Iedere huisarts zijn aidspatiënt. 18 december 2007 Prof. Dr. Dirk Avonts Universiteit Antwerpen
Een stukje geschiedenis (I) 1979: Werkzaam in Free-Clinic Eerste contact met ‘geslachtsziekten’ Bijscholing bij Peter Piot (ITG) Nieuwe soa: Chlamydia trachomatis Stijging van gonorroe en syfilis bij homomannen.
Geschiedenis (II) 1981: Oprichting soa-kliniek ITG Screening homomannen in Antwerpen Eerste berichten van een dodelijke ziekte onder homomannen in Amerika Acquired Immune Deficiency Syndrome
Geschiedenis (III) 1983: Ontdekking van het virus: HIV. 1986: Betrouwbare antistoffentesten. 1990: Eerste anti-hiv medicijnen. 1996: Algemeen gebruik van ‘aidscocktails’ 3 tot 4 anti-hiv medicijnen samen. Onderdrukking virus. Recuperatie van immuunsysteem.
Geschiedenis (IV) Vanaf 2000: Resistente hiv-stammen. Noord-Zuid kloof ivm aidstherapie. Aidsgevoel verandert: het is ‘te genezen’. Ziektedreiging daalt sterk. Meer onveilig vrijen (jonge homo’s). Stijging nieuwe hiv-gevallen en andere soa.
Hoeveel nieuwe hiv-infecties zijn er ieder jaar in België? A. 100 tot 500. B. 500 tot 1000. C. 1000 tot 1500. D. Meer dan 1500.
Verloop van een hiv-infectie (I) Primo-infectie: Binnendringen van het virus. Verspreiding in het lichaam. Griepachtig beeld; geneest spontaan. Evenwicht: virus-immuunsysteem: Geen klachten. Positieve hiv-antistoffentest
Verloop van een hiv-infectie (II) Virusprogressie: Virusvermenigvuldiging wordt krachtiger. Immuniteit gaat achteruit. Ziekten en klachten komen op. Terminaal stadium: AIDS. Immuniteit is onvoldoende. Opportunistische kankers en infecties.
Wat doet de hiv-therapie? Cocktail van 3 tot 4 retrovirale producten: Verschillende aangrijpingspunten. Virusactiviteit daalt spectaculair. Immuniteit herstelt: vatbaarheid voor opportunistische kankers blijft. Hiv-patiënt voelt zich terug ok. Levenslange therapie. Nauwkeurig inname van de medicijnen.
Nevenwerkingen retrovirale therapie Directe effecten (per individu verschillend): Lever, nieren, huid, zenuwbanen, pancreas, darmen (diarree). Te snel herstel van het immuunsysteem. Op lange termijn (iedereen): Veranderd vetprofiel in bloed. Meer kans op ontwikkelen van diabetes. Meer kans op kanker?
Balans van de aidstherapie Virus: Zeer sterke onderdrukking van het virus. Geen uitroeiing van het virus. Ontstaan van resistente stammen. Hiv-patiënt: Prima levenskwaliteit. Sterft niet meer door hiv-infectie. Maar aan de gevolgen van de medicatie?
Praktische aanpak hiv-patiënt De gemakkelijkste chronische ziekte om te begeleiden! Virale activiteit: ‘viral load’. Immuniteit: CD4-cellen (T4-cellen). Inschatten van het stadium van de ziekte.
Stadium van HIV-infectie Immuniteit is OK. CD4-cellen > 400/mm3. Virus: < 30 000 copies/ml. Immuniteit kan gestoord zijn. CD4-cellen < 350/mm3. Virus: > 100 000 copies/ml. Aidsstadium: CD4-cellen < 200 copies/ml.
Oppuntstelling nieuwe hiv-patiënt. Infectie-profiel: Toxoplasmose, CMV, hepatitis-A/B/C, TBC. Resistente HIV-stam? Genetisch profiel. Vaccinaties: Influenza, hepatitis, pneumokokken, ea. Gezondheidsprofiel: Lipiden, glucose, lever, pancreas, bloedbeeld.
Opvolging hiv-patiënt Klinisch onderzoek: Mond, keel, bloeddruk. Bloedanalyse: CD4-cellen en virus-activiteit. Check-up voor soa: Syfilis, gono, chlamydia, hepatitis-C, LGV. Pap-smear, anaal uitstrijkje. Gezondheid behouden: Vaccinaties, rookstop, voeding, veilig vrijen, enz...
Overdracht van HIV. Seksueel Moeder-kind Bloed Andere Penis-aars, penis-vagina en orale seks Moeder-kind In utero, geboorte, borstvoeding Bloed Transfusie, inspuiting, prikaccident Andere Via oogbolslijmvlies, via aerosol?
Risico op overdracht van HIV Serum viral load < 3500 3500 tot 9999 10 000 tot 49 999 > 50 000 Risico op transmissie 1 5,8 6,9 11,9
Soa in het lichaam Bloedpathogenen (enkel inwendig) Hiv, hepatitis B, (hepatitis C) Ulcusziekten (uitwendige letsels) Syfilis, herpes genitalis Openingen: uro-genito-anaal, oraal Chlamydia, gonorroe, mycoplasma Huidaandoeningen (buiten het lichaam) Wratten, scabies, schaamluizen
Interactie HIV en andere soa Besmet met HIV en ook een soa actief: Snellere evolutie van de hiv-infectie. HIV kan makkelijker worden overgedragen. Soa zal ‘agressiever’ verlopen. Niet besmet met hiv en een soa actief: Meer kans om HIV op te lopen: Via infectiewondjes, ontstekingscellen.
Syfilisletsel
Syfilis: terug van nooit weg geweest. Endemisch in homogemeenschap: Bij hiv-positieven én hiv-negatieven. Overdracht mogelijk via ‘veilige handelingen’. Vroegopsporing mogelijk. Prima behandeling met penicilline. Heterogemeenschap: import Vanuit Oost-Europa en Midden Afrika.
Herpesletsel
Herpes genitalis Virusinfectie: Besmetting: Primo-infectie. Latente fase. Heropflakkeringen. Besmetting: Direct contact. Tijdens infectie-opstoot of dragerschap.
Chlamydia, gonorroe en mycoplasma
Urethritis-cervicitis Zeer verspreid in jongerenmilieu: Homomannen: gonorroe, chlamydia, mycoplasma Heterojongens en meisjes: chlamydia, mycoplasma Aanpak: Actieve opsporing (behandeling) via urine: gonorroe/chlamydia
Zijn er vaccins tegen soa? Hepatitis-B: Zeer doeltreffend, beschikbaar sinds 20 jaar. Zit in het vast vaccinatieschema sinds 5 jaar. Humaan papillomavirus (hpv): Zeer doeltreffend tegen types 6/11 en 16/18. Aangewezen voor alle 12 tot 15 jarigen.
Homo-jongens Contacten via: Risico-inschatting: Anonieme plaatsen, homo-bars, internet-dating Reizen Risico-inschatting: Niet ten volle bewust van de werkelijke risico’s voor zichzelf en de anderen: “hiv is te genezen” Zoeken soms het gevaar op: bewust onveilig vrijen of een besmette partner opzoeken.
Aanpak homo-jongens Regelmatige check-up bij de dokter: Bloedonderzoek: Hiv, syfilis, hepatitis B, hepatitis C. Urine: Chlamydia, gonorroe. anale infecties: Chlamydia, gonorroe, syfilis, herpes, hpv. Vaccinatie voor hepatitis-B, hpv. Info: www.mannenseks.be.
Aanpak hetero-jongeren Informatie: Folders, internet: www.sensoa.be Nadruk op condoomgebruik: correct, tijdig. Leren onderhandelen Naar de dokter? Bij klachten: zeker (jongens en meisjes). Bij pilcontrole: screening op chlamydia.
Komen er nieuwe soa aan? Intiem contact is niet te bannen... Er zullen altijd overstapmogelijkheden zijn voor micro-organismen die zich specialiseren in overdracht via slijmvliezen. Meer mensen vrijen op meer plaatsen in de wereld: Snelle verspreiding van een soa die ‘ergens’ op aarde opduikt.
Seksuele hygiëne Eerste seksueel contact bedacht en gepland. Een trouwe relatie. Bij een nieuwe relatie: Condoomgebruik Check-up ivm soa Bij seksueel overdraagbare infectie: Juiste,snelle diagnose en behandeling. Verwittigen van partners.
Bij buitengaan, jasje aan! Met een stevig condoom hou je de penis schoon en blijft de schone schede een poesje weltevreden