Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Advertisements

Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Tijd Tijd omrekenen © Ing W.T.N.G. Tomassen.
Snelheid.
Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
Meten Grootheden kun je meten in eenheden. Tijd seconde Luchtdruk bar
Energie Water stroomt.
Een manier om problemen aan te pakken
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Eigenschappen van het vermenigvuldigen van gehele getallen
Regels voor het vermenigvuldigen
Regelmaat in getallen … … …
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Regelmaat in getallen (1).
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
2.6 Welke stoffen lossen op in water?
Opdrachten Snelheid.
3.4 Reken met constante snelheid
Opdrachten Snelheid.
Natuurkunde overal 2HA en 2VWO
Wetenschappelijk en significantie
Grootheden factor eenheden
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
NASK – METRISCH STELSEL
Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden.
Omrekenen eenheden Volume
Omrekenen eenheden oppervlakte
Omrekenen eenheden lengte
Eenparige beweging opgave 1
Kilometer per uur.
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Hoe kan je lengtematen, inhoudsmaten en gewichten herleiden?
Centrummaten en Boxplot
Regels voor het vermenigvuldigen
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Deel 2 Energie: bronnen en soorten
Rekenen.
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Bewegen Vaardigheid: Hoe je een probleem oplost. Wat GFIBAC betekend. © Ing W.T.N.G. Tomassen.
voorvoegsels van eenheden
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
Wetenschappelijk en significantie
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 1 Meten en meetkunde: Schaal
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Les 7: woordformules gebruiken
Omrekenen eenheden Volume
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Transcript van de presentatie:

Werken met het begrip wetenschappelijk en significant. rekenen Na deze les kan je: Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen Werken met formules Werken met het begrip wetenschappelijk en significant. © Ing W.T.N.G. Tomassen

Omrekenen 3.5 Omrekenen en afronden.

10 2 10 3 macht positief komma naar rechts =10×10 =10×10×10 =100 =1000 wetenschappelijk 10 2 =10×10 =100 10 3 =10×10×10 =1000 macht positief komma naar rechts

10 −2 10 −3 macht negatief komma naar links = 1 100 = 1 1000 = 1 10×10 Wetenschappelijk 10 −2 = 1 10×10 = 1 100 10 −3 = 1 10×10×10 = 1 1000 macht negatief komma naar links

Voorbeeld = 1 × 1000 m = 1000 m = 1 × 1/1000 m = 0,001 m 1 𝑚 𝑘 factor Voorbeeld 1 𝑚 𝑘 = 1 × 10 3 𝑚 = 1 × 1000 m = 1000 m 1 𝑚𝑚 = 1 × 10 −3 𝑚 = 1 × 1/1000 m = 0,001 m

Ken de factoren (Binas tabel 3) Kennis van factoren Ken de factoren (Binas tabel 3)

Tijd Van min naar uren ×60 1 h = 60 min ÷60

Het getal achter de komma is een gedeelte van één uur. Tijd Het getal achter de komma is een gedeelte van één uur. 1,6 h 1,62 h = 1 h + 0,6 h = 1 h 0,62 x 60 min = 1 + 0,6 x 60 min = 1 h 37,2 min = 1h 36min = 1h 37 min 0,2 x 60 =1 h 37 min 12 sec

1 h = 60 min = 3600 s 60 x 60 s Van s naar min en uren ×3600 ×60 ×60 Tijd Van s naar min en uren ×3600 ×60 ×60 1 h = 60 min = 60 x 60 s 3600 s ÷60 ÷60 ÷3600

Van km/h naar m/s = 10 m/s Hoeveel m/h is dit? Hoeveel m/s is dit? Snelheid Van km/h naar m/s Pietje rijdt 36 km/h. Hoeveel m/s rijdt hij dan? x 1000 : 3600 36 km/h = m/h 36000 = 10 m/s : 3,6 Hoeveel m/h is dit? Hoeveel m/s is dit? Hoeveelste deel van één uur is één seconde

Van m/s naar km/h = 36 km/h Hoeveel km/h is dit? Hoeveel m/h is dit? Snelheid Van m/s naar km/h Pietje rijdt 10 m/s. Hoeveel km/h rijdt hij dan? x 3600 :1000 10 m/s = m/h 36000 = 36 km/h x 3,6 Hoeveel km/h is dit? Hoeveel m/h is dit?

Concluderend 36 km/h 10 m/s = Van km/h naar m/s : 3,6 Snelheid Concluderend Van km/h naar m/s : 3,6 36 km/h 10 m/s = Van m/s naar km/h x 3,6

OEFENING 72 km/h = ......m/s 72 m/s = ...... km/h 25 km/h = ......m/s Snelheid OEFENING : 3,6 x 3,6 72 km/h = ......m/s 25 km/h = ......m/s 50 km/h = ......m/s 120 km/h = ......m/s 20 72 m/s = ...... km/h 25 m/s = ...... km/h 50 m/s = ...... km/h 120 m/s = ...... km/h 259 6,9 90 13,9 180 33,3 432

Omrekenen Alles op en rij Grootheid Eenheid Afgelegde weg s Meter m Kilometer km Snelheid v Meter/seconde m/s Kilometer/uur Km/h Tijd t seconde uur h Afstand: mm, cm, dm, m, dam, hm, km (tabel 3) Tijd 1h = 60 min = 3600 s Snelheid 3,6 km/h = 1 m/s

Probleem oplossing Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Oplossen Probleem oplossing Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Uitkomst Denk daarbij altijd aan eenheden achter het getal!

Wetenschappelijk 3,6× 10 6 m = 3.600.000 m 3,6× 10 3 m = 3.600 m Getallen vermenigvuldigt met een macht van 10 3,6× 10 6 m = 3.600.000 m 3,6× 10 3 m = 3.600 m 3,6× 10 −3 m = 0,0036 m 3,6× 10 −6 m = 0,0000036 m

Wetenschappelijk OEFENING 72580000 = 9525600 = 4589,4586 = 58 = 7,258 ×10 7 9,5256 ×10 6 4,5894586 ×10 3 4,5894586 ×10 3 5,8 ×10 1

Wetenschappelijk OEFENING 0,0007258 = 0,00952 = 0,0000586 = 0,58 = 7,258 ×10 −4 9,5256 ×10 −3 5,86 ×10 −5 5,8 ×10 −1

Wetenschappelijk

Significantie notatie Aan cijfer waarin je het getal uitdrukt gevolgt door een wetenschappelijke notatie.

Voorbeeld 1: 1.435.678 1 significant cijfer 1 x 106 Significantie Voorbeeld 1: 1.435.678 1 significant cijfer 1 x 106 2 significante cijfers 1,4 x 106 3 significante cijfers 1,44 x 106 4 significante cijfers 1,436 x 106

Schrijf alle getallen met 2 significante cijfers. Significantie Schrijf alle getallen met 2 significante cijfers. 72580000 = 9525600 = 4589,4586 = 59,9 = 7,3 ×10 7 9,5 ×10 6 4,6 ×10 3 6,0 ×10 1

Voorbeeld 2 0,00534678 1 significant cijfer 5 x 10-3 Significantie Voorbeeld 2 0,00534678 1 significant cijfer 5 x 10-3 2 significante cijfers 5,3 x 10-3 3 significante cijfers 5,35 x 10-3 4 significante cijfers 5,347 x 10-3

Schrijf alle getallen met 3 significante cijfers. Significantie Schrijf alle getallen met 3 significante cijfers. 0,0007258 = 0,00952 = 0,000058649 = 0,5805 = 7,26 ×10 −4 9,53 ×10 −3 5,86 ×10 −5 5,81 ×10 −1

Standaard regel: Zoek het minst significante getal uit de opgave. Significantie Standaard regel: Zoek het minst significante getal uit de opgave. Antwoord in hetzelfde aantal significante cijfers.

Maak opgaven t/m 61 1km = 1000m s = v • t 1h = 60 min = 3600s Gemiddelde snelheid 1km = 1000m 1h = 60 min = 3600s 3,6 km/h = 1 m/s s = v • t t = s / v v = s / t s = .... km t = ..... h v = .... km/h Maak opgaven t/m 61 Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Uitkomst