Conditional Clauses If-zinnen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

Let me tell you about... (De Voltooid Tegenwoordige Tijd)
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Vragend en Ontkennend maken
The future met “will” en “shall”
You do remember, don’t you?
Past Simple – Past Continuous
Moeten: must, have (got) to, should, should have
Betrekkelijk vnw. = Relative Pronoun
The English Tenses Alles op een rijtje.
All Right 1thv Unit 6 Grammar 2.1 en 2.2.
The Passive De lijdende vorm in het Engels, lastiger, en helaas meer gebruikt dan in het Nederlands.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Question Tags unit 6 gr 2.1.
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Directe rede  Indirecte rede
en ‘If-zinnen’ (klik hier als je meteen naar If-zinnen wilt.)
Past Perfect = vvt (=I had worked/I had been working) He had slept/had been sleeping for 3 hours when I woke him. Hij had al 3 uur geslapen toen ik hem.
Grammar Unit 1.
De Zegen in het Lijden. Oh, what I would do to have the kind of faith it takes, to climb out of this boat I'm in onto the crashing waves Ik zou alles.
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1994 Shepherd's Heart Music 1/12 JOY! JOY TO THE WORLD (Dennis L. Jernigan) 1. And this is.
zondag 3 augustus 2014 Click Klik Sunday, 03 August 2014.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Deltion College Engels B1 En Spreken/Presentaties [Edu/007] Thema: Soap(s) can-do : kan met enig detail verslag doen van ervaringen, in dit geval, rapporteren.
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen met have en have got (= hebben)
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Lesson 9.
Lesson 3 PPTs komen op: Extra English Lesson 3 PPTs komen op:
Extra English Lesson 9 - recap.
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Last week I forgot my keys.
Definities: Present Simple en Past Simple
+.
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
past simple en present perfect
Present Simple & Present Continuous
Present Perfect Voltooid Tegenwoordige Tijd.  Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd MAAR er staat niet bij wanneer dat gebeurd is.  He has.
GRAMMAR. Welk werkwoord zie je in elke zin?  He has caught a fish.  He has hit his finger.  She has missed the bus.  The man has been in prison for.
Grammar.
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
 De actie is in het verleden begonnen en beëindigd  Duidelijke tijdsbepaling!!
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Grammar – period 2.
Past Simple (v.t.) onRegelmatige werkwoorden allesvoorengels.nl.
Present Perfect allesvoorengels.nl.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Present Perfect Wat is de present perfect?
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Transcript van de presentatie:

Conditional Clauses If-zinnen

Belangrijkste regel! De belangrijkste regel die we bij de if-zinnen moeten gebruiken is: In het zinsgedeelte waar “if” in staat, mag je geen “will”, “would”, of “would have” gebruiken maar gebruik je gewoon de goede tijd van het werkwoord.

Conditionals We hebben 3 soorten conditionals: Type I: Present Simple (Kans is groot dat het gebeurd als aan de voorwaarde wordt voldaan) Type II: Past Simple (Kans is klein dat het gebeurd als aan de voorwaarde wordt voldaan) Type III: Past Perfect (Het zal niet meer gebeuren)

Conditional type I Type I maak je zoals gezegd met de Present Simple: If I have a lot of money, I will buy a new car. Present Simple met will + hele werkwoord (Als ik veel geld heb, zal ik een nieuwe auto kopen)

Conditional Type II Type II maak je zoals gezegd met de Past Simple: If I had a lot of money, I would buy a new car. Past Simple met would + hele werkwoord (Als ik veel geld had, zou ik een nieuwe auto kopen)

Conditional type III Type III maak je zoals gezegd met de Past Perfect (had + voltooid deelwoord): If I had had a lot of money, I would have bought a new car. Past Perfect met would have + voltooid deelwoord (Als ik veel geld gehad zou hebben, zou ik een nieuwe auto gekocht hebben)

Opmerkingen Belangrijke dingen om op te letten: Je kunt aan het gedeelte van de zin dat al is ingevuld altijd zien welke tijd je moet gebruiken. If en unless vallen onder dezelfde regel en kunnen dus ook door elkaar gebruikt worden.

Voorbeeldzinnen Type III Past Perfect She would have seen the estate at its best if she had been here last week. If she sits too close to the television she will ruin her eyes. Unless they work harder they won’t get paid much. Present Simple Type I Present Simple Type I

Voorbeelden The whole machine would fall to pieces if you removed that screw. I would keep a horse if I could afford it. Type II Past Simple Type II Past Simple

Nu jullie! I could tell you what this means if I (know) any Greek. If he (not have) a toothache, he wouldn’t have been so grumpy. If you hadn’t called out to her, she (be) killed. If she had invited you, you (come)? What (happen) if he turns this key?

Antwoorden I could tell you what this means if I knew any Greek. If he hadn’t had a toothache, he wouldn’t have been so grumpy. If you hadn’t called out to her, she would have been killed. If she had invited you, would you have come? What will happen if he turns this key?