Veiligheidsmaatregelen tijdens de inzet Controleer elkaar voor je naar binnen gaat Ga systematisch te werk; controleer elke deur die je tegenkomt Passeer nooit een vuurhaard Zorg voor duidelijke herkenningspunten Sluit gas en elektra af
Controleer elkaar Gelaatstuk, kleding, ademlucht (druk) Controleer elke deur Tast de deur af met gehandschoende handen (Let op draairichting, temperatuur) Open de deur voorzichtig, gebukt en met het hoofd afgewend Toedraaiende deur: gebukt achter de deur. Zet 1 voet tegen de deur, waardoor deze niet verder open kan gaan dan 10-15 cm Afdraaiende deur: gebukt achter de muur naast de deurklink
Toedraaiende deur
Afdraaiende deur
Vraag: Waarom moet je gebukt zitten?
Veiligheid: Er kan een steekvlam naar buiten komen, bijvoorbeeld als gevolg van een vlamoverslag Beter zicht: In een ruimte met rook heb je het beste zicht
Na binnentreden van de ruimte: Controleer of er aan de binnenkant een deurklink aanwezig is en of het slot werkt. Roep eventuele slachtoffers en luister. Cirkelvormige verkenning. Vraag: Wat is het doel van een cirkelverkenning?
Om de plaats van de deur in een ruimte te bepalen en om de oppervlakte direct achter de deur te verkennen
Procedure cirkelmethode: Nummer 1 en 2 staan met de rug tegen de wand, nummer 2 staat bij de deur Nummer 2 geeft nummer 1 een hand Nummer 2 houdt met de andere hand de deurklink vast. Hij laat de deurklink niet meer los Nummer 1 maakt met handen en voeten cirkelvormige bewegingen om in de directe nabijheid oriëntatiepunten te vinden Nummer 2 loopt voorzichtig met hem mee (meecirkelen) en laat de deurklink niet los Cirkel zodanig dat je na de cirkelverkenning direct in de goede richting door kunt verkennen
Doorzoeken van ruimtes: “Beslis” of u rechtsom of linksom gaat zoeken Doorzoek de ruimte die u betreedt helemaal Open alle deuren die u tegenkomt om te controleren of het achter de deur brandt De volgende ruimte die u doorzoekt, is de ruimte die u als eerste tegenkomt Sta af en toe stil: Adem inhouden en luisteren
Breedteverkenning (zoeken naar een object dat geen geluid geeft): Nummer 1 houdt met 1 hand contact met de wand. Nummer 2 gaat naast nummer 1 staan en houdt met 1 hand de draaggreep van het ademluchttoestel van nummer 1 vast Beide gebruiken hun vrije hand als gelaatsbescherming
Trappen beklimmen: Beklim een trap aan de veilige zijde (meestal de muurzijde) Tast met u voeten de trede af en: Voel of de trede aanwezig is Bepaal het materiaal van de trap Voel of de trede sterk genoeg is door te stampen; plaats het gewicht op het tastbeen en sluit het standbeen aan Tel hardop het aantal treden en onthoud dit
Trappen afdalen: Draai u boven aan de trap om Tast met een voet naar de rand van de bovenste trede Daal daarna achterwaarts aan de muurzijde af en tel hierbij weer hardop en aantal treden Help na vier treden de tweede man om zijn tastbeen op de eerste trede te plaatsen Kelder: Twee personen dalen zo snel mogelijk naar beneden af met een straal onder druk. De derde persoon zorgt boven aan de trap voor de aanvoer van de slang
Luchtvoorraad: Controleer tijdens het aanrijden of uw fles vol is (mag maximaal 10% afwijken 270-330 bar) Controleer bij het betreden van het onveilige gebied opnieuw Controleer de flesdruk regelmatig Ga terug zodra u of uw collega de terugtochtdruk heeft bereikt
Situatie verkennen Evenveel lucht voor de heenweg als voor de terugweg Reservedruk:Een deel van de luchtvoorraad moet je overhouden voor eventuele noodsituaties. Je moet in ieder geval nog 55 bar in de fles hebben als je buiten komt aanvaarden terugweg = (begindruk + 55 bar reservedruk) / 2
Werkzaamheden uitvoeren Korte heen- en terugweg Luchtverbruik heenweg = begindruk – aankomstdruk Terugtochtdruk = luchtverbruik heenweg + reservedruk
Vragen?