Schrijf dit op: Op deze site probeer ik zoveel mogelijk info voor jullie te zetten. Hier kan je in ieder geval doorklikken naar internetopdrachten!
Wat gaan we doen Gezamenlijk begin en PPP (15 minuten) 1 groep binnen werken map 1 groep buiten lezen Pobre Ana + opdracht 1 groep Internetopdrachten Ga naar En speel het spel
Bespreken toetsen So: cijfers nog niet bekend, fouten wel Veelvoorkomende fouten PW + so
El tiempo: p. 38 El tiempo = het weer Op pag. 38 vind je enkele uitdrukkingen over het weer. Lees deze uitdrukkingen door
¿ Qué tiempo hace? Wat voor weer is het? Schrijf de woorden over en zet de Nederlandse vertaling erachter La primavera = ………… El invierno = …….. El otoño= …….. El verano = ………. Las 4 estaciones del año = de 4 jaar getijden
Hace buen tiempo… Het is mooi weer
Hace mal tiemp = Het is ……. weer
Hace … = het is ….. Voorbeelden: hace sol = het is ….. hace sol = het is ….. …calor (het is warm) …frío=…………frío=……… …viento = het waait …fresco -= ……… frisjes
¿Qué tiempo hace?= Hoe is het weer? Met estar: Está soleado. Het is ……. Está nublado. Het is ……..
¿Qué temperatura hace?= Wat is de temperatuur?/ hoe warm is het? “Hace+númerogrados”+ Hace 35 grados = het is ……… Hace 0 grados = het is ……
Unidad 2: El tiempo ml ml Kijk/luister naar het filmpje en geef antwoord op de volgende vraag (in je schrift) Schrijf op: bij ieder jaargetijde 2 typische weersomstandigheden (bv: Jaargetijde 1 = primavera: a) hace buen tiempo) b) …………..
Opdrachten maken uit de map P. 48 ejercicio 13: hoe is het weer in de verschillende seizoenen in Nederland? La estación = seizoen El verano= de zomer el otoño = de herfst El invierno= de winter la primavera = de lente P. 49 ejercicio 14: zoek de juiste zin bij het juiste ballonetje (zie ook volgende pagina’s) DENK AAN JE EIGEN WOORDJES (en so volgende week)