Coping Vandaag gaan jullie wat leren over coping. Coping = omgaan met. Uiteraard zullen we het vandaag vooral hebben over omgaan met (chronische) ziekte. Omgaan met een vervelend kind is echter ook een vorm van coping.
Inhoud Implicaties chronische ziekte Begripsdefinitie Coping 2 Modellen Goede en slechte coping Psychosociale interventies Meten van coping (3 vragenlijsten) Meten van KvL
Implicaties chronische ziekte 2-deling: Chronische ziekte lang beloop Chronische ziekte levensbedreigend
Implicaties chronische ziekte 2-deling: Chronische ziekte lang beloop Chronische ziekte levensbedreigend (meer info “Health Psychology, E.P. Sarafino (1990), hoofdstuk 14) Wij zullen het vandaag hebben over chronische ziekte met een lang beloop. Voor info over levensbedreigend/terminale ziekte kun je hoofdstuk 14 lezen in het boek van EP Sarafino
Chronische Ziekte (CZ) en implicaties Astma (angst/stress voor aanval, kosten, invloed op gezin) Epilepsie (sociaal stigma/reacties anderen, geen recht op rijbewijs(?), minder geschikte banen, invloed op gezin) Verwondingen centraal zenuwstelsel (toekomstperspectief werk, sociaal, financieen, seksueel functioneren, invloed op gezin rolverandering, aanpassingen in huis/verhuizen)
CZ en implicaties Diabetes (medicatietrouw, sociaal functioneren) Artritis (Reuma) (pijn school/werkverzuim, sociaal functioneren, invloed op gezin) Alzheimer (invloed op gezins/familie, hulpeloosheid) Overig Diabetes: Bovendien is de behandeling uitgebreid. Pt moeten niet alleen een paar keer per dag hun bloedsuiker controleren en insuline spuiten (of een pil nemen), ze moeten zich ook aan een dieet houden, regelmatig eten, voldoende bewegen. Omdat de gevolgen van het zich niet aan de behandeling houden niet direct merkbaar zijn, is het voor patienten vaak lastig om zich eraan te houden. Eten met anderen kan een probleem zijn. Arthritis: Brengt veel pijn met zich mee. Daardoor missen patienten veel school/werk. Ook sociale activiteiten komen in het gedrang door de pijn. Bovendien kunnen volwassenen met een gezin als ze pijn hebben veel huishoudelijke taken niet uitvoeren, zodat er een grotere last op de partner komt te liggen. Alzheimer: Patient in begin als hij doorheeft dat hij veel vergeet. Daarna vooral familie heeft last. Alzheimer patienten verwijten bijvoorbeeld familieleden dat ze dingen verstopt hebben als ze die niet kunnen vinden, ze krijgen slaapstoornissen, worden afhankelijk van hulp voor zelfverzorging). Natuurlijk is hier lang niet alles genoemd. Je kunt ook denken aan IBD, Dysmorfologie, ziekte van Crohn, etc. Het gaat te ver om hier allemaal op in te gaan. Bovendien zijn de implicaties die chronische ziektes met een lang beloop met zich meebrengen nu wel besproken.
Overzicht implicaties CZ lang beloop Lichamelijk (omgaan met handicap of pijn) Werk/School (moeilijk baan vinden, studie kiezen) Zelfbeeld (ander lichaamsbeeld, verminderd zelfvertrouwen, grenzen aan mogelijkheden) Sociaal (acceptatie verminderde sociale activiteit, veranderde relaties met familie, vrienden en partner) Emotioneel (ontkenning, angst, depressie) Therapietrouw (moeilijkheden om zich aan behandeling te houden) E.P. Sarafino (1990)
Eerste reactie na diagnose 1 SHOCK (verbijstering/beduusd, automatisch gedrag, gevoel los te staan van de situatie) 2 CONFRONTATIE (wanordelijke gedachten, gevoel van verlies, rouw, hulpeloosheid en wanhoop) 3 TERUGTREKKING (ontkenning van ziekte of de implicaties daarvan) Shock: meest aanwezig als het nieuws komt zonder waarschuwing. Gekarakteriseerd door verbijstering, automatisch gedrag en het gevoel los te staan vd situatie (je hoort dat mensen ook wel eens zeggen die een ongeluk navertellen). Shock kan kort duren, maar ook enkele weken. CONFRONTATIE Mensen voelen zich tijdens deze fase vaak overmand door de werkelijkheid en lijken niet in staat om na te denken of een plan te maken om porblemen op te lossen en de situatie te verbeteren.Coping is vaak avoidant, meer precies “ontkenning”. TERUGTREKKING Terugtrekking kan niet duren, omdat de ziekte blijft, men eraan wordt herinnerd vanuit beperkingen en/of de omgeving. Vanuit de terugtrekking komt dan de realiteit beetje bij beetje terug in beeld, totdat ze volledig zich kunnen aanpassen aan de ziekte en de implicaties daarvan. F. Shontz (1975)
Invloed op coping met CZ CZ vereist blijvende aanpassing Gedragsmatig, Sociaal en Emotioneel. In tegenstelling tot kortdurende ziektes, vereist chronische ziekte dat patienten en hun familie permanente gedragsmatige, sociale en emotionele aanpassingen maken. Een diagnose van CZ verandert de manier waarop mensen zichzelf en hun leven zien. Plannen kunnen veranderen. Bijvoorbeeld niet meer aan de lange geneeskunde studie beginnen, maar een wereldreis maken. Omgaan met CZ vereist Coping.
Begripsdefinitie COPING = de manieren waarop mensen met stress omgaan In Health Psychology: ziekte = stressor COPING speelt centrale rol voor psychologen bij het begrijpen van de verscheidenheid aan reacties op ziekte (en de gevolgen daarvan). Voor veel patienten gaan toekomstplannen die ze hadden in rook op. Hoe kan het dat mensen daar op verschillende manieren mee omgaan? Ik zal nu twee copingmodellen aan de orde stellen.
Aantal onderzoeken naar coping Dit is onderzoek met “coping” in titel. 38888 bij coping in alle tekst psychinfo 2005
Crisis theorie Moos en Schaefer (1986) Illness related factors Coping process Cognitive Appraisal Adaptive tasks Coping skills Outcome Of Crisis Background and Personal factors Moos en Schaefer beschrijven een aantal factoren die beinvloeden hoe mensen zich aanpassen aan een crisis, zoals het hebben van een chronische ziekte. De uitkomst van de crisis (oftewel de aanpassing die de persoon maakt) hangt volgens hen af van het coping proces. Het copingproces hangt af van 3 factoren, namelijk: ziektegerelateerde factoren, achtergrond en persoonlijke factoren en lichamelijke en sociaal omgevingsfactoren. ILLNESS related: sommige ziektes zijn meer bedreigend dan andere, of hebben ergere gevolgen (misvorming van het gezicht, stoma, spasitciteit) BACKGROUND en Personal factors: mensen die de neiging hebben dingen van de positieve kant te bekijken copen beter dan mensen die negatief zijn ingesteld. Ook leeftijd, geslacht, religie, zelfvertrouwen spelen een rol. Maar ook: als je kunstenaar bent is blind worden anders dan als je musicus bent. LICHAMElijk: Social support. Modelling door ouders (JAN P. ouders die als ze zich niet lekker voelen meteen in bed blijven liggen geen goed model voor kind met pijn). Lotgenoten contact. Cultuur kan rol spelen. Volgens de crisis theorie begint coping met cognitieve appraisal ofwel waardering van de situatie. Patient kijkt naar de betekenins of de ernst van de ziekte voor zijn leven. De uitkomst hiervan bepaalt welke adaptieve taken en copingvaardigheden de patient zal gebruiken. APPRAISAL: Physical and Social Environmental factors
Ziektegerelateerde taken Adaptive tasks Coping skills Ziektegerelateerde taken 1. symptomen/handicap 2. ziekenhuis/medische procedures 3. relatie met behandelend arts(en) Taken mbt. Psychosociaal functioneren 1. controle over negatieve gevoelens en positief toekomstbeeld 2. Goed zelfbeeld en gevoel van competentie 3. Goede relaties met familie en vrienden 4. Voorbereiden op een onzekere toekomst
Appraisal Proces Lazarus & Folkman (1984) ---------------------------- Relevantie? Schade nu? Schade toekomst? Uitdaging? Positieve uitkomst? Individuele verschillen Stressor Ervaren stress Situatiegebonden aspecten
Lazarus en Folkman (1984) Geen stress Stressor Appraisal Stress Coping Aanpassing
Voorbeeld Stress
Probleemgericht Emotiegericht Probleemgerichte versus emotiegerichte copingmodel (Lazarus & Folkman 1984) Probleemgericht Oorzaak van stress direct aanpakken, probleem zelf proberen op te lossen Emotiegericht Emotionele reacties proberen te reguleren en verminderen (bijv. afleiding zoeken, ontspannen, stressor vermijden, afstand nemen). Zojuist heb ik uitgelegd dat appraisal ofwel waardering van de stressor uitmaakt of je wel of niet gaat copen. De appraisal beïnvloedt echter ook welke MANIER van copen je toepast. Volgens Lazarus en Folkman copen mensen ofwel probleemgericht, ofwel emotiegericht. Wat is probleemgericht copen? (de oorzaak van de strss direct aan pakken proberen het probleem zelf op te lossen). En wat is dan emotiegericht copen? (in de eerste plaats emotionele reacties proberen te reguleren en verminderen, bijv. afleiding zoeken, ontspannen, stressor vermijden, afstand nemen). Wanneer zou je probleemgericht copen? En bij ziekte? Wanneer zou je emotiegericht copen? En bij ziekte? Welke stijl is beter?
Goede en slechte coping? Effectief Destructief Optimisme 1x Positieve herwaardering 1x Informatie zoeken 2x (anti)sociaal gedrag 1x Emoties uiten 1x Emotionele ventilatie 1x Actief probleemoplossen 4x Confrontatie 1x Sociale steun 6x Zelfbeschuldiging 2x Doorzettingsvermogen 1x Vermijding 3x Spiritualiteit 1x Wensgedachten 2x Adaptatie 1x Passieve coping 2x Accommodatie 1x Depressie 1x Zelfbegrip 1x Pessimisme 1x Wat valt op? Verschillende benamingen voor hetzelfde Zelfde coping soms goed en soms slecht hoe komt dat? Hoe kom je erachter wat goed en slecht is dan? Voor CZ?
Coping strategieën bij CZ Ontkennen of minimaliseren Informatie zoeken Leren om jezelf te behandelen (bijv. diabetes) Concrete en realistische doelen maken Emotionele en instrumentele steun zoeken Toekomst bekijken Een hanteerbaar perspectief op de ziekte verkrijgen Toekomst bekijken zodat je niet voor verrassingen komt te staan Perspectief (positief bekijken, religie) E.P. Sarafino (1990)
Casus mw X. en dhr. Y. 1 Welke stressors/cognities noemt mevrouw X? En meneer Y? 2 Wat doet mevrouw X aan coping? En meneer Y?
Psychosociale interventies voor CZ Diabetes, reuma, epilepsie, niet-ziek Ziekte van eigen kind minst erg Ouders van niet-zieke kinderen vinden alle drie de ziektes zeer erg De meeste patienten copen goed met CZ. In een onderzoek uit 1991 werden ouders van niet zieke kinderen, kinderen met asthma, diabete of epilepsie gevraagd om aan te geven hoe erg ze elk van de drie ziektes zouden vinden als hun kind het kreeg of al heeft. Uit dit onderzoek bleek dat ouders van zieke kinderen, de ziekte van hun kind als het minst erg beschouwden. Ouders van kinderen die niet ziek waren gaven bij elke ziekte aan dat ze het een hele erge ziekte vonden. Hoewel de meeste patienten goed copen met CZ, is er ook een subgroep die dat niet doet. JAN P. 20%. Cadman et al. (1991)
Psychosociale interventies voor CZ Educatie en steun (informatie, training in verzorging, thuiszorg, lotgenoten, familie) Ontspanningsoefeningen Cognitieve therapie (niet constructieve gedachten vervangen door constructieve gedachten) Inzichtgevende therapie (inzicht verschaffen in de oorsprong van gevoelens en problemen) Gezinstherapie (cognitief gedragsmatig, inzichtgevend. Interactie tussen familieleden) Stress kan een ziekte (symptomen) doen verergeren. Daardoor zijn ontspanningsoefeningen raadzaam om aan te leren. Inzichtgevend: anderen vertellen dat ze hetzelfde voelen.
Opdracht vragenlijsten