Grammar Chapter 2-G1 ‘s en of
Bezit = ‘s /of: wanneer welke? Als je wilt aangeven dat iets van iemand of iets is (=bezit) kun je in het Engels gebruik maken van de ‘s (komma-s)of het voorzetsel of. De ‘s gebruik je bij: 1. bezit van personen - It is Peter’s bike. (Het is de fiets van Peter.) 2. woorden van tijd – This is yesterday’s newspaper. (Dit is de krant van gisteren.) 3. de woon of werkplaats van iemand, zonder het woordje house, shop, surgery – I must go to the doctor’s (surgery), I’m going to the newspaper’s (shop). Eigenlijk is deze ‘s de bezits-s. (heb je al gehad in klas 1) Let wel: als een woord in het meervoud al op een s eindigt, krijg je alleen een komma, en geen komma-s! Dus: the boss’s daughter is met komma s, maar: Ladies’ shoes is met alleen komma, want ladies heeft al een meervouds-s!
Bezit met het voorzetsel of Als het gaat om het bezit van dingen, bijv De deur van de auto is blauw (deur is een ding en auto is een ding), dan gebruik je in het Engels of. Dus: The door of the car (niet: the car’s door). The leg of a table (niet: the table’s leg). The floor of the building (niet: the building’s floor).
Opdrachten Zoek een Engelse tekst/teksten waarin je G1 terug vindt. Onderstreep/markeer 5 voorbeelden van de ‘s en 5 voorbeelden met het voorzetsel of die je hebt gevonden. Bewaar deze tekst/teksten in je portfolio. Maak opdracht 1a en 1b op blz 44 van je WB.