Water en zouthuishouding
Hart, nieren en de elektrolyten Circulatie Filtratie Water- en zouthuishouding Circulatie gaat voor de samenstelling van het bloed Bloeddruk moet op bepaalde plaatsen zeer constant zijn
De Circulatie Hart moet altijd pompen verder niets Daarna komen de nieren om te filtreren Bij te weinig vocht houden de nieren water vast met behulp van natrium
De Circulatie
Constate bloeddruk in de capillairen
Constante Bloeddruk in een Capillair
Combinaties Water en Natrium Kalium en Natrium Kalium en H+ Fosfaat en Calcium Chloor en Bicarbonaat
Functies Water Oplosmiddel Transport Geleidbaarheid Warmte regulator Neemt deel aan de stofwisseling
Drinken en plassen
Percentage water in ons lichaam
Waterverdeling in ons lichaam
Ionconcentraties in-buiten de cel Ionvorm in de cel buiten de cel verschil Natrium 8 - 30 135 - 145 15 keer Kalium 100 - 155 4 - 5 30 keer Chloor 4 - 30 120 10 keer HCO3- 5 - 15 24 2 keer Calcium 0,0004 2 20.000 keer Grote molekulen 100- 150
Membraan en ionpompen
Natrium buiten en Kalium in de Cel
Natriumpompen
Aldosteron regelt Kalium in bloed
Terugresorptie van Fosfaat
Water en elektrolyten in de darmen
Samenstelling faeces
De nier
Nefron schematisch
Kapsel van Bowman
Water en zouthuishouding
Fijnregeling van water
Vochthuishouding
Uitscheiding UREUM in de nier
Natriumpompen werken niet hierdoor lage Kalium in bloed
Kaliumhuishouding door Natrium
Diuretica
Laag Natrium Door lage inname, bijna nooit omdat dan de nieren natrium vasthouden Risicosituaties: Sterk zweten Langdurige diarree Overgeven Nierfunctiestoornissen Gelijktijdig met waterverlies of veel drinken
Hoog Natrium Uitdroging: door te weinig drinken of veel vochtverlies (diabetes millitus, koorts, diabetes insipidus)
Laag Kalium Chronische diarree, of nierprobleem Chronisch gebruik van diuretica, laxantia Aldosteronverhoging, Corsticosteroidentherapie Drop H+ verhoging hierdoor kalium uit de cel naar urine (diabeet, insuline) Hyperventilatie H+ verlaging plasma Verminderde inname (anorexia, ondervoeding)
Hoog Kalium Verminderd renale uitscheding door nierfalen Ondervulling Hypo aldosteronisme (Addison) ACE remmers, spironolacton Uittreden uit de cel (insuline tekort) Plotselinge celschade (chemokuur, leukemie, rhabdomyolyse) Infuus
Hoog Watergehalte Overmaat extracellulair water Osmotische verplaatsing naar buiten Veel water drinken, (bier) Rare ADH uitscheiding Oedemateuze toestand door natrium en water retentie bij laag effectief circulerend plasmavolume (hartinfarct, levercirrose Verminderde extracellulaire natrium (diurecticum, te weinig aldosteron, diarree, zweten.
Laag Watergehalte Uitdroging: door te weinig drinken of veel vochtverlies (diabetes millitus, koorts, diabetes insipidus)
Gevolgen watertekort 1 – 3% Dorst, speekselsecretie, ureum uitscheiding 4 – 6% Vermoeidheid, misselijkheid, hartfrequenties, temp 7 – 11% Draaierig, ademnood, bloedvolumedaling, hoofdpijn 11% Verwardheid, krampen, delirium 20% Dood (% van l/kg gewicht)