Taaloefeningen
Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden
Hij gaat woensdag naar een klein winkeltje. zin 2 Zinnen ontleden
Hij geeft mij het mooie schilderij. zin 3 Zinnen ontleden
zin 4 werkwoordspelling tegenwoordige tijd wachten Ik ________________ al erg lang op de trein. wacht
werkwoordspelling zin 5 verleden tijd Ik ________________ al erg lang op de trein. wachten wachtte
werkwoordspelling zin 6 voltooid deelwoord Ik ________________________________________. wachten heb erg lang op de trein gewacht
werkwoordspelling zin 7 bijvoeglijk naamwoord De ________________ tijd haal ik niet meer in. wachten gewachte
Dit was het weer voor vandaag!!