Geschiedenis van het Nederlands

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kenmerk 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 11: De Grote Volksverhuizingen.
Advertisements

Hoofdstuk 1A: Europeanen
1. Epigrafie van de oudheid
GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDS
Het rijk en de stad Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
SlagTeuterburgerwoud
Jagers en Verzamelaars
De VS worden een wereldmacht
Het West Romeinse rijk valt uiteen
Romeinen, Germanen en Kelten
Omgaan met geschiedenis
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
Romeinen in Noord-West Europa
Uit: Trouw 16 september 2009.
Het Romeinse Rijk was een agrarisch-urbane samenleving
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 2: Het Ontstaan.
Bewoning tot aan het eind van de IJstijd
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 3: Mesopotamië:
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 1: De Romeinen en hun imperium.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Les 1: Alexander de Grote Haironia.
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Romeinen en Germanen.
Modern imperialisme.
Europa wordt christelijk
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
TAALVERWANTSCHAP.
1 opdracht 2 a. Ze was koningin van Egypte (51-30 v. Chr.). b. Sinds de verovering van Egypte door Alexander de Grote (332) maakte Egypte deel uit van.
Geschiedenis van het Nederlands
De Germanen.
Pijlpunten van vuursteen
Pijlpunten van vuursteen
De Kelten Oorsprong en verspreiding Het Keltische ras is tuk op gevechten opvliegend oorlogszuchtig eenvoudig niet gemeen Strabo, Geographica, IV,4,2.
L INGUA L ATINA Ludus 1A. V ANWAAR KENNEN WE DE R OMEINEN ?
Bronnen Wat is een bron? Een bron vertelt ons iets over het verleden.
DE GALLISCHE OORLOG Hoe ontstaan? Peri. p. 18.
H1 Prehistorie Jagers en boeren.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
Geschiedenis van het Nederlands Voorlopers en verwanten
Westerse wereld.
500 v. Chr. Rome komt in handen van de Senaat. Begin expansie: -264 v
Geschiedenis van het Nederlands Voorlopers en verwanten
Geschiedenis Mevr. Liefting
Geschiedenis van het Nederlands
Romeinen, Germanen en Kelten
Geschiedenis van het Nederlands
Wat ga je leren in dit hoofdstuk over de Romeinen:
Wat moet je weten aan het einde van de les?
H6 Imperialisme §6.4 De verovering van Afrika Wat moet je weten aan het eind van de les? Hoe de contacten tussen Europa en Afrika voor 1884 waren Waarom.
Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 – les 3.
De geschiedenis van het Christendom
Taalkennis les 4. Vragen 1 Met welke taal is het Fries het meest verwant? En het Nederlands? Hoe noemen we de taalfamilie waar Nederlands en Zweeds samen.
Taalgeschiedenis DT jaar periode 3
Taalkennis les 7. Talen in Friesland Welke taal wordt het meest gesproken in Friesland, denk je? Hoe veel mensen spreken thuis vooral Fries, Nederlands,
Taalgeschiedenis Dt JAAR 1, , Periode 3
Romeinen, Germanen en Kelten. Wat gaan we doen? Aan de grens van het rijk Romeins-Nederland Romanisering Het einde van Rome De Bataafse opstand Volksverhuizingen.
Lees verder op de volgende dia
Goed voorbereid naar de Pabo
Taalkennis les 1.
Taalgeschiedenis Dt JAAR 1, , Periode 3
Tijdvak 1 Jagers en boeren de levenswijze van jagers-verzamelaars
Europa Mijn thuis.
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Enkele nuttige weetjes… Ken je land!
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Talen Made by: A.L.Fachechi, L.A.I.Bigot, B.Griffioen, J.M.Noteboom
Transcript van de presentatie:

Geschiedenis van het Nederlands A. Marynissen

Inleiding onderwerp, opzet: ontstaan en evolutie van het Ndl, van vroeger tot nu externe geschiedenis: centraal interne geschiedenis: hoofdlijnen chronologische opzet

referentiekader: de Lage Landen: de Nederlanden: bij de zee: Rijn, Maas, Schelde Nederland + België de Nederlanden: Zeventien Provinciën (Karel V) Koninkrijk der Nederlanden (Willem I) het Nederlandse taalgebied: Nederland + het Vlaamse gewest Nederlands was of is er moedertaal

1. Voorlopers en verwanten oudste Nederlands: 700-1150 welke Germaanse stammen ? Welke dialecten ? Wanneer differentiatie ?

1.1 Het raadsel van de oorsprong der talen 3200 v. Chr.: Soemerisch spijkerschrift 35000 tot 100000 j. geleden: gesproken taal ca. 6000 verschillende talen, Ndl: 37ste welke taal is de oudste ? toren van Babel 1. Hebreeuws, 2. Grieks/Latijn, 3. volkstalen Chinees Keltisch Antwerps

historisch-vergelijkende taalwetenschap: taalfamilies: Indo-Europees Fins-Oegrisch Hamito-Semitisch Sino-Tibetaans language isolates ontstaan van talen: monogenese/polygenese

1.2 Taalverwantschap: Ndl., Germ. talen, Indo-Europees klank- en vormovereenkomsten, bv. ‘vader’, ‘huis’, ‘bruin’, ‘uit’ in Ndl., Duits, Engels, Zweeds, Deens, Gotisch: Germaanse talen: alle ontstaan uit Proto-Germaans Proto-Germaans behoort tot Indo-Europese taalfamilie Europa: slechts 6 talen behoren niet tot IE

1.3 Herkomst en verspreiding van de Indo-Europeanen en het IE IE: gemeenschappelijke voorloper: Proto-Indo-Europees: hypothetische oertaal, 6500-2500 v. Chr. PIE: door wie gesproken ? ruiters-herders: Kurgancultuur, Zuid-Rusland landbouwersgemeenschappen uit Centraal-Anatolië IE in Lage Landen ingevoerd rond 2500 v. Chr.

Germanen ontstaan uit versmelting Indo-Europeanen en Hunebedbouwers in Noord-Duitsland, Denemarken, Zuid-Scandinavië Germaanse volk en taal ontstaan tussen 2000 en 1000 v. Chr.

1.4 Differentiatie van het IE en ontwikkeling van het Germaans 1.4.1. Het uiteenvallen van de IE-se oertaal: migratie / gebrek aan contact taalvermenging door contacten met andere vreemde volkeren andere taalontwikkelingen in isolement

1.4.2. Ontwikkeling van het Germaans: klankverschuiving en accentverandering eerste klankverschuiving, bv. d > t: twee, two, twai / duo, deux, dva ==> Proto-Germaans accentverandering ==> Gemeengermaans muzikaal > dynamisch wisselend > vast

1.4.3. Germaanse inscripties runentekens: futhark, 300-tal woorden

1.5 Verspreiding van de Germanen geschiedschrijver Tacitus over de Germanen Zuid- of West-Germanen: ca. 750 v. Chr. naar zuiden getrokken Oost-Germanen: ca. 0 naar zuidoosten, Goten Noord-Germanen: ter plekke gebleven

1.6 Ontstaan van de verschillende Germaanse talen 1.6.1. West-Germaans, Oost-Germaans, Noord-Germaans Oer-Oost-Germaans: Gotisch, bijbelvertaling van Wulfila Oer-Noord-Germaans: Oudnoorse Edda’s en Saga’s Oer-West-Germaans: voorloper van moderne West-Germaanse talen: Duits, Nederlands, Fries, Engels

1. 6. 2. Dialectische differentiatie binnen het West-Germaans na 500 v 1.6.2. Dialectische differentiatie binnen het West-Germaans na 500 v. Chr: Ingweonismen: he,him,her; hij,hem,haar,hun / er,ihn,ihr,ihnen fünf / five, monde / muide, uns,ons / us, Insel / eiland tweede klankverschuiving vanuit Zuid-Duitsland: p > pf/f, t > ts/s, k > kch/ch, appel, apple / Apfel; pond, pound / Pfund twee, two / zwei; tijd, time / Zeit; tussen / zwischen maken, make / machen; ik / ich

1.6.3. De Oudwest-Germaanse dialecten, ca. 700 n. Chr.: Oudhoogduits > Middelhoogduits > mod. Duits Oudnederfrankisch > Oudnederlands Ingweoons kustdialect Angelsaksisch: Oudengels > Middelengels Oudsaksisch > Nederduits Oudfries > Fries

1.7 Volken en talen in de Lage Landen vóór het oudste Ndl. 1.7.1. De prehistorie rendierjagers: 14000 tot 10000 v. Chr. jagers-vissers-verzamelaars, Hunebedbouwers (trechterbekercultuur: ca. 3000-2000 v. Chr.), half-nomadische landbouwers en veetelers ca. 2500 v. Chr.: IEs strijdhamervolk van veetelers en landbouwers in Lage Landen en Noordwest-Duitsland, hun taal is rond 1000 v. Chr. verdrongen door Germaans (noorden) resp. Keltisch (zuiden)

ca. 500 v. Chr.: Germaanse landbouwers in Noord-Nederland ca. 200 v. Chr.: Germanen bereiken zuiden van de Lage Landen, ontmoeten daar de Kelten of Galliërs (uit zuidoosten gekomen): overname van woorden uit hogere Keltische cultuur: ijzer, rijk, ambacht Keltische riviernamen: Dender, Demer Kelten = Walhos: Walen, Wallonië

1.7.2. De Romeinse tijd 58-51 v. Chr.: Caesar verovert Gallië tot aan Rijn in Nederland, De bello Gallico, Belgae: fortissimi Romeinse bezetting tot 406: gevolgen: heerbanen, vici, villae, castellae, muntstelsel enz. Kelten geromaniseerd: Vulgair-Latijn wordt hun moedertaal (Kelt. leenwoorden: camminus > chemin, carrus > kar, char, camisva >chemise) Bretagne: 5de e.: Keltisch opnieuw ingevoerd door Britse Kelten

Nederland beneden de Rijn + noorden van Vlaanderen: Germaanse stammen rond begin jaartelling, Germaans gebleven, opname van vele leenwoorden uit hogere Romeinse beschaving: straat, wijn, peper, munt, muur, poort, kelder, vrucht, boter, kaas, ketel, keuken Nederland ten noorden van de Rijn: vrije Germania: Friezen en andere Germaanse stammen, handelscontacten