Hoofdstuk 5 Aardrijkskunde, natuur en gezondheid
Paragraaf 2 Hoe ontstond het leven? De oude tijd van het leven Paleozoïcum begon 570 miljoen jaar geleden. Daarvoor: Précambrium. Hierin ontstond leven. Uitgestorven levensvormen lieten (gids)fossielen achter. Bijvoorbeeld: - trilobieten (Cambrium) - varens (Carboon)
Het Paleozoïcum Tijdens het Perm werd het supercontinent Pangea gevormd. Tijdens het drijven van kleinere continenten ontstonden de oude schilden in de Caledonische orogenese. Bij de botsing ontstonden gebergten tijdens de Hercynische orogenese. In Nederland vind je drie delfstoffen uit het Paleozoïcum: steenkool en aardgas (Carboon) zout (Perm)
Het Mesozoïcum 230 miljoen jaar geleden stierven veel dieren uit. Waarschijnlijk door vulkaanuitbarstingen. Daarna ontwikkelden zich zeer grote levensvormen: dinosaurussen. In de Krijtzee werd onze aardolie en aardgas gevormd. Aan het einde van het Mesozoïcum dreven de continenten uit elkaar en botsten weer tijdens de Alpiene orogenese.
Het Kenozoïcum Zo’n 67 miljoen jaar geleden stierven alle dinosaurussen en 90% van alle andere dieren uit. Waarschijnlijk door een meteorietinslag. De Alpiene orogenese is nog niet eens voorbij. In het Kenozoïcum worden in Nederland zand, grind en veen afgezet/gevormd.
Paragraaf 3 De talrijkste diersoort?
Demografie bestudeert verandering in bevolkingsaantal en bevolkingssamenstelling. Demografen maken gebruik van: - gestandaardiseerde geboorte- en sterftecijfers - vruchtbaarheidscijfers
Plotselinge onregelmatigheden in een leeftijdsgrafiek kunnen veroorzaakt worden door: 1 natuurrampen 2 humanitaire rampen, zoals: - hongersnoden, epidemieën, pandemieën - oorlogen
Paragraaf 4 Te weinig of te veel voedsel? Vroeger waren mensen jagers en verzamelaars. Door domesticatie schakelde men over op akkerbouw en veeteelt. Men verbeterde de productiviteit door: - kruising en selectie - verbetering van de productieomstandigheden - technische ontwikkelingen Ondanks dat er genoeg geproduceerd wordt, hebben veel mensen dagelijks honger: het wereldvoedsel- vraagstuk.
Vanaf 1950: de groene revolutie. Voordeel: - verdubbeling voedselproductie Nadelen: - kleine boeren werden weggeconcurreerd - erg slecht voor het milieu Vanaf 2006: nieuwe voedselcrisis. Dat komt door: stijgende vraag naar voedsel afname voedselproductie verwacht stijgende voedselprijzen Oplossingen: - gentechnologie duurzame landbouw
De landbouwdriehoek in de voormalige USSR
Paragraaf 5 Gezondheid voor iedereen? - Gezondheid wordt als recht van iedere wereldburger gezien. Daarom gaan vijf van de acht millenniumdoelen daarover. De EU heeft een lijst met gezondheidsindicatoren vastgesteld. - Directe indicatoren: levensverwachting enzovoort. - Indirecte indicatoren: overheidsbeleid enzovoort. - Bijna elke overheid streeft naar een goed gezondheidsbeleid.
Paragraaf 6 Hype of wereldramp? Het IPCC is het erover eens dat de mens de veroorzaker is van het versterkt broeikaseffect. Zij constateren veranderingen in flora en fauna die op klimaatverandering duiden. Ook zien zij dat de permafrost in Rusland smelt. Hierbij komt het broeikasgas methaan vrij.
Klimaatsceptici twijfelen eraan of de mens de belangrijkste oorzaak is van de opwarming van de aarde. Zij wijzen vooral op het bestaan van cycli in zonneactiviteit. Het aantal zonnevlekken kan de temperatuur op aarde beïnvloeden.
Geofysicus Milankovic: drie kosmische gegevens. De excentriciteit van de aardbaan. Die varieert van cirkel- tot ellipsvormig in een cyclus van zo’n 100 000 jaar. De stand van de aardas. Die varieert tussen 22,5° en 24,5° in een cyclus van zo’n 41 000 jaar. De precessie. De aardas maakt een soort tolbeweging in een cyclus van zo’n 26 000 jaar.
Deze drie cycli bepalen samen de verdeling van de zonnestraling. Gecombineerd zorgen ze voor een regelmatige afwisseling van koude en warme perioden: glacialen en interglacialen. De cyclus van de glacialen is zo’n 20000 jaar. De laatste eindigde zo’n 10000 jaar geleden...