De crisis en de verhouding tot de ontwikkeling van de produktiekrachten een historisch materialistische benadering.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Van zeepbel tot zeepbel David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008.
Advertisements

Het buitenlands beleid leerdoelen • Weten tegen welke achtergrond de Amerikaanse regering de Monroedoctrine afkondigde; • Kunnen aangeven waaom.
H3 Industralisatie en Ismen.
1.2 De wereld wordt kleiner
Nederland in de 20ste eeuw
8.6 Het moderne imperialisme
Historisch overzicht paragraaf 6.1
Industriële revolutie
Economische wereldcrisis
1950-Heden - de tijd van televisie en computer
Het socialisme Paragraaf 7..
IJzeren gordijn gaat open
Hoofdstuk 5.
Globalisering H2.
De Verenigde Staten en hun federale overheid
6, Oorlog en Vrede , Vietnam en Frankrijk.
4. De Wereld na Oorlog na de oorlog.
1950-Heden - de tijd van televisie en computer
de tijd van burgers en stoommachines
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Paragraaf 2.2 Europa: oude kernregio met rimpels
Hst 4: De wereld indelen.
1-arbeiders 2-technische kennis 3-kapitaal 4-grondstoffen 5-afzetmarkten 6-vervoersmogelijkheden 7-politieke vrijheid 8-ondernemerslust.
Modern imperialisme.
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Confrontatie Paragraaf 5.2.
Oprichting en optreden van de VN
Les 1 De wereld staat in brand
Hoofdstuk 1 Koude Oorlog en dekolonisatie in Indochina
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
Wereld H3.2.
Schematische samenvatting
Van slow world tot fast world
Welkom Module in combinatie met een project Theorievorming Toets MC en/of open vragen MC vragen uit het boek + additionele vragen
Transport en Infrastructuur
Berlijn+DDR en de Koude Oorlog
OORLOG IN VIETNAM. ACHTERGROND Het midden van de 20e eeuw stond in het teken van de opkomst van grote mogendheden: de Verenigde Staten en de Sovjet Unie.
8.6 HET MODERNE IMPERIALISME
Hoofdstuk 1: Eerste Wereldoorlog, democratie en fascisme
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
H5 Koude Oorlog §3 Duitsland verdeeld.
HISTORISCHE CONTEXT KOUDE OORLOG
§5.4 Het einde van de koude oorlog
Paragraaf 1: Kolonies inpikken.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
Europeanen in Amerika, Afrika en Azië
Economisch De landen bouwen aan een moderne economie (massaproductie), waarin de zware industrie en spoorwegen centraal staan Industrie als nationale.
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Duitsland werd na WO-I…
Context 2: Duitsland Les 1 –
‘De Industriële revolutie is goed geweest voor de mensheid’
Economische vooruitzichten 2016 Danny Reweghs Directeur Strategie.
Hoofdstuk 2 Het Duitse Keizerrijk I
De Koude Oorlog
1.2 De wereld wordt steeds kleiner. Even herhaling van voor de vakantie internationalisering ) mondialisering ) globalisering ) enkele gevolgen- minder.
SO terug.
De blokvorming in Oost en West Hoofdstuk 4 de Koude Oorlog.
H6 Imperialisme §6.5 Gevolgen van het imperialisme Wat moet je weten aan het eind van de les? Wat de politieke gevolgen voor Europa waren Wat de economische.
De Twee wereldoorlogen Tijd voor de oorlogen Vijf grote landen uit Europa hebben veel macht over de wereld: Engeland Frankrijk Rusland Duitsland.
Tijd van televisie en computer 1950 – nu
Koloniale verleden.
Tijdvak 9 ‘De tijd van de wereldoorlogen’
Paragraaf 13.4 Noord en Zuid.
Tijd van wereldoorlogen
Hoofdstuk 9 De economische sprong van Europa
de tijd van burgers en stoommachines
Sociaal-culturele dimensie:
Transcript van de presentatie:

De crisis en de verhouding tot de ontwikkeling van de produktiekrachten een historisch materialistische benadering

Welke crisis? Conjuncturele cycli en structurele crisis Conjuncturele cyclus Structurele crisis

Einde 18  E. ---> 1873 Eerste industriële revolutie: textiel stoommachine steenkool - staal spoorwegen als locomotief Brits imperialisme Konjunctuur cycli voordien: 1830 en 1848, ook periodes van politieke revoluties

Krisis: : Eerste wereldcrisis in alle kapitalistische landen Verzadiging van de markten en overaccumulatie van kapitaal 1876 eerste arbeidersopstanden, strijd voor 8 urendag Uitweg: 1  -toepassing van de Tweede Industriële revolutie (elektrotechniek, chemie, automobiel) 2  -Imperialisme door kapitaalexport. Voorbeeld via spoorwegen

In 1916 gebruikte Lenin de verdeling van het spoorwegnet in de wereld als een maatstaf voor de onderontwikkeling van de koloniën ter ontwikkeling van het moederland. “De aanleg van spoorwegen lijkt een eenvoudige, natuurlijke, democratische, beschaving bevorderende onderneming. In werkelijkheid hebben de kapitalistische banden de aanleg van spoorwegen gemaakt tot een werktuig ter onderdrukking van een miljard mensen (in de koloniën en half koloniën), d.w.z. van meer dan de helft van de wereldbevolking. “

In 1970 besluit Galeano over Latijns-Amerika: "De spoorwegen vormden ook een essentieel onderdeel van de ijzeren kooi van afhankelijkheid: midden in de bloeitijd van het monopoliekapitalisme breidden zij de imperialistische invloed uit naar de achterhoede van de koloniale economieën... De spoorwegen vormden niet een net dat bestemd was om de verschillende streken in het binnenland met elkaar te verbinden, maar ze verbonden de productiecentra met de havens. Het ziet er nog steeds uit als een tekening van een hand met gespreide vingers: op deze manier verhinderen de spoorwegen, die zo vaak toegejuicht zijn als koplopers van de vooruitgang, de vorming en ontwikkeling van de binnenlandse markt. De welvaartspolen die bloeiden om te voldoen aan de Europese metaal-en voedselbehoeften, hadden geen banden met elkaar: de baleinen van de waaier kwamen aan de overkant van de zee bij elkaar...."(De aderlating van een continent Van Gennep, 1991)

In 1972 schreef Rodney over Afrika: "De combinatie van onderdrukt, uitgebuit en geminacht te zijn wordt nog het best geïllustreerd door het patroon van de ekonomisch infrastructuur van de Afrikaanse kolonies: namelijk, haar wegen en spoorwegen. Dit patroon had een duidelijke geografische distributie overeenkomstig de behoefte om bepaalde regio's toe­gankelijk te maken voor import-export activiteiten. Waar er geen exportmogelijkheid voorhanden was, waren ook de spoorwegen afwezig. De enige uitzondering waren de spoorwegen die gebouwd werden om troepen te vervoeren en zo verovering en onderdrukking te vergemakkelijken" (209)(How Europ underdeveloped Africa, Howard)

>14-18: WOI: Komt niet voort uit krisis Wel uit imperialisme: -kapitaalexport, verdeling van de wereld, ongelijkmatige ontwikkeling: *Duitsland  (éénmaking Bismarck, voorsprong bij toepassing tweede technologische revolutie: chemie (AG-Farben,Bayer), electrotechniek (Siemens-AEG), petroleum (Shell ea in handen van Duitse Banken), betere ijzerertsen, nieuwe staaltechniek en oorlogsindustrie (Krupp) *Engeland e.a.  =>strijd voor herverdeling overeenkomstig nieuwe economische krachtsverhoudingen.

>1929 en de krisis van jaren '30  WOII Fordisme: USA Taylorisme: -ontbinden van complexe arbeid in eenvoudige, opeenvolgende, herhaalbare, controleerbare handelingen; chronometrage; ongeschoolde i.p.v. geschoolde arbeidskracht -ontkoppeling van conceptie (intellectuele arbeid) en uitvoering Fordisme: -arbeider blijft stabiel, product beweegt naar de arbeider toe = lopende band -productie vertrekt vanuit het aanbod, aanbod drijft de productie: veel en hetzelfde produceren op zo kort mogelijke tijd: rigied systeem, massaproductie en massaconsumptie Ineenstorting van de beurs ---> stagnatie van handel en productie. Diepe en veralgemeende depressie Algemene staking (40 urenweek) Ontwikkeling van Keynesiaans denken Krisis leidt naar WOII

>1973: Oorzaken sterke groei (5 à 6%)= VS supermacht (rest in naspoor): -economische supermacht: -hoogste productiviteit: toepassen 2  industr. revolutie op massa­schaal: Fordisme - massaproductie-massaconsumptie -Keynes recept (massaal krediet en overheidsbestellingen; in Europa: SZ: uit schrik voor opgang communisme (communistisch Oostblok en  druk van revolutionaire klassenstrijd, voorkomen van revolutionaire omwenteling) => 'sociaal pakt' van 1944) -internationalisering economie: fenomeen Multinational (vooral kapitaal­export tussen imperialisten (VS -> Europa)) -via neo-kolonisatie overheersing Derde Wereld -nieuwe krachtsverhoudingen: Pax Americana – monetair: Bretton Woods (dollar X goud = wereldbankier) – economisch: Marshall plan – militair: Nato – handels: GATT - vrijhandel

na 1973:---> jaren '80 Begin van de algemene structurele wereldcrisis Globale groeidaling: nog 1 à 3% -dalende winstvoet, overaccumulatie -VS tanende supermacht (Viëtnam, Opec, opkomen van twee concurrerende machten (Japan en Duitsland) =>loskoppelen dollar X goud (1971)) Uitweg:-kapitaalex­port naar DW => schuldencrisis Japanse groei groter dan anderen <= Toyotisme: -vertrekt van de vraag, die trekt de productie => flexibiliteit  : JIT MBS TW onderaanneming -terug koppelen van intellectuele en manuele arbeid, controle door arbeider zelf in produc­tie­proces, polyvalentie, kwaliteitscirkels =>M/V  <= productiviteit  arbeid: complexiteit  + intensiviteit  Studie MIT:vergelijking tussen Fordisme &Toyotisme M/V1,253,00 Wv50%66%

na > jaren '90 -Derde industriële revolutie (informatica, robotica, telecommunicatie, biotechnologie, materialen); Toyotisme meest geschikte organisatiemethode om deze maximaal te benutten -Globalisering van de economie -Keynesiaanse reactie, als neoliberaal voorgesteld: onder Reagan: militarisering  (Star Wars), belastingsdruk , kunstmatig sterke dollar (interest  ) => begrotings- en handelstekort => VS wordt van grootste schuldeiser tot grootste schuldenaar, vnl. aan Japan => val van de dollar

vanaf  -Val van Berlijnse muur en socialistisch Oostblok => hereniging van Duitsland => Europa onder Duitse supprematie =>Monetaire Unie =>Begrotingstekort  (Maasstrichtnorm) =>competitiviteit  (Witboek Delors): via loonkost  (patronale bijdragen SZ  ), flexibiliteit , grote infrastructuurprojecten) =>drie snelheden Europa => "wegvallen" communistische dreiging => Amerikanisering van Europese 'welvaartstaat': afbraak sociale zekerheid, privatisering, deregulering en flexibiliteit van arbeidstijd, arbeidsmarkt (hamburgerjobs) => racisme en fascisering  => agressiever (economisch en militair) t.a.v. Derde Wereldlanden => Golfoorlog (1993) =>  inter-imperialistische tegenstellingen => => Balkanoorlog en instabiliteit Rusland => verderde wereldlijking van het vroegere Oostblok en Rusland -Japanse en Aziatische crisis (jaren ‘90) -China wordt sterkst groeiende economie (vooral vanaf 2000)