Snelheid Hoe kan ik rekenen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Advertisements

Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Grootheden factor eenheden
Werken met het begrip wetenschappelijk en significant.
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Tijd Tijd omrekenen © Ing W.T.N.G. Tomassen.
Snelheid.
Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
Energie Water stroomt.
3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
Energie: Grootheden en eenheden
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Krachten en verkeer.
Snelheid.
verhoudingstabel Evenredig Formules
BEWEGING – GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Arena 5 van MathBattle Maten
Vraag 28 Verzamel eerst de gegevens: P = 80 W t = 8,5 minuut = 8,5 x 60 = 470 seconden m = 200 gram water c = 4,2 J/g.°C ∆T = 37 – 7 = 30 °C Maak eventueel.
Opdrachten Snelheid.
3.4 Reken met constante snelheid
Opdrachten Snelheid.
Grootheden factor eenheden
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
NASK – METRISCH STELSEL
5.1 Definitie van vermogen
De schaal Hoe bereken je die?.
Beweging - Inhoud Inleiding Plaats en tijd Eenparige beweging
Kilometer per uur.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Energiesoorten bewegingsenergie elektrische energie
BEWEGINGEN.
Stopafstand = reactieafstand + remweg
Sectie natuurkunde – College Den Hulster - Venlo
Herhaling opgave 1 a) b) c) d) e) f) g) h) i)
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Tijd, afstand, snelheid.
Afstanden omrekenen Tijd omrekenen Snelheid omrekenen
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 2
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Grootheden factor eenheden Grootheden en eenheden.
Stelsels van vergelijkingen H5 deel 3 Hoofdstuk 10 Opgave 61, 62, 63.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Bewegen Vaardigheid: Hoe je een probleem oplost. Wat GFIBAC betekend. © Ing W.T.N.G. Tomassen.
Meten en meetkunde in het verkeer
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
NASK – METRISCH STELSEL
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Hoofdstuk 21 Metriek stelsel. Hoofdstuk 21 Metriek stelsel.
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
GROOTHEDEN EN EENHEDEN
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Omrekenen eenheden Volume
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Transcript van de presentatie:

Snelheid Hoe kan ik rekenen

Het rekenen Kennis van tegengesteld bewerking Van + is dat – en andersom. Van x is het : en andersom. Van ² is dat √ en andersom. Voorbeelden 8 + 2 = 10 a + b = c b + a = c 8 = 10 – 2 a = c – b b = c – a 5x 2 = 10 a x b = c b x a = c 5 = 10 : 2 a = c : b b = c : a

Eenheden omrekenen is een Kennis van eenheden Eenheden omrekenen is een belangrijk gegeven. Kennis van metriek stelsel (Binas) mm – cm – dm – m – dam – hm – km 60 s = 1 min 60 min = 1h 1h = 3600 sec

Grootheid Een grootheid is Wat meetbaar is. Het onderwerp. Voorbeelden Massa, Volume, Inhoud, Dichtheid, Spanning, Stroom, Energie, Tijd

Eenheid Waar je het getal in uitdrukt heet eenheid Voorbeeld Kilogram, Liter, Meter, Volt, Watt, Kilowattuur, Uur

Van min naar uren 1 min = 1/60 uur => 20 min = 20/60 h = 1/3 h = 0,333333 h 1h 20 min = 1 h + 20/60 h = 1 h + 1/3 h = 1,333333 h Het getal achter de komma is een gedeelte van één uur. 1,6 h = 1 h + 0,6 h = 1 + 0,6 x 60 min = 1h 36min Als er bij de vermenigvuldiging met 60 nog decimalen achter de komma staan dan is dit een deel van een minuut dus dat deel maal 60 is het aantal seconden. 1,61 h 1 h 0,61 x 60 min = 1 h 36,6 min 0,6 x 60 = 36 sec 1 h 36 min 36 sec

Probleem oplossing Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Uitkomst Denk daarbij altijd aan eenheden achter het getal!

Afstand De afgelegde weg heeft symbool: s. De eenheid is in meter m of De afgelegde weg (afstand) geven we aan in meter of kilometer De afgelegde weg heeft symbool: s. De eenheid is in meter m of kilometer km De afstand van Nijmegen naar Amsterdam is 110 kilometer schrijf je in de natuurkunde als: s = 110 km

Tijd Symbool voor de tijd is t De tijd drukken we uit in Seconde s De tijd die over een bepaalde afstand doen geven we aan in seconde of uren. Symbool voor de tijd is t De tijd drukken we uit in Seconde s Uren h De reis van Nijmegen naar Amsterdam duur 2,5 uur schrijf je in de natuurkunde als: t = 2,5 h

Snelheid De snelheid is de factor in een verhoudingsgetal. Snelheid zegt iets over het aantal meter in 1s of het aantal km in 1 uur. Symbool voor snelheid is v De eenheid voor snelheid is: meter/seconde m/s Kilometer / uur km/h Het per teken (/) kan je zien als een deel teken Tijs in s 1 2 2,5 X factor (snelheid) factor=5 Afstand in m 5 10 12,5

Op en rij Oplossing: 1) s = ? v = 50 km/h t = 2 h 2) s = v x t Grootheid Afgelegde weg s Meter m Kilometer km Snelheid v Meter/seconde m/s Kilometer/uur Km/h Tijd t seconde uur h Als je 50 km/h rijdt en 2 uur onderweg bent dan heb je 100 km gereden Oplossing: 1) s = ? v = 50 km/h t = 2 h 2) s = v x t 3) s = 50 km/h x 2h 4) s = 100 km

Van m/s naar km/h 1 h = 3600 sec 1 sec = 1/3600 h 1 km = 1000m 1 m = 1/1000 km 36 km/h = 10 m/s Afstand 36 km 0,01km 10 m tijd 1 h 3600 s 1 s 20 m/s = 72 km/h Afstand 20 m 72 000 m 72 km tijd 1 s 3600 s 1 h …. m/s x 3,6 = ……km/h

s = v x t Afstand s m km Snelheid vgem m/s km/h Tijd t s h Formule s = vgem x t stot = s1 + s2 + s3 …… ttot = t1 + t2 + t3 …… Snelheden van verschillende trajecten nooit optellen

Voorbeeld Jan en piet rijden naar van Nijmegen naar Amsterdam. De afstand is voor beide 110 km maar Jan gaat met de fiets en rijdt 7 m/s. Piet gaat met de trein en is 1 uur en 45 min onderweg. Bereken de snelheid van de trein? Bereken hoe lang Jan onderweg is?

Oplossing 1 Piet t = 1h en 45 min = 1,75 h. s = 110 km v = ? v = s : t v = 110 km : 1,75 h = 62,86 km / h De trein rijdt gemiddeld 62,86 km/h

Oplossing 2 Jan t = ? s = 110 km v = 7 m/s = 7 x 3,6 km/h = 25,2 km/h t = s : v t = 110 km : 25,2 km/h = 4,36 h Jan rijdt er 4,36 h over

Eenparig (constante snelheid) s in m v in m/s t in s t in s

Reactie afstand en remweg Bestudeer nu nog de uitleg voor: Reactie afstand en remweg