≪ ⋀ U ≪ ⋀ P Q R Z De horizontale doorsnede van de piramide op een hoogte van 2 cm is een vierkant met zijde 6 cm. 10.3

W V U P Q b De doorsnede is PQUVW. O(doorsnede) = 6 · 6 - ½ · 3 · 3 O(doorsnede) = 36 - 4½ = 31½ cm2. P 3 Q 3 c 3 O(doorsnede) = 3 · 3 - ½ · 1½ · 1½ O(doorsnede) = 9 - 1⅛ = 7⅞ cm2. 1½ 3 1½ 10.3

S Z T D C d A B 8 DS = √(42 + 42) DS = √32 ≈ 5,7 cm. SZ = ½√32 cm. D S O(∆DZT) = ½ · DZ · ST O(∆DZT) = ½ · 1½√32 · 8 ≈ 33,94 cm2 10.3

Vergrotingsfactoren Bij vergroten van een lichaam met factor k : Is elke afmeting van het beeld k keer de overeenkomstige afmeting van het origineel. Is de oppervlakte van het beeld k2 keer de oppervlakte van het origineel. Is de inhoud van het beeld k3 keer de inhoud van het origineel. 10.4

x opgave 41 I(piramide)  I(deel van de piramide binnen de kubus) dus k3 = ¼ k = 3√¼ = 0,63 h(deel buiten de kubus) = x h(hele piramide) = x + 10 h(deel buiten de kubus) ≈ 0,63 · h(hele piramide) 10 ≈ 0,63(x + 10) 10 ≈ 0,63x + 6,3 3,7 ≈ 0,63x x ≈ 5,9 h(piramide) ≈ 10 + 5,9 ≈ 15,9 x 10.4