Coaching inleiding en consument

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

Gecijferdheid Negatieve getallen.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
Vandaag.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
Wij, in een veranderende markt Platform Wonen Leeuwarden Ger W. Hukker, 5 april 2012.
offshore-outsourcing (import)
Budgetlijn de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.
Margin Call - Introductie Floris Heukelom
Hoofdstuk 5: Rekeningrijden
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
stijging van het algemeen prijspeil
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Presenteren voor starters
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Het prijs- of marktmechanisme I
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 5: De Consument
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
Regels voor het vermenigvuldigen
Kwadratische vergelijkingen
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Lineaire vergelijkingen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Steven Verstockt 16 februari 2005
Assenstelsels en het plotten van Functies in LOGO
Divide and Conquer in Multi-agent Planning Multi-Agent Planning as the Process of Merging Distributed Sub-plans Eithan Ephrati and Jeffrey S. Rosenschein.
Probeer te begrijpen wat de Midzomernacht zon betekent
Welke diagrammen er zijn
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 8 37 t/m 46.
Elasticiteiten Prijselasticiteit van de vraag Kruislingse elasticiteit
Eenparige beweging opgave 1
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
Elasticiteiten.
Tweedegraadsfuncties
AFGELEIDEN.
HOOFDSTUK 4 DE CONSUMENT
Coachingsessie week
Wouter Jansweijer, 16 September, Literatuur zoeken Project informatiewetenschappen october 2002.
Hoofdstuk 3 Assenstelsel.
Aardrijkskunde 1.6 Ontdek Nederland met de atlas.
H2 Lineaire Verbanden.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
1.2 en 1.3 Kevin van Dorssen.
Kenmerken van de huurmarkt in Vlaanderen
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
Indifferentiecurve versus budgetlijn
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Vraagstuk: korting ( type 1)
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
1.2 Binnenkomst Nakijken herhaling 1.1 Uitleg 1.2 Lezen 1.2
De tafel van 4.
Prijs elasticiteit. Prijsstijging van ‘n product heeft gevolg voor de afzet van het product: door prijsstijging beetje minder afzet door prijsstijging.
Hoe maak ik van een verhaal een formule:. Formules Isonne wilt op paardrijles: Het abonnement kost 40 euro. Hierbij moet ze €15,50 per les betalen. Dus:
Hoofdstuk 1 Budgetlijn A3b.
Welkom havo 4..
TF GRAFIEKEN TEKENEN : Oefening
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Budgetlijn.
Transcript van de presentatie:

Coaching inleiding en consument

Soorten behoeften Behoeftepiramide van Maslow secundaire behoeften Primaire behoeften Bron: www.floor.nl/management/maslowpiramide.html

Vraag 2 Welke uitspraak over deze figuur is correct? Een daling in het inkomen Een prijsstijging van CD’s en boeken Een prijsdaling van boeken en CD’s Een grotere oppervlakte onder de budgetrecht wijst op een lager reëel inkomen

Qboeken Qcd’s B2 X Y B B1 A 2 4 10 12 14 16 18 6 8 24 22 20

Oefening 1 Een gezin heeft een budget voor ontspanning van 300 euro per maand. Ze gaan graag naar de film en bezoeken graag een binnenspeeltuin. Een dagje in de binnenspeeltuin kost het gezin 60 euro. Een avondje naar de film kost 30 euro. Teken de budgetrechte (aantal keer naar de film op de X-as) b) Wat gebeurt er met de budgetrechte als het budget stijgt tot 420 euro per maand als gevolg van een promotie van de moeder. c) Geef de correcte economische term voor de inkomenswijziging uit vraag b. d) Wat gebeurt er met de oorspronkelijke budgetrechte (vertrek dus van de gegevens van vraag a) als naar de film gaan het gezin 60 euro per avond kost (de filmtickets zijn dus duurder geworden). Teken dit op een grafiek waarop je de oorspronkelijke budgetrechte (vraag a) en de nieuwe budgetrechte (vraag d) voorstelt.

Oefening 1 a B = 300 PS = 60 PF = 30 Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS ) B = PS * QS + PF * QF 300 = 60 * QS + 30 * QF Stel QF = 0 300 = 60 * QS + 30 * 0 QS = 300/60 = 5 ( 0 , 5 ) Stel Qs = 0 300 = 60 * 0 + 30 * QF QF = 300/30 = 10 ( 10 , 0 )

Oefening 1 a

Oefening 1 b B = 420 PS = 60 PF = 30 Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS ) B = PS * QS + PF * QF 420 = 60 * QS + 30 * QF Stel QF = 0 420 = 60 * QS + 30 * 0 QS = 420/60 = 7 ( 0 , 7 ) Stel Qs = 0 420 = 60 * 0 + 30 * QF QF = 420/30 = 14 ( 14 , 0 )

Oefening 1 b Geef de correcte economische term voor de inkomenswijziging uit vraag b. Stijging van nominaal inkomen en stijging van het reëel inkomen

Oefening 1 C B = 300 PS = 60 PF = 60 Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS ) B = PS * QS + PF * QF 300 = 60 * QS + 60 * QF Stel QF = 0 300 = 60 * QS + 60 * 0 QS = 300/60 = 5 ( 0 , 5 ) Stel Qs = 0 300 = 60 * 0 + 60 * QF QF = 300/60 = 5 ( 5 , 0 )

Oefening 1 C Is er in vraag d een inkomenswijziging? Zo ja, geef de juiste economische term voor deze inkomenswijziging. Reële inkomenswijziging Arceer op je grafiek het gebied dat alle combinaties aangeeft wat ons gezin kan kopen bij vraag d.

Oefening 2 Je krijgt 3 sets van voorkeuren van het gezin. Binnen een set is het gezin indifferent. Teken de indifferentiecurven die bij de sets voorkeuren horen op een grafiek. Let op: assen en curven moeten benoemd zijn. (noteer Film op X-as) Set 1 Set 2 Set 3 S F 1 6 2 8 3 10 4 5

Oefening 2 Welk set verschaft het gezin het hoogste nut? Hoe kan je dit aflezen in je grafiek? I3: hoe hoger de curve ligt, hoe hoger het nut. Welke set verschaft het gezin het laagste nut? Hoe kan je dit aflezen in je grafiek? I1: hoe lager de curve ligt, hoe lager het nut Welke combinatie uit set 1 verkiest het gezin? Dat kunnen we niet zeggen. Het gezin is indifferent t.o.v. van de verschillende combinaties uit set 1. De keuze zal bepaald worden door het budget en de prijzen van de producten.