Breking van licht door een lens
Constructiestraal: (1) Een lichtstraal die door het optisch middelpunt (O) van de lens gaat, zal rechtdoor gaan. F + (1)
(2a) Een lichtstraal die parallel aan de hoofdas op de lens valt, zal na breking (door de lens) door het brandpunt (F) gaan. (2b) Een lichtstraal die door het brandpunt gaat, zal na breking (door de lens) parallel aan de hoofdas verder gaan. F + (2b) (2a)
(3) Alle andere lichtstralen die op de lens vallen, zullen na breking door de lens door het snijpunt van de hier voor genoemde constructie-stralen gaan. F + (2b) (1) (2a) (3) (3) (3)
(4) Alle lichtstralen die parallel aan de bij-as op de lens vallen, zullen na breking elkaar snijden in het brandvlak. I.h.b. constructiestraal (1). Brandvlak F + (1)
Lichtstralen door een lens Constructiestralen vanuit een voorwerp (V): (1) Een lichtstraal die door het optisch middelpunt (O) van de lens gaat, zal rechtdoor gaan. (2a) Een lichtstraal die parallel aan de hoofdas op de lens valt, zal na breking (door de lens) door het brandpunt (F) gaan. (2b) Een lichtstraal die door het brandpunt gaat, zal na breking (door de lens) parallel aan de hoofdas verder gaan. (3) Alle andere lichtstralen die op de lens vallen, zullen na breking door de lens door het snijpunt van de bovengenoemde constructie stralen gaan. Parallelle bundel: (4) Alle lichtstralen die parallel aan de bij-as op de lens vallen, zullen na breking elkaar snijden in het brandvlak. I.h.b. constructiestraal (1).
Voorbeeld 1: + lens v > f F +
Voorbeeld 2: + lens v < f F +
(3) Alle andere lichtstralen die op de lens vallen, zullen na breking door de lens door het snijpunt van de bovengenoemde constructie stralen gaan.