Infosessie Funatletiek Zaterdag 15 september 2007 BLOSO Brugge Spreker: Ine Plovie
Overzicht Inleiding: algemene visie op jeugdatletiek Trainingsfilosofie Ben/Pup Wedstrijdaanbod bij de jeugd Wedstrijddeelname bij de jeugd Funatletiek: omschrijving Funatletiek: mogelijke proeven Funatletiek in de praktijk
Inleiding: Algemene visie op jeugdatletiek Ontwikkeling van algemene vaardigheden (motorisch, sociaal,..) Kennismaking en voorbereiding op atletiek (disciplines, wedstrijden) BEN/PUP Aanleren atletiekspecifieke vaardigheden (training + wedstrijden) Beperken van drop-out (variatie, motivatie,…) Talentdetectie en talentoriëntatie MIN/CAD Keuze en specialisatie: Recreatie Competitiesport Topsport SCH/JUN
Trainingsfilosofie BEN/PUP Vanaf 6 jaar Aparte benadering (afzonderlijke begeleiders en afzonderlijke inhoud) “Atletiek al spelend” Lopen, springen, werpen, tuimelen, klimmen, vangen, kruipen. Geen saaie en prestatiegerichte trainingen Kind ≠ volwassene in miniformaat Natuurlijke drang naar competitie
Wedstrijdaanbod Kindvriendelijk wedstrijdaanbod Is geen kopie van het volwassen aanbod Moet respect hebben voor de harmonieuze ontwikkeling van het kind Moet specialisatie op jonge leeftijd tegengaan Moet een positieve ervaring zijn Moet respect hebben voor de leefwereld van het kind
2.1.Wedstrijdaanbod: « Ideale » competities Leuk en aantrekkelijk Kindvriendelijk (zowel proeven als begeleiding) Korte tijdsduur Zo hoog mogelijke activiteitsgraad Positieve ervaring (iedereen wint) Evalueren van de trainingsinspanningen Respect voor ontwikkeling van het kind Pas zinvol als competities aansluiten bij leef-wereld, psychische en fysieke mogelijkheden
2.2. Wedstrijdaanbod: Huidig wedstrijdaanbod Een kopie van het volwassenaanbod met aanpassingen naar afstand, gewicht en sommige reglementen (startblokken, afstootzone) Specialiseren is mogelijk (jaarboeken, ranglijsten, officieuze en officiële kampioenschappen) De grootste en sterkste wint, positieve ervaring is afhankelijk van de benadering van trainers en ouders Vooral mindere talenten zijn moeilijk te motiveren om deel te nemen. Van alle disciplines vind je de basis al terug bij de benjamins
2.3. Wedstrijdaanbod: Negatieve effecten Gevaren bij eenzijdige competitiesport Sportmedisch: overbelasting Sportpedagogisch: presteren volgens volwassennormen → minder getalenteerden vallen uit de boot Sporttechnisch: kinderen leren maar 1 sporttak → geen harmonieuze ontwikkeling Negatieve ervaring leidt vaak tot drop-out Te veel druk op jonge leeftijd
Mogelijke oorzaak van lage wedstrijddeelname? Besluit Competitiestructuur en trainingsfilosofie zijn niet op elkaar afgestemd Er is geen aangepast en kindvriendelijk wedstrijdaanbod Mogelijke oorzaak van lage wedstrijddeelname?
3. Wedstrijddeelname bij de jeugd Onderzoek: Hoeveel ben/pup/min nemen deel aan meer dan 2 pistewedstrijden (indoor + outdoor) per jaar 2006 2005 2004 2003 2002 2001 BEN 23% 20% 27% 30% PUP 32% 34% 33% 35% MIN 38% 39% 41% Conclusies Minder dan 1/3 van de jeugdleden neemt deel aan competities De procentuele wedstrijddeelname gaat in dalende lijn
3.1. Lage wedstrijddeelname: Mogelijke oorzaken Veranderende maatschappij: Minder engagement (zowel ouders als kinderen) Ouders hebben minder tijd en willen hun tijd efficiënt invullen Groot aanbod vrijetijdsactiviteiten voor de jeugd (pretparken, speelpleinen, evenementen, computer) Concurrentie van andere sporttakken (Kick-sporten, trends, voetbal,...)
3.1. Lage wedstrijddeelname: Mogelijke oorzaken Voldoet atletiek onder de huidige vorm aan de eisen van kinderen en ouders? Kwaliteit? Tijdsduur? Aantrekkelijk aanbod? Leerrijk? Staat plezier centraal? Sociaal? Aangenaam voor toeschouwers?
3.2. Wedstrijddeelname: Positieve effecten Competitie is essentie van de atletieksport Draagt bij tot ontwikkeling van het kind (leren omgaan met verlies, zich meten met anderen, omgaan met stress,...) De drempel om aan wedstrijden deel te nemen wordt steeds hoger naarmate men ouder wordt Wedstrijddeelname is voorwaarde voor topsport: hoe minder wedstrijdatleten, hoe kleiner de kans op een topsporter Geen topsporters geen voorbeelden Als we op latere leeftijd veel wedstrijddeelname willen, moeten ze daar jong mee beginnen
3.3. Lage wedstrijddeelname: bedenkingen Doen we genoeg inspanningen om kinderen te stimuleren om aan wedstrijden te doen? Is het huidige wedstrijdconcept geschikt, laagdrempelig en aantrekkelijk voor kinderen?
4. FUNATLETIEK
4.1. Ontwikkeling Funatletiek Oprichting werkgroep LBFA – VAL Voorstel om competities voor benjamins af te schaffen en nieuwe competitievorm te ontwikkelen Voorstel niet goedgekeurd – wel goedkeuring voor een parallelle maar niet officiële structuur: FUNATLETIEK
4.2. IAAF- kids’Athletics Funatletiek gebaseerd op IAAF-Kids’ Athletics Zie IAAF-website < developpement of VAL-website Handleiding over wedstrijdvorm Kids’Athletics en handleiding met opbouwende oefeningen
4.3. Funatletiek: omschrijving = alternatieve wedstrijdvorm onder de vorm van een teamcompetitie Zo hoog mogelijke activiteitsgraad Alle disciplines en basisvaardigheden komen aan bod Beperkte duur Grote variatie in de oefeningen – geen specialisatie en ranglijsten mogelijk Voor elk kind een positieve ervaring (beloning, diploma,…)
4.4. FUNATLETIEK: Voorwaarden Alle disciplinegroepen moeten aangeboden worden (lopen, werpen, springen, uithouding, coördinatie en evenwicht) De duur van de competitie mag hoogstens 2 u bedragen Eenvoudige en snelle uitslagenverwerking Teamcompetitie Iedereen krijgt beloning
4.5. FUNATLETIEK: Doelstellingen Kinderen een leuke atletiekdag bezorgen Atletiek aantrekkelijker maken en promoten Kindvriendelijke visie op jeugdatletiek promoten De drempel naar gewone wedstrijden verlagen en dus competitiedeelname vergroten. Parallelle (op termijn enige?) wedstrijdstructuur voor kinderen van 6-10 jaar
5. FUNATLETIEK: mogelijke proeven
1.Proeven voor benjamins Loopproeven: Sprint/horden aflossing Uithoudingsloop Formule 1 Ladderloop Springproeven: Voorwaartse sprongen Cross-hopping Hinkstapspringen in zones Werpproeven Kids’ speerwerpen Kniewerpen Doelwerpen over een hindernis
Loopproeven benjamins Sprint-horden aflossing Uithoudingsloop Ladderloop Formule 1
Springproeven benjamins Hinkstapspringen in zones Kikkersprongen Hinkstapspringen in zones Cross-hopping
Werpproeven benjamins Doelwerpen over hindernis Kids’ speerwerpen Kniewerpen Doelwerpen over hindernis
2. Proeven voor pupillen Loopproeven Sprint/horden aflossing Uithoudingsloop Formule 1 Ladderloop Progressieve uithoudingsloop Zigzag Sprint/horden
2. Proeven voor pupillen Springproeven Voorwaarste squatsprongen Cross-hopping Hinkstapspringen in zones Polsstokverspringen Precisieverspringen
2. Proeven voor pupillen Werpproeven: Kids’ speerwerpen Kniewerpen Doelwerpen over een hindernis Rotatiewerpen Achterwaarts werpen
3. Proeven voor miniemen Vanaf miniem begint de atletiekspecifieke training Kinderen die vanaf ben/pup in de atletiekclub zitten moeten zeker doorverwezen worden naar de reguliere wedstrijden Miniemen kunnen ook deelnemen aan Fundagen (nieuwe aansluitingen, nog niet klaar voor wedstrijden, tussen andere wedstrijden door...)
4. Variaties De proeven omschreven in de brochure zijn richtinggevend De algemene voorwaarden dienen echter wel gerespecteerd te worden (beperkte duur, teamcompetitie) Er kan eindeloos gevarieerd worden in de proeven (zie aanbod in Brugge) Uitvoering en spelregels Materiaal Zones of meters Puntentelling
6. FUNATLETIEK in de praktijk
6.1. FUNATLETIEK in de praktijk Iedereen kan een Fundag organiseren (ongeacht het terrein, materiaal,...) Ideaal voor plaatselijke competities en ontmoetingen (naburige atletiekclub, andere sportclub, activiteit in de gemeente, jeugdbeweging, scholen) Promotie en kennismakingsactiviteit Eerste kennismaking met wedstrijdatletiek voor clubleden Interesse plaatselijke pers en materiaalsponsors
6.2. FUNATLETIEK in de praktijk Eerste Fundag te Brugge: Zowel aangeslotenen als niet-aangeslotenen Groepjes van 10 Gezamenlijke opwarming Uithoudingsproef = fotozoektocht Werpproeven: zonewerpen over (rugby)doel + medecinebalstoten Evenwicht: hinkelparcours Sprintproeven: Formule 1-sprint, risicosprint Springproeven: kwartetschaarspringen, kettingspringen Reuze-aflossing
6.3. FUNATLETIEK in de praktijk Eerste weekend april: Funatletiekweekend Doel: alle kinderen kunnen deelnemen aan een Fundag als aanloop naar het zomerseizoen Parallelle wedstrijdstructuur met plaatselijke organisaties het hele jaar door
Vragen?