Vraag het maar als je jarig bent Niveau 7 les 16 Vraag het maar als je jarig bent Stephanie en Sarah V. Sander en Willem 2006-2007
André en mama staan in de supermarkt. ,,Wat wil je vandaag eten André en mama staan in de supermarkt. ,,Wat wil je vandaag eten?Jij mag kiezen.’’ ,,Patat met mayonaise en saté.’’ zegt André. 1
“Niet al weer patat en saté, dat is veel te veel vet “Niet al weer patat en saté, dat is veel te veel vet. Neem nou eens iets gezonds,” zegt mama. 2
“Loempia’s met veel taugé erin,” zegt André. “Nee, die hebben we gisteren gegeten. Ik heb geen zin 2 keer achter elkaar hetzelfde te eten en dat is ook niet gezond,” zegt mama. 3
“Dan stokbrood met paté of vla met banaan of wafels met slagroom,” roept André keihard. Mama moet lachen. De mensen in de supermarkt kijken om. Ze kijken met van die grote, strenge ogen… 4
“Hé mallerd, wees eens rustig en denk eens even goed na “Hé mallerd, wees eens rustig en denk eens even goed na. Wat eet je altijd vóór het toetje?” “Spinazie.” 5
“Oké,” zegt mama. “En wat nog meer? Een ei?” “Hè nee, dat lust ik niet. Een gehaktbal vind ik lekker.” 6
“Vooruit dan maar,” zegt mama “Vooruit dan maar,” zegt mama. Ze neemt een pak spinazie uit het diepvriesvak, een pond gehakt uit de koeling en legt die in de kar. Met een lijstje in haar hand gaat ze verder boodschappen inladen. Ze let niet meer op André… 7
Als mama bij de kassa staat hoort ze André opeens roepen: “Hé mam, mag ik dit?” Hij staat bij het rek met speelgoed en houdt een kaart omhoog met figuurzaagspulletjes: een beugel, een hamer, een tang en zaagjes. 8
“Leg eens gauw terug,” roept mama streng. “Toe nou mam, ik kan er fijn mee spelen en René heeft ook zo’n kaart,” smeekt André. 9
“Terug leggen,vlug. Je kunt niet alles kopen wat je leuk vindt “Terug leggen,vlug! Je kunt niet alles kopen wat je leuk vindt. Vraag het maar als je jarig bent.” Met een boos gezicht legt André heel langzaam de figuurzaagspulletjes terug. 10
“Bah, waarom krijg ik dat nou niet. ” denkt André, “was ik maar jarig “Bah, waarom krijg ik dat nou niet?” denkt André, “was ik maar jarig.” Stil loopt hij achter mama de winkel uit. Einde 1