Koolhydraten BINAS 67A Algemene formule (CH2O)n

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
DNA Korte herhaling.
Advertisements

Totaal aan Ppt H1 (Am) 5 Havo.
Materie, energie en leven
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Hoofdstuk 1. De chemie van het leven
1 van genotype tot fenotype
Eiwit als van een ei alleen dan anders….
DNA bouw en replicatie.
Enzymen voor de vertering
Kringloop van koolstof en stikstof
Voortgezette assimilatie
1 van genotype tot fenotype
Macromoleculaire stoffen Eiwitten & Koolhydraten
Hoofdstuk 10 : Van DNA tot eiwit
koolhydraten: voorbeelden van koolhydraten
Animatie 1 Enzymen Bioplek Animatie 2 Enzymen Bioplek
vetten: vet algemeen Vetten
ASSIMILATIE Basisstof 3 en 4.
De belangrijke organische stoffen in de biologie
De belangrijke organische stoffen in de biologie
Nucleïnezuren en DNA-replicatie
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
Materie, energie en leven
CHEMISCHE STOFFEN IN ORGANISMEN
DNA.
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
Voortgezette assimilatie =
DNA en eiwitten.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Organische moleculen.
Voortgezette assimilatie =
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
DNA 5 havo 2014.
Hoofdstuk 14 Chemie van het leven.
12.3 Koolstofassimilatie In de koolstofassimilatie:
T4 – Voeding en Vertering
Voeding & Vertering.
BIO 42 Replicatie “hoe het DNA in een cel wordt verdubbeld”
Biochemie 2 Koolhydraten
Periode 2.1 Biomoculen en enzymen..
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
DNA, RNA en Eiwitsynthese
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
13.4. t/m De ruimtelijke vorm van eiwitten Nadat een eiwit in de cel is aangemaakt, vouwt het zich spontaan in een kluwen, die kenmerkend is voor.
Thema 1 Stofwisseling Coopertest: Deze test is ontwikkeld door de Amerikaanse arts Dr. Kenneth Cooper. Na een goede warming-up ga je op een atletiekbaan.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
H7 Celstofwisseling.
Voortgezette assimilatie 1
Diagnostische toets.
Koolhydraten en eiwitten
Voortgezette assimilatie 1
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Voedsel Nodig voor Belangrijkste voedingstoffen Energie Bouwstoffen
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Koolhydraten, Eiwitten, Vetten
Voedingsstoffen.
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
DNA.
2 Vertering & Voedselopname. 2 Vertering & Voedselopname.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Week 5 Hoofdstuk 7.3.
Voedsel Koolhydraten Vetten eiwitten.
Voedsel Nodig voor Belangrijkste voedingstoffen Energie Bouwstoffen
Voortgezette assimilatie 1
Transcript van de presentatie:

Koolhydraten BINAS 67A Algemene formule (CH2O)n Mono-sachariden in ringvorm: 5 of 6 C-atomen

Koolhydraten α-glucose In di-sachariden maltose en sacharose In polysachariden zetmeel en glycogeen β-glucose In di-sacharide lactose In polysacharide cellulose; vezels met grote treksterkte

Lipiden apolair BINAS 67B polair Opgebouwd uit glycerol en vetzuren. Ook wel: triglyceriden (glycerolesters) apolair polair apolair

Fosfolipiden Fosfaatgroep BINAS 67B In membranen; hydrofiele koppen naar buiten toe gericht en hydrofobe staarten naar binnen. Vormt zo een barrière tussen inwendig- en uitwendig milieu Fosfaatgroep Vetzuren Glycerol Fosfatidylserine

Lipiden; Steroïden BINAS 67E Ringvormige lipiden. Onderdeel van membranen en hormonen Cholesterol

Proteïnen BINAS 67C Polymeren van aminozuren Aminozuur: zowel de aminogroep als de carboylgroep zijn polair Aminogroep Carboxylgroep

Proteïnen Dipeptide wordt gevormd onder afsplitsing van water

Primaire structuur wordt bepaald door volgorde van aminozuren Secundaire structuur wordt bepaald door H-bruggen Eiwitstructuur Tertiaire structuur wordt bepaald door bindingen tussen restgroepen; waterstofbruggen, zwavelbruggen (cysteïne), verschillen in elektrische lading Quartaire structuur wordt bepaald door vereniging van verschillende polypetide-moleculen

Proteïnen Primaire structuur Wordt bepaald door de typen aminozuren en de volgorde waarin aminozuren aan elkaar gekoppeld zijn

Proteïnen Secundaire structuur Wordt bepaald door waterstofbruggen tussen aminozuren

Proteïnen Tertiaire structuur wordt bepaald door bindingen tussen restgroepen; waterstofbruggen, zwavelbruggen (cysteïne), verschillen in elektrische lading

Proteïnen Quartaire structuur wordt bepaald door binding van verschillende polypetide-moleculen

Nucleïnezuren Binas 70A Een nucleotide bestaat uit drie hoofdcomponenten: Stikstofbase (een zogenaamde nucleobase) Een suiker met vijf koolstofatomen één tot drie fosfaatgroepen Ribose: DNA, ATP Deoxyribose: RNA, dATP

Nucleotiden Adenine Adenosine Desoxy-adenosine (nucleobase in DNA en RNA) Adenosine (gekoppeld aan ribose) Desoxy-adenosine (gekoppeld aan desoxyribose) Adenosine-monofosfaat (AMP) (kan omgezet in ADP, onderdeel van RNA) Deoxyadenosinemonofosfaat (Onderdeel van DNA)

DNA

DNA