3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 1 Contact paragraaf 1 Gevoelig
Advertisements

Spreekbeurt over het Oog
Proefwerk H2 licht. Uitwerking.
1 LICHTRECEPTOREN THEMA
LICHT - LENZEN Na deze les:
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Lenzen.
3. Beeldvorming en oog 3.1 Het oog Thema 1: Zintuigen
Het Oog.
Thema 6: Zintuigen.
3.3 Beeldvorming bij bolle lenzen
Natuur- weten-schappen
v.b. Licht gaat van lucht naar water
Hoofdstuk ‘Contact’ ZINTUIGEN.
Breking van licht Bolle lens Holle lens
Werking van het oog.
Zie jij ook grijze stippen tussen de vierkantjes?
De ogen Basisstof 3.
Basisstof 7: Scherp zien Basisstof 8: Als je niet scherp kunt zien
Evenwijdige lichtbundel
Kijk, dit is C.V.I..
Deel 1: Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?
Hoofdstuk 4 Licht Lenzen en camera’s
Kleuren van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde.
Werking van het menselijk oog
Lichtreceptoren ‘Zien’ met je hersenen.
3.2 Netvlies, kegeltjes, staafjes en kleurenblindheid
Optica Spiegels Breking Lenzen Biofysica het oog oudziend verziend
Bouw van het oog.
Gezichtsbedrog? Klik voor vervolg..
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
Natuurkundige aspecten van het oog
Oorzaak: Signalen worden ‘bewerkt’ door het oog.
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
Basisstof 6: De werking van de ogen
De lens: Bekijk het vooral positief
Kleuren, lenzen en breking
De lens: Bekijk het vooral positief
Kijk, dit is staar.
Kijk, dit is nystagmus.
Geometrische optica Enkele optische toestellen
Spiegel: terugkaatsing
Licht (onderbouw) 1. Schaduw 2. Kleuren 3. De vlakke spiegel
De lens De lens beelden construeren..
Optische illusie Tekenopdracht groep 7.
Oefeningen lensconstructies
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
3. Beeldvorming en oog pg. 28.
ZINTUIGELIJKE WAARNEMING
Het oog.
Het oog Sciencmc2.nl.
OPTICA Deel 2 -lichtbreking.
Thema 7: Zintuiglijke waarneming
Thema 6 Regeling en waarneming Bouw en werking van het oog
De lens beelden construeren. De lens. Brandpunt Een lens heeft een brandpunt Het brandpunt (F). Het punt waarnaartoe evenwijdige lichtstralen (aan de.
Paragraaf Zoek de definitie van de onderstaande begrippen: 1. Pupil: 2. Netvlies (retina): 3. Oogbol: 4. Gele vlek (macula): 5. Oogspieren: 6.
Oogonderdelen § Hoornvlies (cornea) 2. Oogwit ( harde oogrok) 3. Iris (regenboogvlies) 4. Ooglens 5. Glasvocht (glasachtig lichaam) 6. Netvlies.
Oogkwalen en oplossingen. Het oog Grootste deel van de breking vindt plaats bij het hoornvlies (ca. 60 dpt) Klein deel door de kristallens (10 dpt)
Bouw van het oog.
Het oog.
Consctructiestralen bij een positieve lens.
Refractie afwijkingen
Paragraaf 7.2 grenzen aan zien
Verband voorwerpafstand en beeldafstand
3.2 Zien 1ste klas.
Thema 7: Zintuigelijke Waarneming
Leerjaar 3 Nask1 H5 §4 Oog en bril.
K1 Optica Lichtbeelden Begripsontwikkeling Conceptversie.
Werking van de ooglens en pathologie
Oog A&F.
Transcript van de presentatie:

3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht = deel van omgeving dat je met beide ogen kunt overzien zonder het hoofd te bewegen Experiment Wat is de grootte van ons gezichtsveld?

3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht konijn kat Inplanting ogen Zijdeling op het hoofd voor op het hoofd gezichtsveld groot klein verklaring Hij is een vluchter / loper en kan zo de vijand zien naderen Hij is een jager / achtervolger en kan zo beter afstanden inschatten

3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht Driedimensionale beelden Hoe verschilt een driedimensionaal beeld met een gewoon beeld? Bewegende beelden krijgen zo volume zoals in het dagelijkse leven

3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht Inplanting ogen mens Iets uit elkaar en het linker oog ziet alles onder een andere hoek dan het rechter oog Er ontstaat dieptezicht. Dieptezicht wordt groter naarmate gezichtsvelden van beide ogen elkaar meer overlappen Bij welk dier (konijn / kat) is overlapping van de gezichtsvelden het grootst? De kat

3.6 Gezichtsvelden en dieptezicht Mensen met één oog hebben problemen met afstanden inschatten in het verkeer wasgoed op draad hangen inschenken glas Kinderen die nog niet goed afstanden kunnen inschatten hebben problemen met een vliegtuig in de lucht zien ze als een klein vliegtuig

3.7 Optische toestellen: bril Normaal oog O F2 F1 bijziend oog zien dichtbijgelegen voorwerpen scherp F2 O F1

3.7 Optische toestellen: bril Werking van het oog

verziendheid

Werking bijziendheid

3.7 Optische toestellen: bril normaal oog F1 O F2 verziend oog zien verafgelegen voorwerpen scherp

3.7 Optische toestellen: bril normaal oog F1 O F2 bijziend oog zien dichtbijgelegen voorwerpen scherp F1 F2 O

Bijziendheid verziendheid 3.7 Optische toestellen: bril Personen die alleen voorwerpen van dichtbij scherp kunnen zien Personen die alleen verafgelegen voorwerpen scherp kunnen zien Brandpunt ligt te dicht bij de lens Brandpunt ligt te dicht bij het netvlies oorzaak oog is te lang lens is te bol oorzaak oog is te kort lens is te afgeplat oplossing bril met holle lenzen oplossing bril met bolle lenzen V A B verziendheid Achter netvlies Bolle lenzen

3.7 Optische toestellen: bril scherp beeld onscherp beeld normaal oog verziendheid bijziendheid bolle lens holle lens

3.8 Zien en hersenactiviteit, optisch bedrog Wat stel je vast? De ontbrekende benen zie je toch We zien een driehoek Hoe kan je dat verklaren? Je hersenen vullen het beeld verder aan. We zien met onze hersenen

3.8 Zien en hersenactiviteit, optisch bedrog Wat zie je? beker 2 gezichten Hoe komt dit? De hersenen kiezen een achtergrond (wit of zwart) Verklaring Onze hersenen worden beïnvloed door voorgaande beelden of ervaringen Hoeveel staven tel je bovenaan? 3 Hoeveel staven tel je onderaan? 2

3.8 Zien en hersenactiviteit, optisch bedrog 2 1 Zijn de twee lijnen recht? Welke figuur is het grootst? Ze zijn recht maar lijken gebogen Het lijkt figuur 3 maar ze zijn allen even groot. Hoe te verklaren? Door de perspectieflijnen zien we figuur 3 verder naar achter. We weten dat iets dat even groot is maar zich verderaf bevindt groter moet zijn dan een voorwerp dichtbij De twee rechte lijnen lijken gebogen omdat we beïnvloed worden door de lijnen die errond getekend zijn.

3.8 Zien en hersenactiviteit, optisch bedrog Het eigenlijke zien gebeurt in de hersenen Hersenen draaien het beeld om (we zien dingen niet op hun kop staan) Beelden van beide ogen worden samengevoegd tot één beeld De hersenen ‘verbeteren’ het beeld Besluit