Frans Thissen Universiteit van Amsterdam

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leefbaarheid en Sociaal kapitaal
Advertisements

De sociale draagkracht van de dorpen in Borsele Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Dorpsvoorzieningen en leefbaarheid
Het dorp van de 21e eeuw Frans Thissen Universiteit van Amsterdam
Leefbaarheid, sociale cohesie en informele zorg
Leefbaarheid & wonen en voorzieningen Anders organiseren in West Brabant.
Opvattingen en initiatieven t.a.v. schoon, heel en veilig
Introductiebijeenkomst
BEWONERSVERENIGING GARSTKAMP Toekomst bestendig wonen
Dorpen in verandering, een andere visie
Krimp en onderwijs: De sluiting van scholen is geen nieuw fenomeen Korrie Melis Onderzoeker Kenniscentrum Publieke Zaak 24 april 2013.
Dorpen in de grensstreek van de Westhoek
Leefbaarheid en Vitaliteit van dorpen: Mythes en Uitdagingen
Omgaan met verandering in dorpen Stellingen Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies U NIVERSITEIT VAN A MSTERDAM.
BEWONERSVERENIGING GARSTKAMP Gezond oud worden KLANKBORDGROEP Donderdag 6 juni 2013 AANVANG 13:30 UUR RECREATIERUIMTE.
Sociale vitaliteit in Noord-Groningen
Voorstel leeronderzoek 2009 Oostelijk Gelderland Dr Frans Thissen Opleiding Sociale Geografie Universiteit van Amsterdam.
Eerste resultaten onderzoek “Ouderen in Oostelijk Gelderland”
De leefbaarheid van het moderne platteland
Krimp, Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Leefbaarheid, sociale cohesie en krimp: de nieuwe uitdaging Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Leefbaarheid, sociale cohesie en community care
Wat houdt een dorp leefbaar en vitaal?
Van een autonoom dorp naar een sociaal vitaal woondorp
Wat houdt een (krimpend) dorp leefbaar en vitaal?
BIJEENKOMST ‘LEEFBAARHEID’ RAAD VAN COMMISSARISSEN RABOBANK NWG Emden, 17 april 2011.
Leefbaarheid en betrokkenheid: het sociaal kapitaal van dorpen Dr Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Van autonoom dorp naar woondorp
De Sociale Draagkracht van Dorpen in Borsele Dr Frans Thissen Universiteit van Amsterdam.
Bijeenkomst ‘Leefbaarheid’ Rabobank Zuidwest-Drenthe (2) Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
WORKSHOP LEEFBAARHEID Deel 2. Opzet Wat maakt uw dorp of streek leefbaar? Naar een model van leefbaarheid Waardering en Belang De leefbaarheid en sociale.
Bevolkingsverandering en de betekenis van dorpsaccommodaties Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Bijeenkomst ‘Leefbaarheid’ Rabobank Zuidwest-Drenthe.
Voorstel onderwijsgebonden onderzoek 2008 Vlaamse Ardennen Dr Frans Thissen Opleiding Sociale Geografie Universiteit van Amsterdam.
Lokale ontwikkelingen in grensgebieden Dr Frans Thissen Amsterdam institute for Metropolitan and International Development Studies (AMIDSt)
Rurale geografie(en) Frans Thissen 9 november 2010.
De civil society in kleine dorpen: ‘Zorgen voor elkaar’
Leefbaarheid en lokale voorzieningen in een situatie van verandering
Den Burg: van leefbaar naar sociaal vitaal Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Demografische verandering: Nieuwe kansen in krimpend Europa
Armoede en sociaal isolement op het Nederlandse platteland
Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Lokale voorzieningen: voorwaarde of resultaat van leefbare en vitale dorpen? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Wat houdt een dorp leefbaar en vitaal? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Wat houdt een (krimpend) dorp leefbaar en vitaal? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Bevolkingsverandering: hoe houden we dorpen leefbaar en vitaal?
Lokale voorzieningen van twee kanten bezien Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
De sociale vitaliteit van ‘topdorpen’ Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Vitale dorpen, wat is daarvoor nodig? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Krimp: hoe belangrijk zijn verandering en verplaatsing voor ons? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Omgaan met verandering in dorpen Kengetallen Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies U NIVERSITEIT VAN A MSTERDAM.
De geschiedenis van dorpen: omgaan met verandering
Bevolkingsverandering: hoe blijven dorpen leefbaar en sociaal vitaal?
Omgaan met verandering, de rol van dorpsraden Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies U NIVERSITEIT VAN A MSTERDAM.
Omgaan met verandering in dorpen
Rivierenland in eigen hand Leefbaarheid verbeteren door eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van bewoners van kleine kernen in het Rivierengebied.
Hebben dorpen toekomst?
De toekomst maak je zelf
Opvoedbaarheid en jeugdbeleid Henk de Vos Hanzehogeschool Groningen – Lectoraat Integraal Jeugdbeleid 16 september 2010.
Dorpen in verandering over veranderende binding en identiteit
Veranderende Dorpen Frans Thissen Universiteit van Amsterdam
De vrijwilliger-loze maatschappij Presentatie Vrijwilligersmarkt 10 oktober 2015 Karel Loohuis, Burgemeester gemeente Hoogeveen.
Wmo-scan voor dorpshuizen! Plattelandsparlement 14 november 2015 Gerrit Kapteijns.
Lokaal Woon en Leefbaarheids Plan. Lokaal Woon- en Leefbaarheids Plan  Waarom  Resultaten bijeenkomsten  Hoe nu verder.
Minder kinderen, minder scholen? Bijeenkomst gemeente Sluis dinsdag 28 juni 2011.
De leefbaarheid van het moderne platteland
Kim Putters Giessenburg 11 oktober 2017.
Flits-sessie Het verhogen van de aantrekkingskracht van de instelling
Transcript van de presentatie:

Frans Thissen Universiteit van Amsterdam Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit van dorpen; de rol van ontmoetingsplekken Frans Thissen Universiteit van Amsterdam

Opzet presentatie Onderzoek Universiteit van Amsterdam Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit Sociale veranderingen op het platteland: van autonome dorpen naar woondorpen Leefbaarheid en voorzieningen Het autonome dorp als somber referentiekader: de spiraal omlaag Het woondorp als perspectiefvol referentiekader: de spiraal omhoog Sociale Vitaliteit: de rol van ontmoetingsplekken: het dorpshuis en MFC (Wjukken)

Veldwerk april 2007

Onderzoeksgebied: 17 dorpen

Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit Leefbaarheid: (een leefbaar dorp is waar) “bewoners naar tevredenheid leven en waar terugkerende problemen, zorgen en ergernissen beperkt zijn” Veronderstelde leefbaarheid Ervaren leefbaarheid Sociale vitaliteit: “de bijdragen van bewoners aan hun omgeving … waar waardevolle zaken tot stand komen dankzij vrijwillig handelen van bewoners” Verbindende sociale vitaliteit Vernieuwende sociale vitaliteit

Sociale veranderingen op het Friese platteland Jorwert Verdwijnen van boerencultuur Verandering: nieuwe én oorspronkelijke bewoners Nieuwe vormen van lokale binding: dorpstrots It Heidenskip Belang van het opbouwen van een lokaal bestaan Natuur als bondgenoot en bedreiging Het belang van de menselijke factor

Sociale veranderingen in dorpen

Sociale veranderingen in dorpen Het ‘Autochtone’ dorp : Bloei van het autochtone dorp tijdens de Wederopbouw: 1950-1970 Nieuwe welvaart bleef in het dorp Het autonome dorp als ‘machtig beeld’ De opkomst van het Woondorp : Verplaatste consumptie (toename van (auto)mobiliteit) Algemene schaalvergroting van het leven (sociale en economische domein) Schaalverkleining naar het woondomein (culturele en politieke domein) 8

Verschillen tussen bewoners Autonoom dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt ‘van het dorp’ Je werkt er en je doet er je boodschappen: je woont ‘op het dorp’ Woondorp Je bent er gaan wonen om de mooie woning en aangename woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp

Van autonoom dorp naar woondorp In dorp geboren en getogen bewoners (leefpaden) Activiteiten in het eigen dorp (dagpaden) Traditioneel referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners en bestuurders Woondorp Bewoners die zich ooit in dorp hebben gevestigd (leefpaden) Activiteiten buiten het dorp waar men woont (dagpaden) Opkomend referentiekader: Uitgedragen door bepaalde bewoners

Leefpaden (alle vrouwen) Aandeel vrouwen dat geboren en getogen is in het dorp is afgenomen Toename woonduur wijst op positief oordeel over dorpse woonmilieu

Dagpaden (vrouwen met betaald werk) Steeds meer werkende vrouwen werken buiten het dorp In combinatie met grotere arbeidsmarkt-participatie van vrouwen zijn de dorpen overdag ‘stiller’ geworden

Arbeidsparticipatie (vrouwen, werkfase) Arbeidsparticipatie onder vrouwen is zeer sterk toegenomen Vrouwen hebben vooral deeltijdbanen Meer dan helft heeft een baan van 12-30 uur Verbetering van arbeidsmarktsituatie in de regio sinds 1993

Beschikbaarheid auto (vrouwen, werkfase) Zeer sterke toename van (auto)mobiliteit Verdere afname van het aandeel huishoudens zonder auto Individualisering van het autogebruik Sterke afhankelijkheid van automobiliteit

Verschillende beoordeling van de leefbaarheid Autonoom dorp Oordeel over de voorzieningen in het dorp is belangrijk “We hebben nog een kleine supermarkt en we hebben nog een bakker … Want als je dat niet meer hebt op een dorp … en dat zouden we misschien meer moeten gaan beseffen met z’n allen” Woondorp Oordeel over de eigen woning en de woonomgeving is belangrijk “Eigenlijk hebben we heel doelbewust voor dit dorpje gekozen want het is … de Parel van de Zak. En die Zak sprak ons vreselijk aan … Het landschap trok ons ontzettend”

Leefbaarheid in het autonome dorp Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal voorzieningen Ontwikkeling Leefbaarheid Nog vaak wordt op het niveau van het dorp een samenhang gezien tussen de ontwikkeling van het aantal inwoners, de ontwikkeling van het aantal voorzieningen en de ontwikkeling van de leefbaarheid. Verondersteld wordt dat de ontwikkeling van het inwonertal directe invloed heeft op de ontwikkeling van het lokaal voorzieningenniveau, bijvoorbeeld door te veronderstellen dat door woningbouw het aantal klanten voor voorzieningen toeneemt en zo het verdwijnen van bepaalde voorzieningen kan worden voorkomen. Ook wordt vaak verondersteld dat door het verdwijnen van lokale voorzieningen de leefbaarheid ter plaatse ernstig wordt aangetast. Tenslotte zou een positief beoordeelde leefbaarheid belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het inwonertal. Het probleem van deze keten van lokale samenhangen is dat dorpen in toenemende mate te klein zijn voor deze redenering. Zo heeft de steeds maar verder toenemende automobiliteit ervoor gezorgd dat de mogelijkheden voorzieningen te bereiken sterk is toegenomen. Een samenhang tussen de ontwikkeling van het aantal inwoners en de ontwikkeling van het plaatselijk voorzieningenniveau op het niveau van het dorp bestaat dan ook niet.

Leefbaarheid in het woondorp Regiovorming Ontwikkeling gemeenschaps-initiatieven (voorzieningen) Ontwikkeling woonfunctie binnen de streek Ontwikkeling Leefbaarheid Vanuit het referentiekader van het woondorp is een reëler en tegelijkertijd positiever perspectief op lokale voorzieningen in dorpen mogelijk. Een positieve beoordeling van de woonsituatie in dorpen is de basis voor een positieve beoordeling van de leefbaarheid in dorpen. Een van de gevolgen van deze ontwikkeling is dat in woondorpen allerlei gemeenschapsinitiatieven worden genomen. Gemeenschapsinitiatieven die het karakter hebben van plaatselijke voorzieningen. Gemeenschapsinitiatieven die op hun beurt het dorp als woondorp voor bepaalde bewoners aantrekkelijker maken. In dit schema is de voorziening niet de voorwaarde voor de lokale leefbaarheid, maar het gevolg. De groeiende betekenis van gemeenschapsinitiatieven hangt samen met een andere emotionele gerichtheid van bewoners op hun dorp. Was vroeger vooral sprake van een vanzelfsprekende dorpsbinding op basis van het feit dat men ergens geboren en getogen was, in toenemende mate is sprake van wat ik lokaal bewustzijn of dorpstrots noem. Ontwikkeling aantal inwoners voorzieningen Ontwikkeling Leefbaarheid Autonome dorp:

Gemeenschapsinitiatieven Gemeenschapsinitiatieven: zijn voorzieningen als resultaat van de leefbaarheid ter plaatse Resultaat vanuit de dorpssamenleving: initiatieven ‘bottom-up’ Voorwaarden voor gemeenschapsinitiatieven: Woonsituatie: ruimtelijke kwaliteit Ruimten om elkaar te ontmoeten (binnen en buiten)

Sociale vitaliteit van dorpen Autonome gerichtheid Hoofdactiviteit hebben binnen het dorp Gebruik van dorpsvoorzieningen Familie in het dorp hebben Zich vooral dorpsbewoner voelen Lokale betrokkenheid Organiseren en bezoeken dorpsactiviteiten Dorpsraad bezoeken Trots zijn op het dorp Actief zijn in dorpsverenigingen Bereid actie te voeren voor het dorp

Sociale vitaliteit van dorpen 20

Sociale vitaliteit in Littenseradiel Ontwikkelingen sinds 1993 (vrouwen) Sociale contacten (familie, vrienden, buren): weinig verandering Verenigingsleven: Verschuiving van belangenverenigingen naar vrijetijdsverenigingen Men is minder vaak bestuurlijk actief Vrijwilligerswerk: neemt niet af maar is erg van karakter veranderd De betekenis van het dorpshuis voor de sociale vitaliteit Het dorpshuis is vooral van belang voor het verenigingsleven Men komt er voor: vergaderingen > feest > cultuur > café > club Het dorpshuis wordt vooral gebruikt door de eigen bewoners De meeste bewoners vinden dat daar iedereen welkom is en dat het dorpshuis bijdraagt aan het dorpsgevoel Aanzienlijk deel bewoners vindt zich niet goed geïnformeerd en vindt het er niet gezellig

Welke betekenis heeft dorpshuis / MFC ? - aanvulling op de school, sportgelegenheid - belangrijk hele dorp, daar gebeuren de dingen - belangrijk voor leefbaarheid van het dorp - bindende en ontspannende functie - centrale ontmoetingsplaats - dorpsbinding - geen enkele - gezelligheid - heel belangrijk voor sociale samenhang/contacten van het dorp - iets vieren, dan is het mooi - met elkaar - niet zo veel betekenis, café is belangrijker - ontmoetingscentrum, café dicht, dorpsleven - ontmoetingsplaats, gezellig - ontmoetingsplek, ontspannen, gezelligheid - saamhorigheid, sociale contacten - sociale activiteiten, verenigingen, feest - sociale contacten onderhouden - sociale ontmoetingsplek - verenigingen - voor mij hoeft het niet - weinig betekenis - zang / diverse activiteiten / belangrijk -

Andere ontmoetingsplaatsen in het dorp

Ontmoetingsplaatsen buiten: Mantgum

Achtergronden van sociale vitaliteit Kenmerken van bewoners: de betekenis van belangrijke sociale scheidslijnen Man/vrouw Levensfase Sociaaleconomische positie Automobiliteit Fries Woongeschiedenis Kenmerken van het dorp Kenmerken van de dorpshuissituatie

De betekenis van het dorpshuis / MFC (Mantgum) 21-jarige thuiswonende man, doet soms bardienst (1181) 51-jarige vrouw, gezin met kind(eren), organisatie bijeenkomsten (1235) Ik doe evenveel, waarschijnlijk wel meer dan vroeger. Maar minder hier in het dorp. Meer ergens anders Je gaat dus niet even wat drinken (in Wjukken). Je gaat weg om even wat te drinken (stappen in Sneek of Leeuwarden) (Keet:) … vrij vervelend, er was niks aan … (Station:) iedereen komt daar … vrij nutteloos rondhangen .. auto’s …(harde) muziek (MFC:) was belangrijk om het dorp te leren kennen … Je moet tijd hebben ... het moet ook in je levensfase passen Als je midden in het leven staat, dan vind je het ook leuk om voor dingen naar Leeuwarden en Groningen te gaan (vrijwilligerswerk:) kenmerk van het dorp dat mensen snel geneigd zijn om iets te doen Dorp: veel geborgenheid, weinig dynamiek

Frans Thissen Universiteit van Amsterdam Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit van dorpen; de rol van ontmoetingsplekken Frans Thissen Universiteit van Amsterdam