Anorexia en Boulimia Nervosa Kim Durnez 1BaOa2
Wat? Anorexia nervosa: ernstig gewichtsverlies en de angst om desondanks in gewicht aan te komen Boulimia: recidiverende vreetbuien met compensatie- gedrag, zoals braken en/of laxeren.
Inleiding (van de redactie) Verklaringsmodel Genetische aanleg Neurochemische factoren (Serotoninehypothese) Psychologisch (faalangst, slankheidsideaal, …) Behandeling Psychiatrische en somatische diagnostiek Motiveren om eetgedrag aan te passen Klinisch versus ambulant Gezinstherapie versus individuele therapie Cognitieve gedragstherapie
Drie invalshoeken Psychotherapeutische invalshoek E.F. van Furth (psychiater) H.W. Hoek (psycholoog/psychotherapeut) Psychiatrische invalshoek A.A.M. Tenwolde (psychiater) De invalshoek van de huisarts Prof Dr A.L.M. Lagro-Janssen (huisarts)
Psychotherapeutische invalshoek Taak van de huisarts Vroegtijdige herkenning Moeilijk wegens ontkenning Klachten: moeheid, buikpijn, hoofpijn, hartkloppingen, haaruitval, angst, ... Eetgedrag nagaan en opvragen Vertrouwensband tussen arts en patient is belangrijk. De psychologische aspecten in kaart brengen Duidelijke afspraken met psychotherapeut over het te volgen traject van gewichtsherstel
Psychotherapeutische invalshoek Vormen van psychotherapie Gedragspatroon veranderen In kaart brengen van de voor- en de nadelen Voorlichting die aansluit bij kennisniveau Straf- en beloningssysteem werkt niet Cognitieve gedragstherapie Technieken om het veranderen van irrationele gedachten die leiden tot de stoornis Vooral effektief bij boulimia Gezinstherapie Betrekken van de ouders Vooral effektief bij anorexia Vooral voor jonge patiënten en korte ziekteduur
Psychiatrische invalshoek Taak van de huisarts Preventie via informatie en advies (veel personen met een mildere vorm van een eetstoornis komen hier terecht ) Medicamenteuze behandeling en psychofarmaca worden zelden toegepast Spontaan herstelnormalisatie van het eetpatroon Alleen van antidepressiva is aangetoond dat ze de frequentie van vreetbuien kunnen verminderen Neutrale voorlichting geven en patient motiveren om zijn eetgedrag aan te passen Afspreken met psychotherapeut wie wat doet
Psychiatrische invalshoek Taak van de huisarts Symptomen herkennen die wijzen op een eetstoornis: Bron: WomensHealth.gov
Psychiatrische invalshoek Vormen van psychotherapie Vooral de specifieke kennis en ervaring die de behandelaar heeft van eetstoornissen is van belang Meest effectieve behandelingen: Boulimia: cognitieve gedragstherapie Anorexia: minder duidelijk, wel gezin erin betrekken (zeker bij jonge patiënten)
Invalshoek van een huisarts Taak van de huisarts Signalen detecteren, zoals: Onredelijke verzoek om vermageringsdiëten Overgewicht Vertrouwensrelatie Aparte afspraken met patiënt én ouders vragen naar hun sociaal netwerk Kijken naar samenhang met andere stoornissen (depressies, persoonlijkheidsstoornissen…) naar eetpatroon vragen Begeleiding van de lichamelijke aspecten
Invalshoek van een huisarts Vormen van psychotherapie Affiniteit met eetstoornissen van de behandelaar is belangrijk Behandeling afhankelijk van soort eetgedrag Extern eetgedrag (zowel mannen als vrouwen) Lijngericht eetgedrag (vooral vrouwen) Emotioneel eten (vooral vrouwen)
Invalshoek van een huisarts Vormen van psychotherapie Ambulante therapie verdient de voorkeur Indicaties voor klinische behandeling: Extreem ondergewicht Ernstige infectieziektes Verlamminsverschijnselen Acute of hevige pijn in borst of rug Rectaal of oraal bloedverlies
Conclusie De huisarts heeft een centrale rol in de hulpverlening van eetstoornissen: hij moet het probleem signaleren, de ernst vaststellen en doorverwijzen indien nodig. Hij zorgt ook voor het lichamelijk welzijn van de patiënt en kan een aanspreekpunt zijn voor de zorgen van de ouders. De huisarts werkt nauw samen met de psycholoog en psychotherapeut en ondersteunt hun beleid.
Vragen en antwoorden