Uit de kraan komt water. Water kun je drinken en je kunt er nog véééél meer mee
Ik geef de bloemetjes water
Ik doe lekker de ramen wassen met water. Ze worden lekker schoon
Met water kun je de auto wassen. De auto is weer schoon
Lekker even mijn gezicht wassen. Nu ben ik weer fris
Tanden poetsen is heel fijn. Dan krijg je geen gaatjes. Ik drink een slokje water en mijn tanden glimmen weer
Lekker soppen in het water met de dweil !!
Ik spoel het water door de wc
Ik sta heerlijk onder de douche. Ik vind het lekker om te douchen.
Bij soep koken heb je water nodig
Ik doe de afwas. De afwas wordt schoon door het water
Ik doe even wat water drinken want ik had erge dorst
Ik doe water in het koffiezetapparaat en dan kan de koffie komen
Met water en zeep was ik mijn handen
Met water en wasmiddel maak je bellenblaas. En dan kun je grote bellen blazen
Ik vul de waterballon met water.
EINDE